Troep, afval, vuilnis, prullen, puin: we willen er allemaal graag van af. Maar hoe werkt dat eigenlijk in de praktijk?
Tijdens de coronacrisis gingen veel landen over de hele wereld op slot. Maar om alles draaiende te houden, kregen sommige banen ineens een superstatus. De mensen die dat werk uitvoeren kregen het stempel ‘essentieel’. Zij konden niet zomaar vanuit huis werken. Artsen en verpleegkundigen, boeren en mensen werkzaam in (super)markten. In sommige landen, ook bankiers en apothekers. En natuurlijk: de mensen die ons afval ophalen en verwerken. De coronacrisis maakt duidelijk dat er beroepen zijn die we onder normale omstandigheden voor lief nemen, maar nu minder vanzelfsprekend zijn. Als zij hun werk niet doen, dan wordt het een zootje in de ziekenhuizen, de supermarkt en op straat.
Buiten coronatijd verdwijnt ons afval als we het in een container/kliko/stortkoker plaatsen, en de manier waarop dat gaat of de mensen die dat doen zijn een beetje onzichtbaar. Als zij dit werk tijdens corona laten, blijven de gevolgen niet onzichtbaar. De stank op straat zou niet te harden zijn.
Flashback
Toen ik opgroeide in Ghana in de jaren negentig was het iets ingewikkelder dan de vuilniszak in een container gooien. Al het organisch materiaal, de fruit- en groenteschillen vooral, ging in de compost, achter in de tuin. Een laagje zand erover heen en na een paar weken (of maanden, ik weet het niet zo goed meer) was het vruchtbare grond voor de bloemen en planten. De dooie takken en bladeren van de bomen werden eens in de zoveel tijd verbrand in een open vuur. En de rest, dus vooral plastic en blik, werd in een zak gedaan en opgehaald door een privaat bedrijf. Die betaalden wij dan contant, op het moment dat het werd opgehaald. Onder de grond, in vuur en vlam, en in een zak: ons afval verdween uiteindelijk ook – het was alleen iets meer werk.
Verdwijntruc
Nu ik twintig jaar later weer in Accra, de hoofdstad van Ghana woon om onderzoek te doen, zie ik dat de meeste mensen hun afval laten ophalen. Verbranden gebeurt ook nog steeds. Maar er is nu veel minder ruimte dan in mijn kindertijd. Het aantal mensen in de stad is verdriedubbelt! Dus de manier waarop mensen omgaan met huishoudelijk afval is ook veranderd, en de effecten van de groeiende stad op afvalverwerking is zichtbaar.
Stortplaatsen raken overvol, en er wordt weleens gedumpt of verbrand op plekken waar dat niet zou moeten. In het ergste geval krijg je afvalhopen die goten verstoppen en overstromingen veroorzaken. Het is dus een hoop werk voor de stad om de stromen van afval zo soepel mogelijk te maken. Huishoudens en gezinnen zijn ermee bezig, maar ook bedrijven en de lokale overheid natuurlijk. Uiteindelijk is het iets waar we allemaal aan bijdragen, en stiekem willen we allemaal dat het gewoon…verdwijnt. Om even een concept te lenen van natuurkundigen: materie kan niet worden vernietigd of verwijderd, maar alleen worden herschikt of veranderd. Of het wordt gerecycled, gedumpt of verbrand, ons afval verdwijnt nooit helemaal.
Afvalspreuk
Op een gegeven moment zeggen wij van spullen die wij in het dagelijkse leven gebruiken: dit is afval. Het is net een spreuk. De ideeën en gedachtes erachter die bepalen wanneer wij iets vies vinden, of onbruikbaar, of waardeloos, zijn niet alleen persoonlijk maar worden gevormd door onze samenlevingen. Stel, je hebt een appel met een rotte plek. De een snijdt het plekje weg en eet de appel op, de ander vindt dat de appel verpest is en gooit het weg. Gooi jij het in een compost-bak? Met het restafval? Of ergens in de tuin? Dat hangt ook af van de infrastructuur in jouw stad, met de prioriteiten die jouw samenleving stelt rondom organisch afval.
Hoe een stad, of een samenleving, omgaat met afval zegt veel. Dat we allemaal het liefst willen dat het verdwijnt kan betekenen dat wij onze ogen sluiten voor de omstandigheden waaronder dat gebeurt. Maar een ding is zeker: magie bestaat niet. Ook al willen we nog zo graag dat afval verdwijnt, we toveren het niet zomaar weg. Misschien brengt de coronacrisis, waarin mensen met essentiële banen als verplegers en vuilnisverwerkers meer aandacht krijgen, hier wat verandering in.