De opzienbarende omzwervingen van een Griekse held, die van het slagveld naar huis wil maar tegengewerkt wordt door de god van de zee. Daarover gaat de Odyssee van Homerus. Het verhaal is al vele malen eerder uitgebracht in het Nederlands, maar nog nooit zo mooi vertaald als door de Vlaamse classicus Patrick Lateur.
Na een bloederige strijd hadden de Grieken de stad Troje, aan de westkust van het huidige Turkije, vernietigd. Toen Odysseus, koning van het Griekse eiland Ithaka, onderweg naar huis Polyfemos tegenkwam was hij doodsbang. Volkomen terecht, want deze eenogige reus vrat mensen met huid en haar op.
Odysseus, bekend om zijn slimheid, verzon een list. Hij liet de cycloop wijn drinken. De reus viel in een diepe slaap en vervolgens boorde Odysseus een brandende balk in zijn oog. Daarvoor had de held aan Polyfemos verteld dat hij ‘Niemand’ heette. Toen de reus om hulp krijste, kon hij de andere cyclopen alleen maar vertellen dat ‘Niemand’ dit had gedaan.
Het is een van de bekendste en indrukwekkendste verhalen uit de Odyssee van Homerus (achtste eeuw voor Christus). De list zorgt ervoor dat de Griekse held en zes van zijn mannen konden ontsnappen. Vanaf zee kon Odysseus het toch niet laten en schreeuwde zijn naam naar Polyfemos. Dat had hij beter niet kunnen doen. De cycloop was de zoon van Poseidon en riep zijn vader, de god van de zee, op om hem te wreken. Dat deed Poseidon. Hij liet Odysseus daarna jaren zwerven over de zeeën, voordat hij terug mocht keren naar zijn geliefde eiland Ithaka.
Enorme golf
Dit opmerkelijke verhaal is een van de mooiste avonturen ooit beschreven. We volgen Odysseus op zijn tocht over het woeste water, op afgelegen eilanden en lezen hoe hij een speelbal van de goden is. Al eerder vertaalde Patrick Lateur de Ilias van Homerus, over de strijd in Troje, voortreffelijk. Nu waagt hij zich dus aan de Odyssee met hetzelfde, indrukwekkende resultaat.
Niet eerder klonken de zinnen van Homerus zo mooi in het Nederlands. Neem bijvoorbeeld hoe Lateur het varen op de woeste zee vertaalt. ‘Zodra het eiland achter ons lag, zag ik opeens een damp van een enorme golf, ik hoorde gedreun. Van angst lieten mijn mannen uit hun hand de riemen schieten, ze ploften alle in de stroom, het schip viel stil ter plekke want mijn makkers dreven het met de scherpe bladen van de riemen niet meer vooruit.’
Tijdens het lezen van dit stuk is het alsof je zelf aan boord van het schip bent, die enorme golf ziet aankomen en de angst van de mannen voelt. En dat moet ook de bedoeling van Homerus zijn geweest. De Ilias en Odyssee werden vroeger voorgedragen, iemand zong de verhalen voor het publiek. Voordat Homerus (als hij al heeft bestaan) ze opschreef zijn ze vermoedelijk eeuwen lang mondeling overgedragen. Eigenlijk is dit dus niet zozeer een tekst om rustig te lezen, maar om hardop uit te spreken of te zingen.
Bij Lateur spatten de woorden van Homerus van de pagina’s af. Eerdere Nederlandse vertalingen stonden vrijwel allemaal bol van archaïsche woorden. Het kwam vaak hoogdravend en deftig over, alsof je de tekst met een aardappel in de keel of net als op het polygoonjournaal moest voorlezen. De vertalers leken daarmee te willen benadrukken dat de Odyssee en Ilias zeer oude teksten zijn. Maar goede verhalen houd je levend, door ze steeds opnieuw te vertellen en niet door ze te vertalen in oubollige woorden. Je doet ze pas recht als de woorden net zo mooi zijn in het Nederlands als in het origineel. En dat is Lateur gelukt.