Een economie die niet langer draait om winst en groei. Sommige bezoekers van de tentoonstelling ‘Energy Junkies’ willen af van het kapitalisme, blijkt uit hun tekeningen. Een alternatief? “In de betekeniseconomie gaat het om de menselijke rol in het grotere geheel.”
Met grote letters staat op de tekeningen ‘minder kapitalisme’ of ‘geen kapitalisme meer’. Soms is er een dikke streep door het woord ‘kapitalisme’ gezet. Andere tekeningen zijn subtieler en laten bijvoorbeeld een gesloten bank zien of dollarbiljetten die in vlammen opgaan. Maar wat is het alternatief voor een kapitalistische samenleving? Op communisme zitten mensen toch ook niet te wachten.
Bekijk een kleine greep uit de toekomsttekeningen via onderstaande slideshow:
Dit is precies de vraag waarmee Kees Klomp, lector Betekeniseconomie aan de Hogeschool Rotterdam, zich bezighoudt. Binnen zijn leerstoel verkent hij systemische verandering, oftewel nieuw economisch denken en handelen. Economie is volgens Klomp in feite niets meer dan een setje afspraken over hoe we produceren, consumeren en distribueren. En je kunt een economie pas bestuderen als je ook naar de context kijkt waarin die actief is. “De economie is een uitvloeisel van de ideologie die in de samenleving centraal staat”, zegt hij. “Het gedachtegoed achter onze huidige economie is het kapitalisme, een economisch systeem gebaseerd op winst maken.”
Net als de tekenaars heeft Klomp er weinig mee op. “De maatschappelijke problemen die zich voordoen – niet alleen klimaatverandering, maar ook biodiversiteitsverlies, milieuverontreiniging, sociale ongelijkheid, politieke polarisatie, depressie, burn-out – zijn allemaal zaken die veroorzaakt worden door een systeem waarin de economie móét groeien.” Het kan ook anders.
Rol in het grotere geheel
Klomp verdiept zich in de betekeniseconomie, een maatschappelijke ontwikkeling die zich bewust keert tegen het groeien om het groeien en uitgaat van een nieuw opkomend gedachtegoed. “Alle andere soorten op aarde hebben een rol in een ecosysteem. Onze eigen impact is vooral destructief en negatief van aard. Door onze modernistische manier van kijken zijn we als mens volledig losgeraakt van het collectieve levensbestaan. Nu we te maken hebben met klimaatverandering, begint een groeiende groep mensen te beseffen dat de mens niet verheven is boven andere soorten en dat al het leven op aarde met elkaar samenhangt.”
In de betekeniseconomie wordt wat we produceren en doen niet langer ingegeven door de drang om te consumeren en spenderen, maar door de behoefte aan zingeving. Minder eigenbelang. Meer betekenis. Oog voor onze rol in het grotere geheel. “Een van de ecologische essenties die we kunnen leren door naar de natuur te kijken, is dat het om balans gaat en niet om groei.” Of zoals econoom Kate Raworth het omschrijft in haar boek Donuteconomie: de economie moeten een balans zoeken tussen essentiële menselijke behoeften en de grenzen van de planeet.
Twee smaken
In theorie een mooi idee, maar hoe breng je dit gedachtegoed in de praktijk? Het lijkt vaak alsof er maar twee smaken zijn. Aan de ene kant staat het kapitalisme, de vrijemarkteconomie, met het riedeltje van individuele vrijheid, blijheid. Het tegenovergestelde is het communisme of socialisme, dat niet draait om de vrije markt, maar om een staatsbestuur dat de bedrijven in bezit heeft. Volgens de Rotterdamse lector gaan we de hele tijd heen en weer tussen die twee uitersten. “Je ziet het met energie. We laten het over aan de vrije markt, totdat de energievoorziening door een oorlog in Oekraïne volledig vastloopt, waarop de staat moet ingrijpen en regels gaat stellen. Wat we vergeten, is dat er nog een derde weg is: de weg van de meent, de commons, oftewel het domein van de burger.”
Winnaar van de Nobelprijs voor de economie Elinor Ostrom toonde aan dat er wereldwijd honderdduizenden initiatieven zijn waarbij niet de staat of de markt organiseert, maar burgers zelf. Denk aan energie- en voedselcoöperaties. “Ik denk dat we voor een economische systeemverandering en een fundamenteel andere invulling van onze samenleving, waarbij we de planetaire grenzen van de planeet niet overschrijden, een veel grotere burgerbeweging nodig hebben”, zegt Klomp. “Dat zijn verenigde groepen mensen die zeggen dat ze er niet meer aan meedoen.”
Wij-ruimte
Demonstreren tegen klimaatverandering? Het is een belangrijke manier om je stem te verheffen, maar ook een tamelijk machteloze manier om actie af te dwingen, vindt Klomp. “Wat zo’n protest feitelijk uitstraalt, is dat bedrijven en overheid moeten veranderen. Je legt de macht daar neer. Ik noem dit de zij-modus: zij moeten veranderen. Een ander dominant narratief is de ik-modus: ík kan het systeem niet veranderen, alleen mezelf, door te stoppen met vliegen en vlees eten.” Beide narratieven gaan gepaard met gevoelens van machteloosheid. ‘Zij’ doen nooit wat je van ze vraagt, en tegenover elke eenling die het vliegtuig boycot, staat er tien anderen die overal heen vliegen.
“We vergeten dat er tussen de ik- en zij-ruimte een wij-ruimte zit. Je kunt groepen formuleren van vijftig, honderd, vijfhonderd gelijkgestemden om invloed mee uit te oefenen. Je haalt de macht weg bij staat en markt door zaken die we nu aan hen uitbesteden, zoals energie en mobiliteit, zelf te gaan regelen.” Het commonisme, zoals Klomp dit economisch model noemt, gaat absoluut niet het kapitalisme of socialisme vervangen. “Wel gaat het een balans creëren in de volledig doorgeslagen vrijemarkteconomie. Het commonisme is een manier om de bestaande machtsstructuren op te lossen. Machten hebben immers alleen macht als je er afhankelijk van bent.”