Elk jaar stijgt in academisch Nederland in juni de spanning tot grote hoogte. Deze vrijdag worden de winnaars bekend gemaakt van de Spinozapremie, de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland. Dit jaar wordt daarnaast voor het eerst de nieuwe Stevinpremie uitgereikt aan wetenschappers die met hun onderzoek grote maatschappelijke of economische impact hebben gehad.
De Spinozapremies worden sinds 1995 ieder jaar uitgereikt door NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Telkens gaan drie of vier wetenschappers met de prijs naar huis. Die bestaat niet alleen uit een beeldje, maar ook een geldbedrag van 2,5 miljoen euro.
Naast de Spinozapremie wordt dit jaar ook de nieuwe Stevinpremie uitgereikt. De Stevinpremie komt in de plaats van het Simon Stevin Meesterschap, die voorheen vooral binnen het NWO-deelgebied voor Toegepaste en Technische Wetenschap uitgereikt werd. Er zullen twee Stevinpremies per jaar worden uitgereikt aan één of meer personen op basis van de waardering van het gehele oeuvre van de kandidaten. Net als bij de Spinozapremies wordt de selectie gedaan door NWO. Beide prijzen bedragen 2,5 miljoen euro en het geld is bestemd voor verder onderzoek en de bijbehorende kennisoverdracht.
Criteria
De Spinoza- en de Stevinpremies zijn daarmee de hoogste Nederlandse prijs die je als onderzoeker kunt winnen. Maar hoe bepaalt NWO nu wie ‘m verdient? Daarvoor vraagt NWO elk jaar aan de hoogste bestuurders van de academische wereld om kandidaten voor te dragen. Bij elke universiteit mag de rector magnificus (de voorzitter van de universiteit) één van zijn onderzoekers voorstellen in een aanbevelingsbrief. Ook voorzitters van andere onderzoeksinstituten mogen één of twee onderzoekers aanbevelen.
Als alle aanbevelingen binnen zijn gaan de leden van een speciale NWO-commissie met elkaar om de tafel zitten. Zij proberen alle kandidaten met elkaar te vergelijken. Wie heeft er nationaal en internationaal gezien de beste staat van dienst? En wie maakt naast zijn onderzoek ook nog tijd voor andere zaken als inspirerend leiderschap of het begeleiden van jonge onderzoekers?
Natuurlijk moet de winnaar het geld óók nog eens goed kunnen besteden aan zinnig onderzoek én mag hij of zij nog niet zo oud zijn dat hij al bijna met pensioen gaat. En alsof dat allemaal nog niet genoeg is, is er nog een criterium waar de NWO-commissie rekening mee moet houden: de winnaars mogen niet allemaal uit hetzelfde vakgebied komen. De commissie probeert daarom zoveel mogelijk de prijzen te verdelen over drie verschillende categorieën: alfa/gamma, bèta en leven/medisch.
En dan, na lang beraad, is het eindelijk zover: de bekendmaking. De voorzitters van de universiteiten en onderzoeksinstituten moeten geheim houden wie zij hebben voorgedragen aan NWO. Dus zelfs voor de kandidaten is het een grote verrassing als ze te horen krijgen dat ze de premie gewonnen hebben. Gelukkig krijgen ze nog wel even de tijd om te bedenken wat ze met het geld zullen gaan doen: de officiële uitreiking van het beeldje en de cheque is pas in het najaar.