In mijn vorige blog vertelde ik over een experiment waarin twee groepen kleuters een grammaticale regel leerden. De ene groep kreeg uitleg over de regel en de andere groep niet. Hier lees je of die uitleg uitmaakt voor het leren van de regel.
In deze eerdere blogs beschreef ik het taalexperiment in meer detail. De kinderen die meededen leerden een minitaal met daarin een meervoudsregel. Na afloop van het leren hoorden ze zinnen uit de nieuwe taal en moesten ze daarbij het goede plaatje kiezen. Op die manier bekeken we of de kinderen de regel kenden. Terwijl ze die zinnetjes hoorden volgden we ook hun oogbewegingen. Zouden ze, terwijl het zinnetje nog bezig is, al gaan kijken naar het goede plaatje? Daarbij vroegen we ons af of het in dit leerproces uitmaakt of de kinderen uitleg kregen over deze grammaticale regel of niet.
Voorspellingen
Er zijn allerlei voorspellingen die je daarover kunt doen. Je zou verwachten dat kinderen die uitleg kregen de regel makkelijker leren dan kinderen zonder uitleg. De eerste groep geeft dan meer goede antwoorden, en kijkt ook eerder naar het goede plaatje. Maar je kan ook denken dat zulke jonge kinderen juist afgeleid raken door de uitleg. Misschien geven ze juist minder goede antwoorden en doen ze er langer over om naar het goede plaatje te kijken. Wellicht is er ook nog een derde optie: dat het niet zo veel uitmaakt of je wel of geen uitleg hebt gehad.
Lezers van mijn vorige blog hadden al die verschillende verwachtingen. Iets meer dan de helft van de lezers dacht dat kinderen die uitleg kregen eerder naar het goede plaatje zouden kijken. Dat is misschien wel het meest logisch om te verwachten. Bij volwassenen werkt uitleg van zulk soort regels vaak, dus waarom zou dat bij kleuters niet zo zijn? Verder dachten twee ongeveer even grote groepen dat de kinderen juist later zouden gaan kijken of dat het niet uitmaakte of kinderen wel of geen uitleg kregen. Een aantal mensen had geen idee wat ze konden verwachten, en dat kan ik me heel goed voorstellen. Toen we aan dit experiment begonnen wisten we het zelf namelijk ook nog niet zo goed.
Uitkomsten
De grootste groep lezers had het juist voorspeld (goed gedaan!). De kinderen in het experiment die uitleg over de regel hadden gekregen, gingen inderdaad eerder naar het goede plaatje kijken. Ze deden dat namelijk al voordat het hele zinnetje was afgelopen, vanaf het allereerste moment dat je kon weten wat het goede antwoord is. De kinderen die geen uitleg kregen, gingen ook naar het goede plaatje kijken, maar pas na afloop van het zinnetje. Op basis van deze data lijkt het dus alsof er een positief effect is van de uitleg op het leren van de regel.
Maar we volgden niet alleen de oogbewegingen van de kinderen. We keken ook of ze een goed antwoord gaven. En die resultaten zijn wat moeilijker te interpreteren. We ontdekten namelijk dat kinderen die uitleg kregen iets minder goede antwoorden gaven dan kinderen die geen uitleg ontvingen. Het verschil tussen de groepen was wel redelijk klein, het kan dus ook zomaar nog toeval zijn. Toch is het opvallend, want op het eerste gezicht lijkt het in tegenspraak met wat de oogbewegingen ons vertellen.
Vervolgonderzoek
Wat moeten we hier nu mee? Kinderen die uitleg kregen, gingen sneller naar het goede plaatje kijken. Maar we hebben niet echt bewijs om aan te nemen dat ze ook meer goede antwoorden geven op de test, na afloop. Betekent dat dat uitleg toch geen zin heeft? Of misschien wel maar is het effect slechts subtiel? Er moet dus vervolgonderzoek komen om beter te weten wat er precies gebeurt als we kleuters de taalregels uitleggen. Heb jij een idee hoe we dit verder kunnen onderzoeken? Laat het me hieronder weten!