Wanneer en waar maakte de mens prehistorische wolven tot geliefd huisdier? Een internationale groep biologen en archeologen komt met een nieuwe hypothese: honden zijn nog voor de opkomst van de landbouw twee keer gedomesticeerd, één keer in Azië en los daarvan ook in Europa. De studie verscheen deze week in Science.
Door domesticatie veranderden wolven twee keer in honden, een keer in Azië en een keer in Europa. Dat is de nieuwe hypothese van een grote groep wetenschappers over de herkomst van onze trouwe viervoeter. Bewijs uit oeroud en modern honden-DNA en archeologische overblijfselen vertellen een nieuw verhaal over de geschiedenis van de hond als huisdier. De studie staat deze week in Science.
Tegenstrijdige reconstructies
De evolutionaire geschiedenis van de huishond – waar en wanneer het beest gedomesticeerd werd – is een controversiële ratjetoe. Archeologie en genetica vertellen verschillende verhalen. Zo is gesuggereerd dat het dier 30.000 jaar geleden voor het eerst ten tonele verscheen. Overblijfselen daarentegen wijzen duidelijk aan dat de hond in de late steentijd opdook, 15.000 jaar geleden in Europa en 12.500 jaar terug in Oost-Azië. Genetische studies op hun beurt toonden aan dat honden één keer gedomesticeerd werden, maar er is discussie over waar dat vervolgens gebeurde.
Splitsing
De onderzoekers uit onder andere het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk en Duitsland bekeken stukjes DNA van tientallen oeroude honden (14.000 – 3000 jaar oud) en het complete genoom van een 4800 jaar oude hond. Die oeroude DNA-monsters vergeleken ze met DNA-monsters van tweeënhalf duizend moderne honden.
Van elk monster werd op tienduizenden specifieke posities in het DNA gekeken welke letter daar staat. Zo krijgt elk monster een unieke genetische handtekening. Op basis van de verschillen tussen die ‘handtekeningen’ maakten de onderzoekers een evolutionaire stamboom, waarin te zien is in welke mate de verschillende DNA-monsters aan elkaar verwant zijn.
In de boom was duidelijk een genetische scheiding te zien tussen moderne Oost-Aziatische en moderne Europese honden. Het opvallende is de timing van de splitsing: die gebeurde nadat de eerste honden verschenen in Europa, wat volgens het archeologisch bewijs 15.000 jaar geleden was. Dit wijst erop dat honden onafhankelijk van elkaar zowel in Europa als Oost-Azië zijn gedomesticeerd vanuit verschillende populaties wolven.
“Dat er tot nu toe geen consensus was over waar honden zijn gedomesticeerd, komt misschien wel omdat iedereen een beetje gelijk had”, reageert onderzoeksleider Greger Larson van Oxford University in een persbericht.
DNA in de mix
Een scenario waarin honden op één plek zijn ontstaan en zich snel daarna verspreidden, acht het team onwaarschijnlijk. Er zijn nog nooit overblijfselen gevonden van honden ouder dan 8000 jaar in Eurazie, het gebied tussen Oost-Azië en Europa. Ook die observatie wijst in de richting dat er in de steentijd twee verschillende groepen honden leefden op het Euraziatische continent.
De auteurs denken dat de oosterse honden zich naar het westen verspreidden, met mensen mee. Daar aangekomen vervingen ze gedeeltelijk de oorspronkelijke populatie Europese honden. Het DNA van moderne Europese honden wijkt flink af van het DNA van prehistorische Europese honden. Waarschijnlijk is het flink op de schop gegaan toen de oosterburen arriveerden.
Herziene geschiedenis
Hannes Schroeder, universitair docent bij het Natuurhistorisch Museum van Kopenhagen en senior onderzoeker bij de Universiteit Leiden, vindt het bewijs voor deze hypothese sterk. Hij was niet betrokken bij het onderzoek, maar is gespecialiseerd in oeroud DNA.
“De kracht van deze studie is dat de onderzoekers zich baseren op meerdere datasets. Ze brengen al het bewijs bij elkaar en verenigen de verschillende theorieën in één verhaal”, aldus Schroeder. “Misschien verandert de theorie nog een beetje als er nieuwe overblijfselen opduiken, maar dan zal het gaan om een verfijning en niet om een drastische verandering.”
Is het mogelijk dat honden nog vaker dan twee keer gedomesticeerd zijn, drie of zelfs vier keer? Schroeder ziet niet in waarom niet, al zijn daar nu geen aanwijzingen voor. “Maar het zal heel moeilijk worden om dat ooit te bewijzen.”