Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Weg met factcheckers en moderatoren

Jonge man en jonge vrouw kijken ontzet naar hun telefoon
Jonge man en jonge vrouw kijken ontzet naar hun telefoon
Freepik

Facebook en Instagram schaffen de onafhankelijke factcheckers op het platform af. Eigenaar Mark Zuckerberg wil ook de moderatieregels versoepelen. Wat betekent dat?

13 januari 2025

De afgelopen tijd zag je Mark Zuckerberg—eigenaar van internetbedrijf Meta, waar onder andere Facebook en Instagram onder vallen—veel in het nieuws (bijvoorbeeld op de NOS, de Volkskrant, en de Guardian). In een video die hij publiceerde op zijn eigen online platforms, kondigde Zuckerberg aan dat zijn bedrijf “vrije meningsuiting zal gaan herstellen”. Maar wat betekent dat concreet?

Meta werkt sinds 2016 samen met onafhankelijke factcheckers—mensen die feitelijke onjuistheden op Meta’s online platforms opsporen. In sommige gevallen is zo’n feitencheck heel klip-en-klaar, bijvoorbeeld bij een statement als “er zijn vandaag duizend migranten aangekomen in Ter Apel”. Dit is makkelijk te checken: een gevalletje van de cijfers nagaan. In sommige gevallen hebben factcheckers het moeilijker. Wat doe je bijvoorbeeld als iemand zegt “asielzoekers zorgen voor veel overlast in Nederland”?

Twee jonge vrouwen kijken geshockeerd naar hun telefoon

Zuckerberg zegt dat factcheckers te politiek links en progressief gekleurd zijn.

Freepik

Er zijn genoeg studies gedaan die laten zien dat dit, over het algemeen genomen, feitelijk onjuist is. Maar dat neemt niet weg dat er altijd een aantal asielzoekers is dat wél overlast veroorzaakt. En daarnaast: hoe definieer je overlast eigenlijk? Je ziet dat het hier al wat moeilijker wordt. Zuckerberg zegt: factcheckers zijn té politiek gemotiveerd. Dus bijvoorbeeld: als het tweede statement van hierboven als feitelijk onjuist wordt aangekaart, dan zegt Zuckerberg waarschijnlijk dat de factchecker te politiek links en progressief gekleurd is, en dat diegene rechts-conservatieve meningen censureert.

Maar Zuckerberg wil niet alleen factcheckers afschaffen, hij wil ook Meta’s moderatieregels versoepelen. Moderatoren, in het geval van Meta, zijn niet hetzelfde als factcheckers. Het bedrijf houdt vooralsnog haar moderatoren in dienst, hoewel hier ook grote veranderingen aangekondigd zijn. Moderatoren kijken niet zozeer naar feitelijke (on)juistheden, zoals de onafhankelijke factcheckers wel doen, maar sporen content op die op de platforms ‘niet oké’ is, zoals geweld, pornografie, en uitbuiting. De regels voor moderatie van dit soort content worden ook versoepeld, waardoor deze content weer vaker op je feed kan verschijnen. Ook hier geeft Zuckerberg als verantwoording hiervoor: het tegengaan van censuur.

Aan het einde van het ruim vijf minuten durende filmpje vat Zuckerberg het als volgt samen: “But the bottom line is that after years of having our content moderation work focused primarily on removing content, it is time to focus on reducing mistakes, simplifying our systems, and getting back to our roots about giving people voice”. Met andere woorden: na een jarenlang beleid van met een grote bezem door de online content gaan, wordt de bezem nu een stuk kleiner gemaakt. De grote bezem zorgde er wel voor dat hatelijke/onjuiste/schadelijke content verwijderd werd, maar zorgde er ook voor dat heel veel ‘onschuldige’ content mee het platform werd afgeveegd.

jonge man kijkt blij naar telefoon, vrouw kijkt geirriteerd

Het gesprek gaat steeds over censuur versus vrijheid van meningsuiting, maar is het niet veel complexer dan dat?

Freepik

Waar in de afgelopen jaren de focus steeds lag op de ongewenste content (“die moet weg!”), wordt de focus nu verlegd naar alle content die door dit beleid onterecht wordt verwijderd (“die moet blijven!”). Door Zuckerberg en medestanders wordt deze shift in focus geportretteerd als een manier om censuur tegen te gaan en vrijheid van meningsuiting te waarborgen.

Maar werkt het wel?

Er is in de media en in het publieke debat veel ophef over de beslissingen van Zuckerberg—terecht, wat mij betreft. Maar toch blijft er iets knagen: het gesprek gaat steeds over censuur versus vrijheid van meningsuiting. Over bescherming tégen schadelijke content versus bescherming ván vrije meningsuiting. 

Je hebt de metafoor vast al eens voorbij horen komen: “de vrijheid van mijn vuist gaat tot de vrijheid van jouw neus” (mijn vuist heeft de vrijheid om zich overal te begeven, maar jouw neus heeft diezelfde vrijheid, dus mijn vuist mag niet zo maar—pets—boven op jouw neus terecht komen). Maar wat in deze retoriek blijft knagen is het volgende: het gaat over wie mag wat zenden, en wie mag wat afkappen. Maar voelt dat niet ook een beetje simplistisch, op een bepaalde manier? Zijn onze samenlevingen (en wij mensen) niet veel complexer dan dat?

Verschillende studies hebben aangetoond dat factchecken niet zo goed werkt als gehoopt, als het aankomt op het overtuigen van mensen. Wellicht werkt factchecken wel in die zin dat feitelijke onjuistheden van platforms worden verwijderd, maar de personen die misinformatie plaatsen (en geloven) overtuig je hierdoor niet zo gauw. Ze trekken zich eerder terug in (internet)bubbels waar ze gelijkgestemden vinden. Wat er dan gebeurt is dus dat mensen met verschillende visies op de werkelijkheid elkaar steeds minder tegen komen en spreken, wat meer polarisatie in de hand kan werken.

Jonge man en vrouw kijken geshockeerd weg van hun telefoon

Bestaande overtuigingen, ideologie en kennis van mensen spelen een grote rol in hoe ontvankelijk ze zijn voor factchecking.

Freepik

Communicatiewetenschapper Nathan Walter en zijn collega’s hebben een aantal jaar geleden bijvoorbeeld een grote analyse gedaan van de bestaande literatuur over het effect van factchecken. Zij kwamen tot de conclusie dat factchecken zeker kan werken, maar ook dat er grote zorgen zijn over het effect van feitenchecks als het aankomt op het daadwerkelijk corrigeren van misinformatie. 

Wanneer iemand al een bepaalde overtuiging heeft, lijkt het lastig om misinformatie te corrigeren. Bestaande overtuigingen, ideologie en kennis van mensen spelen een grote rol in hoe ontvankelijk ze zijn voor factchecking. Factchecking lijkt voornamelijk goed te werken als de nieuwe feiten het wereldbeeld van iemand bevestigen. Wanneer nieuwe feiten iemands wereldbeeld op de kop zetten, lijken ze hier een stuk minder ontvankelijk voor.

Kleinere platforms, gerichte moderatie?

Hoe pessimistisch en bang ik ook word van de ontwikkelingen op sociale mediagebied (Zuckerberg natuurlijk, maar ook Musk, Trump), en hoe zeer ik het ook aanmoedig dat de kranten en het publieke debat de noodklok blijven luiden over de gevaren van het afschalen van factcheckers en moderatoren, toch blijft het gevoel knagen dat er een enorme kans blijft liggen. Namelijk: de kans om het te hebben over gesprekken bevorderen in plaats van ‘alleen’ over zenden en afkappen. Over het dichter bij elkaar brengen van mensen, over het creëren van begrip voor elkaar en elkaars menselijkheid.

In zijn video zegt Zuckerberg: we hebben in de afgelopen jaren complexe moderatiesystemen ontworpen om “the bad stuff” van de platforms te kunnen verwijderen. Maar, zegt ie, “the problem with complex systems is: they make mistakes”. En daar moet ik ‘m gelijk in geven. Complexe systemen maken ook fouten. Dat is onvermijdelijk wanneer één groot, complex systeem een platform als Facebook moet modereren. Een platform met wereldwijd zo’n drie miljard gebruikers, uit ontelbare plekken van de wereld, die schrijven in ontelbaar verschillende talen. Hoe kan één moderatiesysteem hier nu chocola van maken?

Jonge man en jonge vrouw geven elkaar een virtuele knuffel via een levensgrote telefoon

Ik geloof dat een beleid van kleinere platforms met persoonlijke, gerichte moderatie gesprekken kan bevorderen

Freepik

Dit is misschien een utopie, maar ik geloof dat een beleid van kleinere platforms met persoonlijke, gerichte moderatie gesprekken kan bevorderderen. Dat platformgebruikers niet tegen elkaar worden uitgespeeld, maar dat je ze juist aanmoedigt om elkaars visies en standpunten te begrijpen. Moderatoren die vragen stellen, die samenvatten, die overeenkomsten tussen standpunten proberen te vinden, die onderliggende waarden proberen te herkennen en uiteenzetten. Dát hebben we nodig. Dat iemand je vraagt: “kun je uitleggen waarom je dit gelooft?” zodat je misschien, misschién, met andersgestemden in contact blijft, in plaats van jezelf terug te trekken in je eigen bubbel.

We hoeven het niet allemaal met elkaar eens te zijn, maar het is wel belangrijk dat we in elk geval snappen waar de ander vandaan komt. Zo veel verschillen we nu ook weer niet van elkaar allemaal. Laat die factcheckers gewoon terug komen, laat de moderatoren hun werk doen. Maar misschien moet er óók worden ingezet op moderatietechnieken die het gesprek bevorderen. Alleen zo gaan we polarisatie tegen!