Gezond zijn is een voorrecht dat samenvalt met huidskleur, toont het boek ‘Hoe racisme ons ziek maakt’. Gelukkig wordt er aan verbetering gewerkt, maar de weg is nog lang.
Zwarte vrouwen sterven in de Verenigde Staten tweemaal vaker tijdens of kort na de zwangerschap dan witte vrouwen. Ook het sterfterisico van zwarte baby’s is twee keer zo hoog als van witte baby’s. Dat geldt voor de VS, maar ook voor Engeland en Wales. De algehele levensverwachting voor zwarte Amerikanen is 3,6 jaar korter dan voor witte Amerikanen.
Het zijn slechts enkele van de schokkende cijfers die de basis vormen van ‘Hoe racisme ons ziek maakt’ van de Brits-Nederlandse wetenschapsjournalist Layal Liverpool, waarin zij de achtergrond van zulke raciale gezondheidsverschillen onderzoekt. We moeten het met buitenlandse cijfers doen, omdat Nederlandse statistieken zelden zijn opgesplitst naar etniciteit. Dat is onderdeel van het probleem, betoogt Liverpool, want we kunnen ongelijkheden alleen bestrijden als ze duidelijk op de radar staan. Voor nu kunnen we weinig anders dan ons spiegelen aan de VS en het Verenigd Koninkrijk.
Geadviseerde hiv-test
Liverpool laat zien dat de raciale ongelijkheid uitwaaiert in allerlei richtingen, die samen uitmonden in de genoemde gezondheidsverschillen. Dat begint bij een sterk verband tussen etniciteit en sociaal-economische omgeving. Zwarte mensen wonen in omgevingen met minder groen en meer vervuiling, met schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Liverpool voert het schrijnende voorbeeld op van Ella Kissi-Debrah, een negenjarig Engels meisje dat in 2013 stierf na een acute astma-aanval. Na haar dood werd voor het eerst een directe link gelegd met haar woonomgeving. Ella woonde op slechts dertig meter afstand van de ringweg in Zuid-Londen, en haar moeder voert sindsdien een verwoede strijd voor verbeteringen in luchtkwaliteit.
In de zorg komen zwarte patiënten verder op achterstand te staan door tal van misverstanden over vermeende biologische verschillen, vaak met een racistische achtergrond. Zo wordt nog vaak gedacht dat zwarte vrouwen een anders gevormd bekken hebben, een risicofactor tijdens bevallingen. En zwarte mensen zouden minder pijn ervaren, waardoor pijnklachten minder vaak onderkend worden. Zulke vooroordelen zijn soms zelfs geïnstitutionaliseerd. Tot 2021 was de uitslag van de eGFR-test voor nierfunctie mede afhankelijk van huidskleur, vanwege vermeende verschillen in het gewone functioneren van de nieren.
Maar ook direct racisme schaadt de gezondheid, doordat het chronische stress kan veroorzaken. Op dit vlak deelt Liverpool ook persoonlijke ervaringen. Als kind werd ze ooit zonder reden om haar huidskleur uitgescholden in Den Haag. Liverpool groeide op in Nederland in een gemengd gezin: haar beide grootmoeders komen uit Ghana, haar grootvaders uit Dominica en Libanon. Later promoveerde ze in het Engelse Cambridge. Daar adviseerde een huisarts haar zonder duidelijke aanleiding om zich op hiv te laten testen. Toen de dokter doorkreeg dat Liverpool aan een prestigieuze universiteit werkte, was dat plots niet meer nodig.
Barrières slechten
‘Waarom racisme ons ziek maakt’ is een belangrijk boek, dat zeker van pas komt voor wie denkt dat racisme iets van vroeger is. De vele persoonlijke ervaringen van zwarte patiënten tonen dat bewuste en onbewuste discriminatie nog gangbaar zijn in de zorg. Jammer is wel dat de Nederlandse vertaling behoorlijk hapert, met veel Engels aandoende zinnen en verkeerde woordkeuzes, zoals een krantencartoon die ‘stripverhaal’ wordt genoemd. Hierdoor wordt het toch taaie onderwerp geen pageturner. Maar 250 pagina’s doorlezen loont de moeite, omdat juist het totaalplaatje duidelijk maakt hoe allerlei zaken in elkaar haken.
Stemt het boek dan enkel somber? Liverpool laat ook tal van wereldverbeteraars aan het woord die barrières hopen te slechten. Zo zijn er verschillende initiatieven opgezet om genetisch onderzoek diverser te maken: een ruime meerderheid van de gegevens is nu nog afkomstig van witte Europeanen. Er gloort dus hoop aan de horizon, al is ook duidelijk dat er nog veel werk te doen is.