Wie moet er het eerste op de operatietafel na de coronagolf? In de eerste COVID-19-golf zat ik met een groep onderzoekers om tafel om hiervoor een wiskundig model voor operaties te maken. Nu zijn we inmiddels al diep in de tweede golf beland. Helpt ons operatiemodel inmiddels al patiënten die geopereerd moeten worden?
In de eerste COVID-19 golf maakte ik met een groep onderzoekers een wiskundig model om beter te kunnen bepalen wie er nu het beste zo snel mogelijk geopereerd kon worden na de golf. De aanleiding was dat de capaciteit voor operaties opeens drastisch omlaag ging in de eerste golf, waardoor er een stuwmeer aan zorg ontstond. Duizenden mensen wachtten toen op een noodzakelijke operatie. Wij wilden antwoord geven op de vraag: wie moest er als eerst worden geopereerd. Kortom: wie had er voorrang?
Tussen droom en daad, staan wetten in de weg en praktische bezwaren – Willem Elsschot, het Huwelijk
Inmiddels zitten we al enkele maanden in de tweede COVID-19 golf, en is deze vraag nog steeds actueel. Hoe is het met ons idee gegaan? Tijd voor een update. Zijn we al zover dat we over kunnen gaan op de daad, of staan er nog praktische bezwaren in de weg?
De droom
Het model wat wij ontwikkelden is inmiddels online beschikbaar (figuur 1), en ook het manuscript met uitleg kun je inmiddels online lezen. Kort uitgelegd combineert het wiskundig model een aantal parameters over overleving en kwaliteit van leven en rekent het daarbij uit hoe urgent verschillende operaties zijn. De maat voor urgentie die het model uitrekent, is de hoeveel gezondheid (zowel in kwantiteit als in kwaliteit) die er verloren gaat door uitstel van een bepaalde operatie. Oftewel: als je niet snel opereert, dan leef je minder lang in goede gezondheid.
Wil je zo min mogelijk gezondheid verliezen, dan moet je als eerst de operaties plannen die het hoogst in de ranglijst staan. Probeer het zelf maar door op de link te klikken bij de afbeelding hieronder. Als je een aantal operaties aanklikt, bijvoorbeeld het herstellen van de aorta in een niet-academisch ziekenhuis (“AAA Surgical repair, non-academic”) en het verwijderen van borstkanker in een academisch ziekenhuis (“Breast cancer, resection, academic”), dan zie je ze verschijnen in het tabblad output. Aan de linkerkant verschijnt hoeveel gezondheid (kwaliteit én kwantiteit) verloren gaat door een maand uitstel, en aan de rechterkant hoeveel levensjaren (kwantiteit). Het herstellen van een aorta is urgenter en verschijnt dus hoger op het lijstje: er gaat meer gezondheid verloren door uitstel.
We zijn ooit begonnen met het evalueren van de operaties die vaak in het Erasmus MC worden uitgevoerd, zoals grote kankeroperaties, hartoperaties, en transplantaties. Maar om heel Nederland van deze app gebruik te laten maken, moesten we nog twee grote stappen zetten. Aan de ene kant hebben we samen met het Amsterdam UMC de schattingen voor de kwaliteit van leven verbeterd. In het Erasmus MC schatten experts bijvoorbeeld de kwaliteit van leven voor het herstel van een aorta-operatie op 70%. In Amsterdam vonden de experts het gemiddeld 69%. Dit is natuurlijk geen relevant verschil. Daardoor weten we nu dat dit onderdeel van de input van het model ‘robuust’ is: de resultaten veranderen waarschijnlijk niet veel meer veel door andere schattingen.
Ook hebben we operaties opgenomen die niet alleen in academische centra worden gedaan, maar in heel Nederland. Operaties zoals het verwijderen van keelamandelen of het implanteren van een kunstheup worden bijvoorbeeld vaker uitgevoerd in ziekenhuizen zoals het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam. In samenwerking met hen hebben we deze operaties nu toegevoegd aan het model, en de app.
De praktische bezwaren
Het moge duidelijk zijn, deze app wordt nog steeds niet in heel Nederland toegepast. Behalve wat teleurstelling, voel ik eigenlijk veel motivatie en nieuwe vragen opborrel: hoe pas je zo’n app nou het beste in de praktijk toe? Wat voor extra informatie hebben artsen nodig om beter keuzes te maken? Is het maximaliseren van gezondheid wel het beste startpunt? Tot nu toe heb ik altijd op de 23e verdieping van de hoge witte toren van het Erasmus MC gezeten om ideeën te bedenken, data te analyseren, en de resultaten op te schrijven in papers (figuur 2). Oftewel, ik zat letterlijk in mijn ‘ivoren toren’ ideeën te verzinnen over hoe (met name acute) zorg kan worden verbeterd. Maar door ons idee aan de realiteit te toetsen wordt het nóg leuker, nóg interessanter, en nóg boeiender.
Zo is er bijvoorbeeld veel weerstand van (chirurgische) specialisten om dit idee te omarmen. Zij zijn gewend om binnen hun eigen specialisme de operaties voorrang te geven: ieder chirurgisch team krijgt een aantal uren toebedeeld om te opereren, welke ze zelf indelen. Met ons nieuwe idee moet je verder kijken dan je eigen specialisme. Een niertransplantatie is bijvoorbeeld urgenter dan een hersentumor verwijderen, en dat strijkt tegen de borst van afdelingen die hierdoor minder werk hebben.
De daad
De droom begon ooit in een online meeting waarbij dokter Rob Baatenburg de Jong ons vroeg om een idee te ontwikkelen om structureler en eerlijker operaties te regelen. Inmiddels loopt dit project als een trein: steeds meer organisaties en mensen sluiten zich aan, er staat al een bruikbaar product klaar, en we moedigen artsen aan deze nu echt te gaan toepassen. Het is een heel avontuur waar ik heel veel van leer. De volgende stap is om deze strategie te gaan gebruiken in heel Nederland. Daarvoor gaan we bijvoorbeeld dit jaar de OK-planning in het Erasmus MC volgens dit model deels indelen. Of zoals veel Rotterdammers zouden zeggen: geen woorden, maar daden.