Lymeziekte is een complexe ziekte. Hoe de ziekte van nature verloopt zonder behandeling, is eigenlijk niet goed bekend omdat, sinds de ziekte in 1981 werd ontdekt, de behandeling met antibiotica direct de regel werd en succesvol is. Daardoor is onduidelijk hoe vaak een infectie met Borrelia overgaat in een chronische ziekte. Men vermoedt dat als mensen niet zouden worden behandeld 2 tot 5 procent van hen in een chronisch stadium terecht zou komen.
Vroege lymeziekte: lokale huidinfectie
Na een tekenbeet ontstaat een rood vlekje, zoals bij de meeste insectenbeten. Als er geen besmetting met de _Borrelia_-bacterie heeft plaatsgevonden, wordt het vlekje niet groter dan 1 tot 2 centimeter en verdwijnt het binnen twee weken. Is er wel besmetting, dan wordt de plek geleidelijk groter en breidt deze zich ringvormig uit. Deze eerste uiting van de ziekte van Lyme wordt erythema migrans genoemd. Opmerkelijk is dat de helft van de mensen die een rode ring bij zichzelf ontdekt, zich niet bewust is geweest van een tekenbeet, ook omdat nog niet volgezogen teken heel erg klein zijn. De beet van een teek is over het algemeen niet pijnlijk en de teek laat na verloop van tijd vanzelf weer los. Als de rode plek steeds groter wordt – meer dan 5 centimeter – en in het centrum verbleekt, zodat een ringvormige verkleuring ontstaat, is er vrijwel zeker sprake van erythema migrans. Niet altijd verbleekt het midden van de plek en blijft de ring uit. De huidafwijking verdwijnt gewoonlijk spontaan na ongeveer vier weken, maar blijft soms ook veel langer zichtbaar. Ook kan na enige tijd eenzelfde ring op een andere plek ontstaan of kunnen zelfs meerdere ringen worden ontdekt. Dat de ring na verloop van tijd verdwijnt, wil echter niet zeggen dat de bacterie ook uit het lichaam is. In plaats van een erythema migrans kan soms ook een blauwrode zwelling van enkele centimeters groot ontstaan, meestal aan een oorlel (bij kinderen) of rond de tepelhof (bij volwassenen). Men noemt dit een Borrelia lymfocytoom en het is een goedaardige reactie van het lichaam op de ontsteking. Veel mensen die late symptomen hebben, kunnen zich geen erythema migrans herinneren.
Vroege gedissemineerde lymeziekte
Als de erythema migrans na enkele weken tot maanden spontaan is verdwenen, kan deze worden gevolgd door een infectie die zich via de bloedbaan verspreidt over het lichaam. Er is dan sprake van een gedissemineerde infectie, een over het hele lichaam uitgebreide infectie. Dat geeft in het begin een grieperig gevoel met lichte koorts, spierpijn, geringe hoofd- of nekpijn, vermoeidheid, nachtelijk zweten en gezwollen lymfeklieren. Het blijkt dat de helft van de mensen met zo’n gedissemineerde infectie niet eerder een tekenbeet of erythema migrans heeft opgemerkt. Waarschijnlijk kan een infectie dus ook optreden zonder de zo karakteristieke huidafwijking. Daardoor kan het voorkomen dat een arts bij zulke ziekteverschijnselen niet direct aan de ziekte van Lyme denkt. Bij de meerderheid gaan ook deze klachten vanzelf over en houdt men er geen restverschijnselen aan over.
De infectie kan zich vanuit de bloedbaan uitbreiden naar het zenuwstelsel. Dan spreekt men van neuroborreliose. Meestal ontstaat dan een hersenvliesontsteking (meningitis), die vaak samengaat met een ontsteking van de hersenzenuwen (neuritis cranialis) of de ruggenmergzenuwen (radiculitis). Een hersenvliesontsteking bij lymeziekte gaat gewoonlijk gepaard met relatief weinig verschijnselen. In het algemeen worden wel hoofdpijn en pijn in de nek als klachten aangegeven, maar zelden zijn er de hevige hoofdpijn, hoge koorts, sufheid of nekstijfheid zoals die wel voorkomen bij andere vormen van hersenvliesontsteking. Bij een ontsteking van de hersenzenuwen kan de zevende hersenzenuw (nervus facialis) uitvallen en ontstaat een verlamming van het gezicht waarbij één ooglid niet sluit en aan dezelfde kant de wenkbrauw en mondhoek niet kunnen worden opgetrokken. Soms is deze verlamming dubbelzijdig of zien mensen dubbel doordat een van hun oogspierzenuwen is uitgevallen. Een ontsteking van een ruggenmergzenuw veroorzaakt pijn in een arm of been of in de romp, en gaat al dan niet gepaard met krachtverlies en een doof, tintelend gevoel. Zulk veranderd gevoel is vaak de eerste uiting van een neuroborreliose. Krachtsverlies en tintelingen kunnen in beide benen tegelijkertijd optreden. Soms kunnen patiënten hun urine niet ophouden of wordt het plassen juist bemoeilijkt.
Onder de vroege verschijnselen van een gedissemineerde Borrelia-infectie behoren dikwijls ook gewrichtsontstekingen. Een deel van de mensen bij wie de bacterie niet tijdig wordt bestreden, krijgt binnen drie maanden na de tekenbeet of het erythema migrans last van de gewrichten. Dat begint gewoonlijk met een meer of minder pijnlijke zwelling van een of meer gewrichten, dikwijls de knie. De duur van de zwelling varieert van minder dan een dag tot enkele maanden. Ook hartafwijkingen komen voor bij een Borreliainfectie, maar die zijn vrij zeldzaam en uiten zich pas in een laat stadium van de ziekte. De meest voorkomende hartafwijking is een stoornis in de banen die de prikkels geleiden tussen de boezems aan de bovenkant van het hart en de kamers onderin het hart. Als de geleiding ernstig is verstoord, kan de hartslag zo traag worden dat men flauwvalt.
Late lymeziekte
Alle eerder genoemde verschijnselen kunnen een permanent karakter krijgen als uiting van een blijvende, hardnekkige infectie – het derde stadium van de ziekte van Lyme. Men spreekt van een late of chronische lymeziekte als deze meer dan een jaar aanhoudt, maar een duidelijke grens tussen het tweede en derde stadium is er niet. Acrodermatitis chronica atrophicans is een huidaandoening die wordt gerekend tot de late fase van lymeziekte en meestal voorkomt op de ledematen, vooral de benen. De huid wordt dan rood tot paars, is in het begin vaak iets verdikt en voelt warm aan. Na enkele maanden tot zelfs jaren wordt de huid zo dun als papier. Deze zogenaamde atrofie van de huid kan vele jaren na een tekenbeet of een onbehandeld erythema migrans ontstaan. Een klein deel van de mensen met late lymeziekte heeft gewrichtsontstekingen. Ook het hart en de ogen kunnen zijn aangetast als gevolg van een late lymeziekte. Chronische lymeziekte is een nare ziekte, die allerlei neurologische verschijnselen kan geven, zoals uitval of prikkelingen van zenuwen. De ziekte kan iemands kwaliteit van leven ernstig aantasten. Een behandeling met antibiotica kan wel een verdere verslechtering voorkomen, maar het effect op de reeds bestaande stoornissen is meestal minimaal of afwezig. Er is dan ook vaak blijvende invaliditeit.
Het is overigens uiterst zeldzaam dat in één persoon alle genoemde manifestaties van zowel het eerste (gelokaliseerde), het tweede (vroeg gedissemineerde) en het derde (chronische) stadium van de ziekte van Lyme achter elkaar optreden. Er zijn veel gevallen beschreven van mensen die na een reguliere en adequate antibiotische behandeling van gedissemineerde lymeziekte langdurig klachten bleven houden. Bijvoorbeeld sterke vermoeidheid, pijn in spieren en gewrichten, prikkelingen en tintelingen in ledematen en geheugen- en concentratiestoornissen. Het lijkt dat hier sprake is van een ziektebeeld dat zich ontwikkelt nadat de infectie is verdwenen, maar het is niet in alle gevallen uit te sluiten dat er toch een hardnekkige infectie aanwezig is.
Zie ook:
- Diagnostiek zegt veel, maar niet alles
- Behandeling met antibiotica
- De wanhoop nabij door aanhoudende klachten