Voor veel grote kuststeden is bodemdaling een groter probleem dan de zeespiegelstijging veroorzaakt door het opwarmende klimaat. Terwijl de zeespiegel elk jaar een paar millimeter stijgt, kan de bodemdaling oplopen tot tien centimeter per jaar. Dat vertelde Gilles Erkens, aardwetenschapper bij de Universiteit Utrecht en Deltares, op het jaarlijkse congres van de European Geosciences Union in Wenen. Toen hij weer terug was in Utrecht zocht Kennislink hem op.
Waarom zinken veel kuststeden?
“Het aardoppervlak is minder onbeweeglijk dan het lijkt. Er zijn allerlei geologische processen gaande, waardoor sommige plekken omhoog gaan en andere omlaag. Maar in deze steden is de mens de oorzaak. Deze onttrekt grondwater aan de bodem om als drinkwater te gebruiken. Dat water zit in kleine holtes in de zandlagen in de grond, als in een spons. Als je het water er uit haalt kan deze zandlaag inzakken – of het water uit de omringende kleilagen neemt de holtes in, waardoor de klei juist inzakt. In de praktijk blijkt vooral dat laatste vaak het geval te zijn.”
Dus als je simpelweg stopt met grondwater winnen is het probleem al opgelost?
“In veel steden wel. Zo is Tokio is van 1900 tot 1975 ongeveer vier meter gezakt. Daarna stopte men de grondwaterwinning en hield ook de bodemdaling op. Voor de nieuwe watervoorziening legden de Japanners een stuwmeer aan in de bergen. Maar zo simpel is het natuurlijk niet altijd. Neem een stad als Jakarta, waarvan sommige delen sinds 1974 ook al vier meter gezakt zijn. Waar moeten de bewoners van die stad hun water vandaan halen als je opeens met de grondwaterwinning stopt? Het oppervlaktewater is zwaar vervuild, dus het zou uit de bergen moeten komen. Maar zie dat maar eens te regelen.”
Over hoeveel steden hebben we het eigenlijk?
“Ik kan er zo tien noemen, maar waarschijnlijk zijn het er twintig of meer. Denk bijvoorbeeld aan New Orleans, Jakarta, Tokio, Bangkok, Venetië, en Shenzen in China. Met name grote steden hebben er last van. Hoe meer mensen er wonen, hoe meer water er immers nodig is.”
Hoeveel mensen treft het dan?
“Dat is moeilijk te schatten, maar tientallen miljoenen lijkt me een redelijke aanname. En het worden er steeds meer. Er trekken namelijk steeds meer mensen vanuit de binnenlanden naar deze kuststeden, en dat heeft een dubbel effect: meer getroffenen én meer wateronttrekking.”
Wat geeft het, dat de bodem daalt?
“De steden worden gevoelig voor overstromingen, en omdat de bodemdaling vaak niet overal even sterk is kunnen gebouwen gaan verzakken of scheuren. Onderzoeksinstituut Deltares schat de kosten op miljarden euro’s per jaar.”
Ik hoor er anders zelden iets over.
“Ja, dat is inderdaad opvallend. Het probleem speelt al enkele decennia, maar veel steden beginnen nu pas onder het zeeniveau te zakken. Bovendien is men geneigd bij overstromingen of wateroverlast eerder met een beschuldigende vinger naar de zeespiegelstijging te wijzen dan aan bodemdaling te denken. Als je zelf daalt, lijkt het immers of het waterpeil stijgt.”
“Neem Jakarta, daar wordt het zeeniveau nauwlettend in de gaten gehouden, met peilschalen aan bruggen bijvoorbeeld. Maar die peilschalen zakken zelf natuurlijk gewoon met de bodem en de stad mee omlaag! De overstromingen van 2007 hebben hier overigens wel als ¨wake-up call¨ gewerkt, men is zich hier nu zeer bewust van de bodemdaling.”
Dus de zorgen om de zeespiegelstijging zijn eigenlijk nogal overdreven?
“Nee, de zorgen de zeespiegelstijging zijn terecht. Op dit moment is in veel kuststeden het effect van bodemdaling vele malen groter, maar op veel andere plekken geldt dat niet – en als de ijskappen van Groenland en Antarctica helemaal wegsmelten wordt effect van de zeespiegel juist weer groter dan dat van de bodemdaling. Alleen de ijskap van Groenland is al goed voor 6 meter extra zeewater.”
“Maar het probleem van de zinkende kuststeden is acuut, en dat het smelten van de ijskappen een groot probleem wordt kan nog wel tientallen jaren duren. Bovendien is de bodemdaling waarschijnlijk net iets makkelijker aan te pakken. Degenen die er last van hebben zijn degenen die het probleem veroorzaken, en dat is bij de klimaatverandering lastiger rechtstreeks aan te geven.”
Maar als het nou gewoon niet lukt, om ergens anders water vandaan te halen?
“Dan kan je, als je voldoende kennis hebt van de ondergrond, altijd nog zo gunstig mogelijk bouwen. Met licht materiaal, maar vooral ook op de juiste plekken. Vermijd kleiige of slappe bodems, zet je huis liever op oude, zandige rivierbeddingen.”
En wat doen jullie aan de zinkende steden?
“Wij helpen zoeken naar oplossingen. Deltares is bijvoorbeeld samen met DHV bezig aan een studie naar een alternatieve drinkwatervoorziening voor Jakarta. Een algemeen toepasbaar draaiboek bestaat echter niet, het moet echt per stad bekeken worden. En dan heb je dus eerst goede informatie nodig: Welke delen van de stad zakken het hardst, en waarom? Dat proberen wij te achterhalen, want als je dat weet, kan je pas ingrijpen.”
“We kunnen nu beter en nauwkeuriger dan ooit in beeld brengen wat er gebeurt, omdat we tegenwoordig over satellietwaarnemingen beschikken. We meten niet alleen de hoogte met laser-systemen, maar omdat de satellieten continu rondjes om de aarde draaien kunnen we ook de snelheid waarmee deze hoogte momenteel verandert bepalen. Dat soort informatie geeft inzicht in welke delen van de stad het kwetsbaarst zijn. Op dit moment proberen we ook ter plekke te meten, in de bodem, om te kijken welke lagen het zijn die het probleem veroorzaken. Kleilagen in de ondergrond zijn ongunstig, dat weten we al.”
Is de bodemdaling zelf ook een gevolg van de klimaatverandering?
“Nee, behalve misschien op de plekken waar de bodem daalt omdat het veen vergaat. Veen bestaat uit oude, nooit verteerde plantenresten. Zolang die onder water staan kan er geen zuurstof bij, maar zodra ze droog komen te staan vergaan ze alsnog. Dat zou bij warmer, droger weer wat sneller kunnen gaan.”
Zinkt de Nederlandse kust ook?
“Een stuk minder dan de eerder genoemde kuststeden, maar hier zakken delen van het binnenland juist omlaag. Ons land is in de loop der tijd eigenlijk een steeds diepere badkuip aan het worden, we leven steeds verder onder het zeeniveau. Nederland heeft wat natuurlijke bodemdaling langs de westkust, ongeveer 0,3 millimeter per jaar, maar de kustverdediging ligt stevig gefundeerd op het Pleistocene zand. Bovendien onttrekken we langs de kust nauwelijks grondwater. Er zijn wel een paar waterwingebieden, maar dat is omdat we de duinen als filter gebruiken: we brengen dus zelf ook weer nieuw water in.”
“De bodemdaling in Nederland is het grootst in Groningen, door de gaswinning, bij Almere, als na-effect van de inpoldering, en in de veengebieden. En Nederland kent dus ook zakkende steden, zoals bijvoorbeeld Gouda, Zaandam en Delft, die op een slappe bodem gebouwd zijn. Dat heeft al behoorlijk wat schade aan huizen, leidingen en infrastructuur opgeleverd.”