Techniekfilosoof Vincent Blok schreef een boek waarin hij de aarde niet neerzet als passief object, maar als actief subject. Om de wereld te redden, moeten we niet langer de natuur tegenover de mens en cultuur plaatsen, maar uitgaan van één geheel, stelt hij.
In Noorwegen brak twee jaar geleden een stuk land van zo’n 600 bij 150 meter af. Het verdween in zee, inclusief de acht huizen die erop stonden. De klimaatverandering speelde daarbij een belangrijke rol. Door de stijgende temperaturen ontdooien in noordelijke gebieden bodemlagen die voorheen bevroren waren, met aardverschuivingen als gevolg.
Voor Vincent Blok, universitair hoofddocent techniekfilosofie en verantwoord innoveren aan Wageningen University, is het voorval een voorbeeld van wat klimaatverandering ons laat ervaren: de wereld om ons heen is niet zo stabiel als we denken. Onlangs verscheen zijn boek Van wereld naar aarde. Filosofische ecologie van een bedreigde planeet. Daarin doet hij een aanzet tot een andere omgang met de aarde, waarin de aarde niet als passief object wordt gezien, maar als subject op zichzelf.
Dat is een heel andere omgang dan dat we nu gewoon zijn. Blok: “Als je in de auto zit, is de wereld een stabiele omgeving waar je doorheen rijdt. En zo is het eigenlijk altijd: de wereld vormt een vaststaande achtergrond voor de dingen die wij als mensen doen. Als je ervaart dat er sprake is van klimaatverandering – van je tuin die vanwege de hitte uitdroogt tot (beelden van) tsunami’s en bosbranden – merk je: die omgeving is helemaal niet stabiel, maar juist instabiel.”
Boemerang
Er is nu vaak nog sprake van een soort existentiële zekerheid: onze auto voor de deur, de bomen in de straat, de aangeharkte oprijlaan – die kunnen toch niet zomaar allemaal verdwijnen? “Nou, wel dus. Eerst hoefde je je nooit druk te maken over de wereld als achtergrond en kon je je richten op de dingen op de voorgrond. Je kon rustig de kinderen naar school brengen, zonder stil te staan bij het ecosysteem waar je deel van uitmaakt. Maar nu komt die achtergrond zelf naar voren. We merken dat elke vervuiling, elk plastic bekertje dat je op de grond gooit, als een boemerang bij ons terugkomt in de vorm van klimaatverandering. Daardoor ervaren we voor het eerst in een geheel te zitten waar we niet zomaar uit kunnen, een klimaat waarvan we van voor tot achter afhankelijk zijn.”
Wat moeten we daarmee? “De neiging die we nu hebben is om de vraag te stellen: hoe kunnen we die instabiele wereld weer stabiel maken? Dat is logisch, maar ik heb er twee kanttekeningen bij. De eerste is de vraag of het wel een haalbaar ideaal is om die instabiele wereld weer onder controle te krijgen. Moeten we misschien erkennen dat de mens niet langer een stabiele achtergrond heeft om zijn leven te leiden? Daarnaast is het de vraag of we als mens wel de manager van de planeet moeten willen zijn. Het idee is nu vaak: Moeder Aarde blijkt kreupel te zijn, de mens moet als haar kind nu het ecosysteem managen. Maar moeten we deze nieuwe rol van de mens wel willen?”
Wildheid toelaten
Blok zet er vraagtekens bij. “Toch zie je dat mensen bij klimaatverandering vaak meteen in een controlerende rol schieten. Bij de mensen die de crisis serieus nemen zie je grofweg twee houdingen. De ene groep kiest voor een eco-modernistische benadering, waarbij met technologie geprobeerd wordt om de boel op te lossen. Denk bijvoorbeeld aan zonnespiegels in de atmosfeer zetten om het licht van de zon te temperen. De andere groep neemt een ecologische houding aan en richt zich op consuminderen: minder plastic, geen dierlijke producten meer eten, niet meer vliegen. Door controle over zichzelf uit te oefenen, hoopt deze groep de wereld te beheersen.’”
Blok stelt juist voor om wat meer instabiliteit in ons leven toe te laten. “Daarmee bedoel ik geen destructieve benadering van: omarm de chaos, het is niet anders. Nee, ik denk aan manieren om natuur en wildheid – waar onvoorspelbaarheid inherent mee verbonden is – toe te laten in ons leven. Daarmee doorbreek je ook vaststaande tegenstellingen die nu voor problemen zorgen, zoals het idee dat de mens met zijn cultuur de tegenhanger is van de natuur. We kunnen onszelf ook zien als onderdeel van de natuur. Dan ga je van antropocentrisme, waarbij enkel van de mens wordt uitgegaan, naar ecocentrisme, waarbij je het ecosysteem als uitgangspunt neemt.”
Hybrides
Hoe doen we dat concreet? “Bijvoorbeeld door in te zetten op biomimetische technologie: technologie die een imitatie is van de natuur. Daarbij gaat het niet om de keurige wandelpaden die we op de Veluwe zien, maar om bijvoorbeeld een waterzuiveringsinstallatie die niet geheel technologisch is, maar waarbij je gebruikmaakt van een wild ecosysteem.”
Deze zogenoemde living machines zuiveren ons afvalwater, maar maken daarbij gebruik van planten en vissen. “De mens zet dan techniek in, maar is niet volledig in controle: de planten en dieren die een rol spelen in de waterzuivering gaan relaties aan met elkaar en met planten en dieren in de omgeving. En in Europa zijn er weer heel andere lokale ecosystemen die een rol gaan spelen dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten. De mens sluit met dit soort technologie niet de buitenwereld uit, zoals gebruikelijk is, maar betrekt die er juist actief bij. Zo komen menselijke technologie en natuurlijke onbeheersbaarheid samen en wordt het schema natuur-cultuur doorbroken.”
Een ander voorbeeld zijn 3D-geprinte koraalriffen. “Door de klimaatverandering sterven koraalriffen nu af. Artificiële koraalriffen kunnen dat deels tegengaan. Als je die in zee plaatst, kunnen natuurlijke koraalriffen op hun structuur groeien. Zo ontstaat een hybride: deel natuur, deel techniek.”
Speelruimte
Dat we techniek nodig hebben om de klimaatcrisis tegen te gaan, is voor Blok evident. “Met enkel consuminderen gaan we het niet redden, al is dat natuurlijk ook belangrijk om te doen. Maar we moeten ook kijken naar nieuwe relaties tussen wat we vroeger natuur noemden en vroeger cultuur noemden.”
Daarbij ontstaat speelruimte. “We zitten in een wereld waarin we de neiging hebben om te totaliseren. We zijn steeds meer gericht op eco-efficiency: we proberen om alles maar in te passen in het ecosysteem, alles co2-neutraal te laten zijn. Hoe belangrijk dat ook is, we moeten niet vergeten dat de mens ook een spelend wezen is. Op zoek gaan naar nieuwe technologieën die de natuur omarmen past daar perfect bij.”