Niemand ziet ze met het blote oog, maar toch kunnen virussen ons leven volledig in de war schoppen. Hoe kan dat? Het kleurrijke kinderboek ‘Viruswereld’ vertelt het hele verhaal van het coronavirus, van vleermuis tot vaccin.
Weet jij waar het woord ‘quarantaine’ vandaan komt? Het is afgeleid van het Venetiaanse woord voor veertig. Halverwege de 14e eeuw stierven er 75 miljoen mensen aan de pest, veroorzaakt door een bacterie in de vlooien van knaagdieren. In die tijd moesten schepen veertig dagen wachten voor ze de haven van Venetië in mochten, om uit te sluiten dat de bemanning symptomen ontwikkelde van de dodelijke pest.
Dit wetenswaardigheidje gaat weliswaar over een bacterie, maar de rest van het pas verschenen kinderboek ‘Viruswereld – over snot en superspreaders’ staat bol van de ontdekkingen en feitjes uit de wereld der virussen. Met een hoofdrol uiteraard voor het nieuwe coronavirus.
Auteur Marc ter Horst schreef de tekst, Wendy Panders maakte er komische en verhelderende illustraties bij. Je hoeft het plaatje maar te zien en je snapt wat een reproductiegetal van 2 betekent, of wat een superspreader is. Het duo maakte eerder al het kinderboek ‘Palmen op de Noordpool’ over klimaatverandering, waarvan de vertaalrechten aan tien landen zijn verkocht. Geef hen onderwerpen als aarde, natuur of klimaat en wat je krijgt is een kleurrijk, informatief boek met luchtige vertellingen over toch best ingewikkelde onderwerpen.
Detective
Auteur Marc ter Horst raakte in het voorjaar van 2020, in de eerste lockdown, in de ban van pandemieën en microscopisch kleine ziekteverwekkers. Afgestudeerd in de literatuur heeft hij bepaald geen (bio)medische achtergrond, maar zijn uitgebreide onderzoek naar virussen, en hoe die soms overspringen van dier op mens, doet daar geen afbreuk aan. Op de virologische juistheid is niks aan te merken, daarvoor zorgde ook Nederlands bekendste viroloog Marion Koopmans. Zij las de tekst na en schreef het voorwoord.
Even over de cover, in de kleur van snot vol antistoffen tegen indringers. Die heeft een grappig detail. De vorm van de verschillende virusdeeltjes kun je ‘voelen’. Laat je vingers eroverheen glijden en je voelt de uitsteeksels van een coronavirus of de lange sliert van het ebolavirus.
‘Viruswereld’ is een informatief boek dat antwoord geeft op alle voor de hand liggende vragen over virussen, maar dan wel verpakt in historische verhalen en avonturen. Elk van de zes hoofdstukken begint met een virusverhaal, over SARS, hiv, ebola of mazelen, opgeschreven als een detective. In 2003 bijvoorbeeld, duiken er in Singapore en Toronto ineens patiënten op met klachten die wijzen op een longontsteking. Maar bestaande medicijnen werken niet. Een nieuwe ziekte! Als in een whodunit-film gaat Ter Horst de sporen na om de bron te ontmaskeren: in dit geval het SARS-virus.
Ook voor volwassenen
Zo nu en dan is het best een pittig boek voor kinderen vanaf tien jaar. Er komen woorden in voor als aerosolen, immuniteit, incubatietijd en ACE2-receptor. En als Ter Horst schrijft dat mensen rond 1900 gemiddeld 31 jaar werden, vanwege hoge kindersterfte, krijgt de lezer daar verder geen uitleg bij. Die moet zelf inzien dat mensen, eenmaal het gevaarlijke stadium van de kindertijd voorbij, wel degelijk een stuk ouder werden dan 31.
Zoals dat vaak gaat met informatieve kinderboeken, kunnen volwassenen er ook wat van opsteken. Neem die nieuwe coronavarianten waar je continu over hoort, die besmettelijker zijn en zich sneller verspreiden. Je weet wel, die Britse, Braziliaanse, Indiase of Zuid-Afrikaanse variant. Het virus muteert en muteert en wordt steeds gevaarlijker. Maar er kunnen ook varianten ontstaan die ons minder ziek maken, stipt Ter Horst aan. Voor het virus is dat handig om zich te verspreiden. Een besmet iemand die minder ziek is, loopt langer met zijn snotneus rond. Zo kan hij meer mensen besmetten dan wanneer hij benauwd op bed ligt. Misschien blijven we na de crisis zitten met juist die mildere varianten, net zoals we nu de ‘gewone’ verkoudheidsvirussen hebben.
Zoals verwacht gaat dit boek vooral over de biomedische en epidemiologische kijk op virussen, met uitleg over ons afweersysteem, immuniteit, vaccins en kopieerfouten in het RNA. Maar er zijn ook vertelsels over historische epidemieën, waarschuwingen over het gevaar van nepnieuws, en links tussen virusuitbraken, klimaatverandering en onze moderne manier van leven (vliegen, vlees eten, bomen kappen). Fijn om het blikveld wat te verbreden. Zo krijgt de jonge lezer op het einde nog een belangrijk inzicht mee: leven in een viruswereld hebben we, als het aankomt op epidemieën voorkomen, voor een deel zelf in de hand.