Naar de content

Zonder 'space race' gaan we nooit meer naar de maan

50 jaar Apollo 11 en de eerste maanwandeling

NASA via publiek domein

De maanlandingen in de jaren 60 en 70 waren een monumentale prestatie op het gebied van ruimtevaart. Nu, precies vijftig jaar na de eerste landing van Apollo 11, is hij nog steeds niet geëvenaard. Waren de Amerikanen hun tijd zó ver vooruit? En komen er nieuwe stappen op de maan?

19 juli 2019

Een bulderende Saturnus V-raket schoot Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins op 16 juli 1969 regelrecht de geschiedenisboeken in. De halve wereld keek toe hoe Armstrong en Aldrin op 21 juli 1969 (Nederlandse tijd) als eerste mensen in het poederige maanoppervlak stapten. Collins bleeft in een capsule baantjes om de maan trekken voor de terugkeer naar de aarde.

Ruimtevaartliefhebbers kijken precies vijftig jaar later met weemoed terug naar die tijd. Een periode waarbij de hoog opgelaaide Koude Oorlog de Verenigde Staten tot drastische maatregelen dwong. Tot dan toe op vrijwel ieder punt in de ruimterace verslagen door aartsvijand Sovjet-Unie, kreeg ruimtevaartorganisatie NASA min of meer een blanco cheque om de ultieme prijs binnen te halen: de eerste landing van mensen op de maan.

Uiteindelijk landden er tussen 1969 en 1972 tijdens zes ruimtemissies twaalf Amerikanen op de maan. Maar zo snel als het Apolloprogramma werd opgetuigd, zo snel werd het ook weer afgebroken. Door tanende interesse van het publiek, en peperdure Amerikaanse ‘aardse problemen’ zoals de Vietnamoorlog werden de laatste nog geplande maanmissies geschrapt. Het was de laatste keer dat er mensen op de maan liepen.

Verandert dat binnenkort? Als je het nieuws volgt dan lijkt er genoeg te gebeuren. NASA kondigde dit voorjaar aan over vijf jaar weer naar de maan te willen gaan. De Chinezen laten er de laatste jaren robots landen en zeggen uiteindelijk astronauten te willen sturen. India mengt zich in de strijd. En ultrarijke ondernemers zoals Elon Musk en Jeff Bezos houden hun achterban spectaculaire maanmissies voor. Is de space race een halve eeuw na dato terug van weggeweest?

Een missie mét financiering

In 2024 moet het gebeuren. Dit voorjaar kondigde vice-president van de Verenigde Staten Mike Pence aan dat de NASA in dat jaar mensen op de maan zal zetten, inclusief de eerste vrouw op de maan. Dat is sneller dan het eerder geplande 2028 en zou nog netjes binnen een eventuele tweede termijn van president Donald Trump vallen. Trump zette de claim kracht bij door te zeggen dat hij 1,4 miljard dollar uittrekt voor de reis.

Vicepresident Mike Pence (rechts) op bezoek bij NASA in 2018. Hij kondigde in 2019 aan dat de ruimtevaartorganisatie in 2024 weer mensen op de maan moet neerzetten.

NASA/Kim Shiflett via publiek domein

Trump zegt dat NASA onder zijn leiding weer ‘grote dingen’ zal doen. Maar bij grote dingen horen grote budgetten. Extreem grote budgetten, die bovendien ieder jaar goedkeuring nodig hebben van het Amerikaanse Congres. NASA noemt de 1,4 miljard een ‘aanbetaling’. Een snelle blik op de geldstromen binnen het Apolloprogramma bevestigt dat. De maanmissies kostten toen zo’n 25 miljard dollar. Reken je dat om naar huidige maatstaven dan komt de teller boven de 150 miljard uit.

Er lijkt zich hier een cyclus te voltrekken: al dertig jaar lang (met uitzondering van president Bill Clinton) kondigen presidenten stuk voor stuk plannen aan om (weer) met mensen naar de maan of Mars te gaan. Ondanks die woorden, worden de gesmede plannen door de vólgende president steevast geschrapt of aangepast. Een echte lijn is er niet, waardoor je de conclusie moet trekken dat er op dit moment niet de politieke wil is om zo’n extreem kostbaar plan te financieren.

Tot overmaat van ramp wil het niet echt vlotten met de hardware van de Amerikanen die nodig is voor zo’n reis. De in ontwikkeling zijnde reusachtige SLS-raket (Space Launch System) moet zich kunnen meten met de Saturnus V-maanraket, maar het project is geplaagd door vertragingen en kostenoverschrijdingen. De allereerste testvlucht is al een paar jaar naar achteren geschoven, naar op zijn vroegst komend jaar. Bovenop die raket komt de Orion-capsule die de astronauten uiteindelijk diep de ruimte in moet kunnen brengen. De enige (geslaagde) testvlucht daarvan was in 2014.

Wat leverde het Apolloprogramma op?

Je doet het Apolloprogramma niet echt te kort door te stellen dat het een pure prestigekwestie was. Uiteindelijk ging het vooral om het planten van zes Amerikaanse vlaggen op de maan. Uit satellietbeelden van de maan blijkt overigens dat er daar nog zeker drie van overeind staan, Apollo 11-astronaut Buzz Aldrin verklaarde dat de vlag omver werd geblazen bij het verlaten van de maan.

Pas in de latere missies kreeg het programma een iets wetenschappelijker karakter. Apollo 17, de laatste bemande missie naar de maan, had voor het eerst een wetenschapper aan boord, de geoloog Harrison Schmitt. De bijna vierhonderd kilo aan maanstenen die werden meegebracht door de astronauten zijn wetenschappelijk gezien nog wel de meest waardevolle erfenis van Apollo. Nu, 50 jaar na dato, stellen de Amerikanen opnieuw stenen beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek.

Plannen in het oosten

Ook aan de andere kant van de Grote Oceaan, in China, kijkt men omhoog en zijn de pijlen op de maan gericht. De bemande ruimtevaart vindt vooralsnog exclusief in een baan om de aarde plaats, op de maan zijn inmiddels twee Chinese robots met maankarretjes geland. Als je de Chinezen mag geloven dan zijn er plannen om ook met mensen te gaan, maar die missies hoeven we de komende tien jaar nog niet te verwachten.

Ook India mengt zich in de strijd op ruimtevaartgebied. Voor communicatie- en militaire doeleinden zijn ze redelijk ervaren met het lanceren van satellieten. En ze lieten dit jaar ook zien dat ze over de militaire capaciteit beschikken om satellieten uit de ruimte te schieten, tot ontsteltenis van andere ruimtemachten. Bemande Indiase ruimtevaart staat op de planning, maar staat ook nog in de kinderschoenen. Onbemande verkenning van de maan, volgens het huidige Chinese model, gebeurt waarschijnlijk eerder. Deze week nog werd duidelijk dat India de lancering van zijn maanwagen Chandrayaan-2 moest staken.

Rondje om de maan

Als er een ding anders is dan vijftig jaar geleden, dan is het dat commerciële partijen zich nadrukkelijk mengen in het maken van ruimteplannen. Plannen om mensen te lanceren én om naar de maan te gaan. Het verst gevorderd lijkt SpaceX met frontman Elon Musk. In 2017 kondigde hij aan klanten te hebben die in een ruimteschip graag een rondje om de maan vliegen. Uiteindelijk bleek dat de steenrijke Japanse zakenman Yusaku Maezawa te zijn. Om dit volgens planning in 2023 of 2024 te realiseren moeten de raket én capsule nog uitvoerig worden getest, maar het lijkt niet ondenkbaar dat dit uiteindelijk daadwerkelijk gebeurt. Hoeveel Maezawa voor de rit betaalt is niet bekend.

En dan is daar Jeff Bezos. De rijkste man op aarde zou ieder jaar een miljard dollar in zijn ruimtevaartbedrijf Blue Origin stoppen. Afgelopen mei onthulde hij zijn eigen maanlander. Nou ja, een wat grof ogend model daarvan in ieder geval. Maar volgens Bezos zou een echte versie rond 2023 zachtjes op de maan moeten ploffen met aan boord verschillende maankarretjes. Wellicht speelt Bezos handig in op NASA’s maanplannen en hoopt hij dat de ruimtevaartorganisatie dat samen met zijn bedrijf doet.

Jeff Bezos onthult een model van een maanlander die zijn bedrijf Blue Origin de komende jaren moet gaan ontwikkelen.

Mensen thuislaten

Als je alles op een rijtje zet dan lijkt het best druk op en om de maan. “Voorzichtig is er een maanrace bezig”, zegt Rob van den Berg, directeur van ruimtevaartmuseum en ESA’s bezoekerscentrum Space Expo in Noordwijk. “De zachte landing van de Chinese Chang’e 3 in 2013 was de eerste sinds die van de Russische Luna 24 in 1976. Daarnaast zijn er plannen genoeg voor (on)bemande landingsmissies.” En toch: vooralsnog tekenen zich nergens de contouren af van een nieuw Apolloprogramma mét voldoende geld.

Zijn bemande reizen naar de maan überhaupt slim? “Sommige mensen in de ruimtevaart zeggen dat je veel beter met robots kunt gaan, dat is in ieder geval veel goedkoper”, zegt Van den Berg. “Overigens denk ik dat robots niet alles even goed kunnen als de mens, zoals anticiperen op onverwachte situaties in een onbekende omgeving.” En dan is er prestige, het belangrijkste argument voor Apollo. “Als je mensen met een vlag stuurt dan kun je het meteen ‘claimen’. Als het gaat om dit soort emotionele redenen kun je dan beter wél weer iemand naar de maan sturen. Hoe je het ook of wendt of keert, dat speelt in de politiek een grote rol.”

Er zijn nog meer motieven te bedenken. In de tijd van de Koude Oorlog: wat als de 400.000 mensen die het Apolloprogramma naar verluidt bezighield hun energie hadden gestoken in het bouwen van wapens? En het is lastig te meten, maar waarschijnlijk hebben de maanlandingen een hoop mensen geïnspireerd en laten kiezen voor een technisch of wetenschappelijk vak.

Ontvlammende ruimterace

Uiteindelijk ligt het voor de hand dat NASA en bedrijven zoals SpaceX hun handen ineen slaan om weer mensen op de maan te zetten. “Dit soort bedrijven komen in het kielzog van NASA af op het geld dat daar mogelijk mee te verdienen is. Voor de ruimtevaartorganisatie is dat goed omdat de bedrijven doorgaans goedkoper kunnen lanceren”, zegt Van den Berg. “Wel is het zo dat die bedrijven eerst heel hard roepen en dan aan de achterkant flink moeten werken om het waar te maken. Wellicht moeten we onze verwachtingen bijstellen, maar ik denk dat dit uiteindelijk wel gaat gebeuren.”

Er komt waarschijnlijk geen Amerikaanse maanraket van de grond voordat de Verenigde Staten écht worden bedreigd door andere ruimtegrootmachten. Dat kan met de gestage voortgang van de andere spelers in het veld nog best een tijdje duren. Daarom wil de ruimterace maar niet ontvlammen zoals hij in de jaren 60 deed.

Verantwoording: voor dit artikel werd ook gesproken met oud-ruimtevaartingenieur Michel van Baal. Hij schreef deze blog over de opkomst en motieven van de commerciële ruimtevaart.

ReactiesReageer