Nu we langzaam uit de lockdown komen, vroegen we de verschillende experts uit onze coronadenktank: wat viel je op tijdens deze pandemie, en welke lessen kunnen we trekken voor de toekomst?
De coronapandemie roept vele vragen op – en het is logisch dat onderzoekers wordt gevraagd of ze een antwoord kunnen geven. Maar met nieuwe inzichten komen ook steeds weer nieuwe voorspellingen, en daarom wilden wij het anders aanpakken. We vroegen de leden van onze coronadenktank om te beschrijven hoe het virus ze op een nieuwe manier naar het heden heeft laten kijken. De belangrijkste vragen daarbij waren: wat viel je (vanuit jouw expertise) op, wat je niet eerder had verwacht? Heb je afscheid moeten nemen van bepaalde overtuigingen? En: welke lessen kunnen we trekken voor de toekomst?
Kenny Meesters, specialist in rampenmanagement
“Als het gaat om informatiemanagement verbaast het mij dat we zo reactief zijn. Dat we na zo’n tijd nog steeds moeite hebben met het bijhouden van informatie. We blijven maar met de hele groep in de crisismodus zitten. Je zou willen dat er een groep wordt vrijgemaakt die kijkt naar structurele verbeteringen voor de crisisbeheersing zelf. En dat blijft nodig, want de eerste fase van de crisis is straks misschien opgelost, maar daarmee is de crisis niet voorbij. De moeilijkheid komt nog. Als de tijdshorizon kort is voor iedereen in een team, dan kun je geen structurele verbeteringen doorvoeren en ook moeilijk proactief zijn.”
“Er wordt nu steeds gezegd: we moeten ons voorbereiden op een volgende pandemie. Maar wie zegt dat de volgende crisis een pandemie zal zijn? Het kan net zo goed een cyberaanval zijn. Virologen moeten zich vooral voorbereiden op een pandemie; cyberexperts op een cyberaanval. Maar breder bekeken is het juist een crisis omdat we het niet zien aankomen. Maar dat wil niet zeggen dat je je niet kan voorbereiden. Sommige elementen komen namelijk altijd terug. De onzekerheid, de behoefte aan informatie en besluitvormingsprocessen. “
“De vraag is hoe we ervoor zorgen dat we straks sneller goede virologen in kunnen zetten bij een pandemie en goede cyberexperts bij een cyberaanval. Omarm het feit dat je niet weet wat de volgende crisis gaat zijn, maar dat er één gaat komen. We moeten het niet langer hebben over hoe je een corona-app maakt, maar hoe we een passende app een volgende keer sneller kunnen maken. Ik wil niet zeggen dat het in deze crisis allemaal sneller had gekund, maar laten we kijken hoe we goede informatie, keuzes en aanpakken nóg beter, sneller en effectiever kunnen identificeren en uitvoeren. En: tijdens een pandemie komt iedereen in de rol terecht van crisismanager. We moeten het samen doen.”
Lees hier het interview met Kenny Meesters van 8 mei 2020
Els Broens, veterinair microbioloog
“Ongeveer driekwart van de nieuwe infectieziekten is afkomstig van dieren. Maar dit is niet de schuld van de dieren, maar van de mens. De manier waarop wij als mensen met dieren en de natuur omgaan, brengt de dieren én onszelf in gevaar. De corona-pandemie is daar een goed voorbeeld van.”
“Door de expansiedrift van de mens is er steeds vaker contact met wilde dieren, waardoor overdracht van infectieziekten van deze dieren naar mensen kan plaatsvinden. Wilde dieren worden gevangen om verschillende redenen, en zo kon SARS-CoV-2, hoogstwaarschijnlijk ontstaan in vleermuizen, via een nog onbekende tussengastheer terechtkomen bij de mens, waarna het virus zich door de talloze reisbewegingen van mensen razendsnel over de wereld heeft kunnen verspreiden.”
“Een ander recent voorbeeld van menselijk gedrag dat risico’s op insleep van nieuwe infectieziekten met zich meebrengt, is de massale aanschaf van huisdieren gedurende de lockdown. Om aan de grote vraag te kunnen voldoen, werden veel pups (illegaal) geïmporteerd vanuit Oost- en Zuid-Europa. Deze pups blijken lang niet altijd gezond en ze kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen die voor de pups zelf, maar ook voor mensen, gevaarlijk kunnen zijn.”
Amrish Baidjoe, veldepidemioloog en microbioloog
“Elke uitbraak van infectieziektes of humanitaire crisis brengt altijd veel lessen mee die we weer moeten en kunnen leren. Vaak zijn het dezelfde lessen die we daarvoor al hadden moeten leren en lijkt elk evaluatierapport op het rapport daarvoor. Ik denk dat dit voor deze pandemie niet anders zal zijn. Heel veel open deuren intrappen, nog meer wetenschappelijke consortia en minder samenwerking waar we meer nodig zullen hebben. We zullen moeten concluderen dat het succes van de aanpak volgende keer zal afhangen van hoe serieus politici en professionals de aanbevelingen gaan nemen en hoeveel investeringen er gaan meekomen met de beloftes om zaken beter te doen.”
“Wat ik heb geleerd is dat we meer moeten hebben van het ‘lead by example’. Niet alleen praten maar vooral laten zien dat zaken beter moeten en kunnen, dat we ook beslissingen moeten durven nemen op basis van onzekerheid en gebrekkige informatie. Wees niet schuw om jezelf te laten horen. Ook stilte heeft consequenties en het gaat immers om mensenlevens.”
“Dat we al jaren praten over dat het niet alleen uitmaakt hoeveel ‘publicaties’ iemand heeft, maar dat het vaak belangrijker is hoe de persoon mensen leidt, hoe ze mensen bij elkaar kunnen brengen en hoe ze soms hun eigen mening en inzicht op de achtergrond kunnen leggen. Deze pandemie was voor mij een inzicht dat we goed leiderschap niet waarderen, maar er ook niet naar zoeken.”
Lees hier het interview met Amrish Baidjoe van 9 oktober 2020
Esther-Mirjam Sent, econoom
“Alarmistische berichten over de houdbaarheid van de overheidsschuld die aanleiding waren voor de bezuinigingen na afloop van de financiële crisis, blijken grotendeels ongegrond. Een schuld tussen de 70 en 90 procent van het Bruto Binnenlands Product is volgens economische wetenschappers prima te dragen.”
“In het begin van de crisis werd een dilemma benoemd tussen economie en gezondheid. Dat bleek evenwel een schijntegenstelling. Zonder de maatregelen ten behoeve van de gezondheid zou de zorg, die kraakte onder het gewicht, nog verder onder druk zijn gezet. Daarnaast zouden de schadelijke gevolgen voor de economie verder oplopen, naarmate steeds meer werknemers ziek waren geworden. Maar nog belangrijker is het besef dat economie en gezondheid beide als middel moeten worden gezien, niet als doel. Dat is namelijk het welbevinden van mensen hier en in de rest van de wereld, nu en in de toekomst.”
“De pandemie laat zien hoe kwetsbaar we zijn als we afhankelijk zijn van de grillen van de markt en het marktdenken. Deze is volledig ingericht op het creëren van korte-termijn overdadige welvaart in plaats van gezonde buffers voor een duurzame toekomst. We hebben gezien hoe essentieel het is dat een sterke overheid onze gezondheid beschermt en economisch perspectief biedt. Tenslotte toont de pandemie de schaduwzijden van globalisering. Hoewel we moeilijk kunnen ontglobaliseren, is er wel meer aandacht voor lokale productie, duurzaamheid en eerlijkheid.”
Lees hier het interview met Esther Mirjam-Sent van 26 juni 2020
Enny Das, communicatiewetenschapper
“Er is in mijn vakgebied en in de media veel aandacht voor misinformatie. Dat is enerzijds terecht, omdat we zien dat via sociale media angsten en ongefundeerde vermoedens zich razendsnel kunnen verspreiden. Een ‘viruswappie’ met een hele aparte mening is interessanter nieuws dan de buurvrouw die zich netjes aan de regels houdt. Wat mij is opgevallen is dat in die enorme hoeveelheid verontrustende berichten die we in het afgelopen jaar over ons uitgestort hebben gekregen, de gemiddelde Nederlander het hoofd toch aardig koel heeft gehouden. We zijn bang geweest, kritisch, en boos, maar we zijn ook veerkrachtig gebleken.”
“Een wetenschappelijke theorie die mijns inziens onderbelicht is gebleven is de Terror Management Theorie. Deze theorie stelt dat mensen het feit dat ze sterfelijk zijn liefst zo snel mogelijk zien te onderdrukken, en dat doen ze door – simpel gesteld – er een laagje cultuur overheen te zetten. De pandemie heeft de dood dichterbij gebracht, maar we hebben die angst niet in de ogen gekeken. Ethische dilemma’s rondom de dood zijn tot nu toe nauwelijks geadresseerd, vragen als ‘is langer leven altijd beter?’ We hebben tot nu niet verder gekeken dan het laagje cultuur; het aantal ic-bedden, de mondkapjes, de vaccinaties.”
Lees hier met interview met Enny Das van 9 oktober 2020
Marie Rosenkrantz Lindegaard, antropoloog
“Wat mij het meest verraste was hoe goed mensen de nieuwe regels naleefden. In het begin van de pandemie moesten we allemaal wennen aan het houden van 1,5-meter afstand en het niet bijeenkomen in groepen. Na de zomer moesten we mondkapjes dragen in sommige publieke ruimtes, later in alle semipublieke ruimtes, en in de winter moesten we ons houden aan een avondklok. Uit de literatuur blijkt dat de naleving hoog is wanneer een op de drie mensen een nieuwe regel opvolgt. De daadwerkelijke naleving van de regels was veel hoger dan dat. Van de een op de andere dag veranderden mensen hun gedrag.”
“Een theorie uit de psychologie voorspelt dat we risico’s compenseren als we worden beperkt. Bijvoorbeeld, als mensen een fietshelm dragen voorspelt deze theorie dat ze sneller en vaker roekeloos fietsen, wat betekent dat een helm uiteindelijk een groter risico vormt voor hun gezondheid. Hoewel het empirische bewijs altijd zwak was, was de theorie erg invloedrijk. In het Nederlandse beleid werd dit zichtbaar door de weerstand tegen mondkapjes. Onze bevindingen laten herhaaldelijk zien dat de grondslag van deze theorie fout is. Mensen zijn geen roekeloze en egoïstische individuen, maar nemen hun verantwoordelijkheid en zijn tegelijkertijd in staat om verschillende regels na te leven.”
“Zelfs in een pandemie waar de openbare ruimte een potentieel risico vormt voor de gezondheid, zoeken mensen nog steeds contact met anderen, maar op nieuwe manieren. Mensen passen zich snel aan aan de nieuwe realiteit en bedenken sociale regels die voor hen en de huidige situatie werken. Publieke ruimtes zijn van groot belang, daarom moeten we ze zo inrichten dat mensen elkaar op een veilige manier kunnen ontmoeten.”
Lees hier het interview met Marie Rosenkrantz Lindegaard van 25 september 2020
Marc Slors, cognitiefilosoof
“Omgangsvormen zijn sneller aangepast dan ik had gedacht. Na een jaar geen handen schudden komt het veel minder voor dan ik had gedacht dat iemand in een onbewaakt ogenblik toch een hand uitsteekt. Sommige nieuwe omgangsvormen had ik ook niet voorzien. Neem zoomen (of skypen of teams gebruiken) en de etiquette die daarbij onder praktische druk ontstaat. Door elkaar heen praten is niet mogelijk als bij zoom. Wat je nu merkt is dat ook in fysieke bijeenkomsten die nu weer langzaam mogelijk worden, mensen elkaar veel beter laten uitpraten en beurtelings het woord nemen. Misschien dat dat blijft als we op regelmatige basis online zullen blijven vergaderen.”
“Van welke omgangsvorm we afscheid hebben genomen? Mensen te pas en te onpas zoenen als begroeting. De sociale druk en de angst om als niet-hartelijk of misschien zelfs onbeleefd te worden gezien wanneer je niet zoent, is weg. Je merkt duidelijk opluchting bij veel mensen dat dat zo is. Het zou me niet verbazen als de opmars van de Amerikaans ‘hug’, die het zoenen al deels aan het vervangen was, na corona versneld doorzet.”
Lees hier het interview met Marc Slors van 10 juni 2020
Peter Jan Margry, historicus en etnoloog
“Twee centrale observaties staan voorop. Ten eerste het gegeven dat een virus de wereldsamenleving min of meer op slot kan doen zetten, met nog nimmer eerder vertoonde afgedwongen persoonlijke distantiemaatregelen. Ten tweede, en dat is nog opmerkelijker: die wereld heeft dat relatief gemakkelijk kunnen opvangen. Ondanks een aantal diepingrijpende beperkingen, heeft het dagelijks leven relatief goed kunnen doorgaan. Het overgrote deel van de betrokken mensheid heeft zich in leven en werk vrij eenvoudig weten te plooien naar de nieuwe omstandigheden. De combinatie van beide aspecten, de ingrijpendheid van de maatregelen en het continueren van het (aangepaste) leven is alleen mogelijk in moderne natiestaten waarbij het internet de hoofdstructuur voor informatie-uitwisseling vormt.”
“Ondanks protesten her en der is grootschalig verzet uitgebleven. Opvallend in Nederland is dat een teruggrijpen op het geloof, gebruikelijk in existentie-bedreigende situaties, slechts heel beperkt aan de orde is geweest, een bevestiging van ’s lands seculiere karakter. Op beperkte schaal diende een ander ‘geloof’ zich daardoor wel aan, namelijk een onwrikbaar ongeloof in autoriteit en wetenschap. De existentiële dreiging stimuleerde daarbij irrationeel handelen en denken en daarmee het geloof in een ‘instinctieve’ eigen wijsheid.”
Lees hier het interview met Peter Jan Margry van 22 mei 2020
Rina Knoeff, medisch historicus
“Wat mij het afgelopen jaar heeft gefascineerd is de kracht van de geschiedenis. Ik heb medische geschiedenis gestudeerd aan Cambridge University, waarbij het idee centraal stond dat iedere historische ziekte in zijn eigen tijd moet worden begrepen. Dat is nu natuurlijk ook het geval. We kunnen nooit de middeleeuwse pest vergelijken met Covid-19, alleen al vanwege het feit dat die ziekte vóór de ontdekking van virussen en bacteriën volledig anders werd begrepen. In feite was de pest in 1500 een andere ziekte dan de pest anno 2021.”
“Maar wat alle historische epidemieën wel gemeen hebben, zijn menselijke reacties op ziekte, sterfte, risico en onzekerheid. Mensen uit het verleden waren mensen zoals jij en ik, met in grote lijnen dezelfde angsten, basisbehoeften en verlangens. Dit zorgt ervoor dat eigenlijk alles wat nu gebeurt al eens eerder is gebeurd. Daarbij gaat het niet alleen om specifieke maatregelen zoals social distancing en handen wassen, maar ook om protesten, rellen en antivaxers, én niet te vergeten om solidariteit en initiatieven om elkaar te helpen.”
“Geschiedenis is dus helemaal niet stoffig, maar super relevant voor nu. Een historische blik geeft een langetermijnperspectief op de epidemie – door ver achteruit te kijken, kunnen we paradoxaal genoeg ook in de toekomst kijken naar de sporen die de pandemie nog gaat trekken. Daarmee kunnen we de waan van de dag ontstijgen. Dat is de kracht, en ook de troost van de geschiedenis. Zo’n pandemie als Covid is eigenlijk niet uniek. Mensen die me na mediaoptredens schrijven, voelen dit haarfijn aan: ‘we staan er niet alleen voor’, die gedachte geeft mensen houvast in moeilijke tijden.”
Lees hier het interview met Rina Knoeff van 28 april 2020
Marco Varkevisser, gezondheidseconoom
“De coronapandemie stelt zorgstelsels wereldwijd nu al meer dan een jaar voor ongelofelijke uitdagingen. Dit geldt zowel voor zorgstelsels zónder marktwerking, zoals de Engelse NHS, als voor zorgstelsels mét marktwerking, zoals het onze. De veelgehoorde conclusie dat de capaciteitsproblemen waar we in Nederland mee te maken hebben gekregen een direct gevolg zijn van de door sommigen zo verfoeide marktwerking in de zorg, kan dus niet worden getrokken. Het is simpelweg onbetaalbaar, en dus zeer onverstandig, om structureel de overcapaciteit te creëren die nodig is om een extreme piekvraag probleemloos te kunnen opvangen.”
“Natuurlijk heeft de pandemie wel duidelijk gemaakt dat we ons beter kunnen voorbereiden op een eventuele nieuwe virusuitbraak. Ten eerste door betere afspraken te maken over de centrale besluitvorming ten tijde van een nationale medische crisis. Dit om ervoor te zorgen dat in ons decentraal georganiseerde zorgstelsel snelle en daadkrachtige besluitvorming mogelijk is wanneer de extreme omstandigheden daarom vragen. Ten tweede door als overheid vooraf ziekenhuizen aan te wijzen die, in de vorm van een beschikbaarheidsbijdrage, extra geld krijgen om op afroep extra capaciteit te kunnen realiseren. In het verlengde hiervan is het ook verstandig dat de overheid zorgt voor strategische voorraden van bepaalde medicijnen en beschermingsmiddelen.”
Lees hier het interview met Marco Varkevisser van 3 juli 2020
Reint Jan Renes, gedragswetenschapper
“De coronacrisis heeft laten zien dat we massaal in beweging komen als de nood echt aan de man is. In het begin – toen het nog ver weg was – deden we met z’n allen nog wat lacherig over het virus. Maar zodra de dreiging tastbaar werd door een toename in Nederlandse besmettingen en ic-opnames en de overheid de noodtoestand afriep, gingen we alsnog doen wat nodig was. Dit is opvallend, omdat de afgelopen decennia binnen de gedragswetenschappen het idee steeds manifester werd dat mensen vooral via onbewuste verleidingen en met slimme trucjes en triggers tot ander gedrag zijn aan te zetten. Deze crisis heeft echter laten zien dat mensen ook in actie komen wanneer er serieuze zorgen zijn, deze zorgen erkend worden door de overheid en er hele duidelijk instructies komen hoe te handelen.”
“Ik heb niet zozeer afscheid moeten nemen van een overtuiging als wel iets bevestigd gezien wat ik best jammer vind: we kunnen lastig omgaan met een klein beetje vrijheid. Ook al was het virus na de eerste golf nog lang niet weg, zodra de overheid een beetje ging versoepelen gingen we weer massaal op pad. Zonder externe regulering en duidelijke regels blijken mensen het lastig te vinden te doen wat nodig is.”
Lees hier het interview met Reint Jan Renes van 15 mei 2020