De redactie van Kennislink krijgt regelmatig lezersvragen. Liesbet vroeg zich af of goudvissen duizelig worden in een kom. De vraag wordt beantwoord door Peter Klaren, universitair docent aan de afdeling Organismale Dierfysiologie van de Radboud Universiteit Nijmegen.
Worden goudvissen duizelig in een ronde kom?
– Liesbet
Peter Klaren, universitair docent aan de afdeling Organismale Dierfysiologie van de Radboud Universiteit Nijmegen, geeft antwoord:
“Vissen zwemmen in een echte 3D wereld, ze kunnen letterlijk alle kanten op. Juist voor deze beesten is een goed besef van hun lichaamspositie-oriëntatie noodzakelijk. Net als zoogdieren hebben ze een binnenoor. In dat binnenoor ligt een zakje (sacculus) met daarin een gehoorsteentje of otoliet. Die otoliet rust op de haartjes van gevoelige cellen die bewegingen van het steentje (en dus van de vis) registreren.
Als ik zeg beweging bedoel ik eigenlijk versnelling. Wanneer de vis vooruitschiet blijft de otoliet even achter met zijn beweging, net zoals je in een achtbaan of versnellende auto in je stoel wordt gedrukt. Het omgekeerde gebeurt bij afremmen: de otoliet schiet door en komt in de autogordels te hangen (als-ie die zou hebben). Als dat afremmen en versnellen vaak en in verschillende richtingen gebeurt word je draaierig. Je ogen zeggen dat je stil staat, je binnenoor zegt dat je nog in beweging bent. Het is Newtons wet van traagheid in de duizelingwekkende praktijk.
Je moet je dus afvragen of de versnellingen van een vis die rondjes zwemt (en dat kunnen ze ook heel goed in een vierkante bak) zó groot zijn dat de vis er last van heeft. Ik denk het niet. De middelpuntzoekende krachten die de vis ondergaat zijn volgens mij te klein. Net zoals je van een ritje in de draaimolen niet draaierig wordt, en atleten die rondjes lopen op een 400-meter baan ook niet, kan een goudvis na een rondje door de kom nog gewoon rechtuit zwemmen.
Dat wordt anders wanneer die atleten met dezelfde snelheid rond een draaimolen lopen, dus een veel kleiner rondje maken. Hoe kleiner de straal van de cirkel waarover je beweegt, hoe sterker de centrifugale kracht en hoe meer de otoliet in het binnenoor van plaats beweegt. En dus hoe meer je je draaierig voelt. Als een vis in een heel kleine kom zou zitten, zou hij dus draaierig kunnen worden.
Het grote probleem met die vissenkom lijkt me overigens niet het rondjes zwemmen. Vaak worden die kommen teveel met water gevuld zodat er een, naar verhouding, te klein wateroppervlak is om dat grote volume water van zuurstof te voorzien. Goudvissen zijn karperachtigen, bodemdieren, en die happen het liefst de hele dag met hun grote toeterbekken in het zand.
Lekker woelen. Ik heb medelijden met de goudvisjes die boven een bodem van vrolijk gekleurde knikkers moeten leven. Doet het goed in de kantoortuin, lijkt in niks op wat die visjes leuk vinden. Doe schoon grof zand op de bodem, tik een bloempot doormidden en zet beide helften op de bodem. Wat plantjes erbij, een goedkoop zuurstofpompje en een goudvis wordt van een wegwerpartikel een huisdier waar je járen plezier van hebt.”