Als innovatiewetenschapper sta je normaal gesproken niet in een kerk. Maar om je onderzoek met een breed publiek te bespreken, moet je soms buiten de gebaande paden van jouw vakgebied treden.
De laatste keer dat ik in een kerk het publiek toesprak, was tijdens de herdenkingsdienst van mijn opa. Dat was emotioneel en heel persoonlijk. Maar nu sta ik hier als onderzoeker in de kerk van Grootebroek. Het voelt anders, bijna verwarrend. Hoe spreek ik het publiek op een toegankelijke manier toe over de omgang van persoonsgegevens online? Moet ik mijn toon niet aanpassen, serieuzer en minder enthousiast zijn, passend bij de ernst van de kansel waar mijn knieën tegenaan tikten? Nou heb ik de lezing niet opgenomen, maar ik kan je wel vertellen hoe ik daar terecht ben gekomen, waar ik over heb getwijfeld en wat ik ervan heb geleerd. Laten we bij het begin beginnen.
Het begon allemaal met een boekenclub
In augustus 2023 sloot ik me aan bij een online boekenclub voor onderzoekers die het internet bestuderen. Daar ontmoette ik een onderzoekster die zich, net als ik, bezighoudt met data delen. We raakten aan de praat en ontdekten dat we wel meer te bespreken hadden dan alleen het boek dat we lazen. Enkele maanden later kreeg ik een e-mail van haar. Ze vroeg me om samen een lezing in een kerk te geven over privacy en de omgang met persoonsgegevens online.
Een twijfelachtige openbare lezing
Ik begon te twijfelen of ik wel goed bezig was, want past zo’n lezing wel bij mijn rol als onderzoeker? Ik vroeg me af: wat is eigenlijk het verschil tussen preken en een lezing geven in een kerk? Tegelijkertijd is het belangrijk voor mij dat mijn werk mensen helpt en onze samenleving verbetert. Een uitnodiging om een lezing te geven was dan ook een mooie manier om mijn onderzoek naar buiten te brengen en feedback te krijgen van het publiek. Ook biedt het een kans om de maatschappelijke relevantie van mijn onderzoek te vergroten door de vragen en zorgen van de aanwezigen over het delen van persoonsgegevens online mee te nemen in het vervolg.
Kortom, ik twijfelde. Maar twijfel is niet per se slecht, als ik mijn promotor moet geloven. “Twijfel is filosofisch, spiritueel én emotioneel, een onovertrefbaar middel om te blijven leren en niet door te slaan in een bepaalde richting.” Afijn, met gezonde twijfel in mijn achterhoofd besloot ik de kansel te bestijgen om mijn eerste lezing te geven.
De lezing zelf bracht een levendige interactie met het publiek met zich mee. Een man liep rond met een microfoon zodat het publiek vragen kon stellen. De eerste vraag: “hoe kunnen we onze persoonsgegevens opvragen van een platform zoals Facebook?” Ik vertelde over de Algemene verordening persoonsgegevens van de Europese Unie, die platforms zoals Facebook verplicht om burgers op verzoek een digitale kopie van hun persoonsgegevens te verstrekken. Dit betekent dat je als burger een digitale kopie kunt aanvragen van alle digitale sporen die je hebt achtergelaten, zoals berichten op Instagram en jouw meest recente Bol.com aankoop, en dat je deze meestal ontvangt in de vorm van .zip-bestanden. Ik vertelde ook dat mijn collega’s werken aan een onderzoeksproject waarbij ze een computerprogramma ontwikkelen zodat geïnteresseerde mensen deze .zip-bestanden kunnen uploaden voor wetenschappelijk onderzoek.
“Ze hebben toch al onze persoonsgegevens?”, vroeg iemand anders. Dit antwoord wist ik niet en stelde een vraag terug, “wie is ze?” Veel handen gingen omhoog, de microfoon ging kris kras door de zaal, één voor één deelden mensen sociale media merknamen en persoonlijke gebruikersverhalen. “Wat zou jij doen als je ontdekt dat je persoonsgegevens zijn gelekt?”, vroeg ik aan het publiek.
Een bezorgde moeder deelde haar angst dat haar kind gepest wordt door gevonden kinderfoto's op haar eigen profiel. Iemand die zich eerder op de avond aan mij voorstelde met dat hij iedere ochtend de krant leest, vertelde over hoe de Verenigde Staten TikTok wil verbannen deels vanwege problemen met dataveiligheid. “Wat vind je daarvan?” Ik antwoordde dat ik daar weinig van weet, want mijn onderzoek richt zich op wat in Europa afspeelt en ik lees niet iedere dag de krant. Het zette me wel aan het denken, houd ik in mijn onderzoek wel genoeg rekening met de actualiteit?
Weer wat geleerd
Uiteindelijk viel het allemaal reuze mee. Het publiek en ik discussieerden veel, wisselden meningen uit en we leerden wat van elkaar. Het versterkte mijn overtuiging dat wetenschap niet alleen in laboratoria gebeurt, maar ook in de echte wereld, in gesprek met mensen zoals jij en ik. Door deze ervaring heb ik een nieuwe voorlopige onderzoeksvraag erbij: wat weerhoudt ons ervan om vrijgevig te zijn met het delen van onze digitale sporen, bijvoorbeeld voor wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden, als ‘ze’ het toch al hebben?
Dus, wat heb ik geleerd van dit alles? Dat twijfelen oké is en dat mijn rol binnen de wetenschap meer is dan alleen onderzoek doen. Het gaat ook om het delen van kennis, luisteren naar anderen en samen oplossingen vinden voor onze problemen. Wie weet, misschien zie je me binnenkort wel weer spreken in kerk, als onderzoeker. En wie weet ben jij er dan ook bij om samen met mij te praten over de belangrijke onderwerpen die ons allemaal aangaan. Want of je nou innovatiewetenschapper of predikant bent, wetenschap is van ons allemaal, toch?