Duurzaam reisgedrag kun je niet stimuleren zonder écht te luisteren naar de afwegingen die mensen maken bij hun keuze voor een vervoermiddel. En daar schort het nu nog regelmatig aan, stelt gedragswetenschapper Reint Jan Renes.
De gedragswetenschapper verwelkomt mij op een zonnige donderdagmiddag in zijn moderne, knusse woning in het centrum van Amersfoort. Nu de samenleving weer open is, heeft de lector Psychologie voor een Duurzame Stad (Hogeschool van Amsterdam) meer tijd voor interviews. We zitten aan een lange tafel in de open woonruimte met een kop koffie, net vers gezet. Op het eerste gezicht lijkt dit op een gezellige visite, zorgeloos koffieleuten. Maar ondertussen staat voor sommigen de wereld in brand. Renes: “Ik ken collega’s die zich van moedeloosheid over het klimaat vastketenen aan gebouwen. Ik begrijp dat.” Er heerst volgens hem veel onbegrip aan alle kanten van het klimaatvraagstuk. “We hebben meer luisterambtenaren nodig.” Vandaag probeer ik zo’n luisterambtenaar te zijn.
Oppervlakkige oplossingen
Het mobiliteitsvraagstuk in het ArenA-gebied staat symbool voor een transitie waarin we met de gehele samenleving in zitten, vertelt hij. Hoe kunnen we bezoekers van dit gebied stimuleren duurzamer te reizen? “In die transitie is mobiliteit een groot thema, net zoals anders wonen of eten. Sommigen hebben grote moeite met die transitie. Dat betekent dat je als overheid radicaal inclusief moet zijn, wil je zoveel mogelijk stemmen mee hebben. Waarom willen mensen niet uit de auto, of blijven ze vlees eten?” Daarom dient er goed geluisterd te worden.
Luisteren. Het klinkt zo banaal. En toch ligt volgens de lector hier deels de sleutel. Beleidsmakers denken in oplossingen, ziet hij: maak dit goedkoper, of dat duurder, om maar wat te noemen. In het ArenA-gebied kun je denken aan parkeerkosten verhogen, het terrein moeilijker toegankelijk maken voor auto’s. Maar volgens Renes zijn dit oppervlakkige oplossingen. Om het écht anders te doen , is een andere benadering van duurzaamheid nodig.
Renes: “Willen we duurzaam reisgedrag écht stimuleren, dan zijn deze maatregelen een begin. Maar echte verandering komt vanuit een intrinsieke motivatie. Als mensen zijn we sociale, complexe wezens. Dat moeten we niet vergeten, want daarmee kom je op interessante sociale waardes en oplossingen. En daarom moeten we met oprechte interesse open en zonder oordeel luisteren.” De gemiddelde autogebruiker die wel eens in de omgeving komt, voelt de hoge parkeerkosten weliswaar in de portemonnee, maar daarmee krijg je hem dus nog niet uit de auto. Hij wordt waarschijnlijk alleen maar boos. Hij moet de waarde erachter onderschrijven.
Gedeeld verhaal
Daarom is het belangrijk om ook de meer sociale ideeën van reizigers te bevragen. Wat zijn hun waarden en normen? Zo maak je mensen ook eigenaar van het vraagstuk, in plaats van dat ze alleen maar het gevoel hebben dat ze meer moeten betalen. Maar dat is uiteraard makkelijker gezegd dan gedaan.
Renes: “Wat je kunt doen, is mensen uitnodigen om mee te schrijven aan het verhaal. Een gedeeld verhaal creëren. Daarom is het waardevol te weten welke uitdagingen er zowel op fysiek als sociaal niveau liggen.” De gedragswetenschapper geeft aan dat mensen doorgaans liever onderdeel van de oplossing willen zijn dan de oorzaak van een probleem. Wanneer beleid over de hoofden van de burger wordt uitgevoerd, zorgt dat voor wrijving. Daarom is het belangrijk mensen te betrekken bij de organisatie van beleid. Een gedeeld verhaal dus. Maar makkelijk is dat niet, want verhalen hebben vaak meerdere stemmen of rollen, die elkaar kunnen tegenspreken. “Neem het mondkapje: op een gegeven moment leek het toch echt de sociale norm te zijn om dat ding te dragen in supermarkten of het openbaar vervoer. En tóch riep dat altijd ook veel wrevel op bij een deel van de Nederlanders.” Daar kun je dan wel boos op reageren, maar dan luister je misschien niet goed. “Wanneer mensen de norm gaan uitdagen, wordt het juist interessant. Welke beweegredenen zitten daar achter? Kan je dat nog in een verhaal krijgen?”
“In het ArenA-gebied hoop je dat de norm wordt: laat die auto nou eens staan. Hier proberen we zo veel als mogelijk voor duurzame oplossingen te kiezen. Maar ook daar zal die norm worden uitgedaagd. Ook omdat mensen in zichzelf al tegenstrijdig zijn.” Renes vertelt dat de meesten wel weten dat met de auto rijden niet gunstig is voor het klimaat, maar we doen het toch. Waarom is dat? Misschien omdat die auto belangrijk is voor iets anders, bijvoorbeeld voor status. Volgens de gedragswetenschapper is de vraag dan: hoe krijg je ook dat soort overwegingen in het verhaal over duurzaamheid wat we bij het ArenAgebied willen vertellen? Wat betekent dit voor beleid en communicatie? Renes: “We leren door wrijving en ongemak. Welke andere normen zitten er onder een vorm van gedrag? Wordt er misschien iets over het hoofd gezien? Als dat zo is, kan je wel met allerlei duurzame alternatieven komen, maar dat werkt dan uiteindelijk toch niet.”
Luisteren zonder oordeel
Ik herken dat. Ik zie het probleem en toch blijf ik de auto in de ArenA-omgeving gebruiken. Een van de hoofdredenen is om mijn werk te kunnen doen. Ik wil mobiel zijn en makkelijk in contact komen met mensen die mij hun verhalen vertellen. Zo kan ik hun ideeën met de wereld delen. Staat mijn passie om deze verhalen te vertellen hoger dan mijn zorgen om mijn ecologische voetafdruk? Kan ik ze überhaupt wel vergelijken of valt het een samen met het ander?
Terwijl de gedachtentrein het overneemt, brengt de wetenschapper mij terug naar zijn verhaal. “Dat zie je ook vaak in relaties”, stelt hij. “Het onbevooroordeeld luisteren is waar het bij sommige koppels misgaat. Er wordt weinig naar elkaar geluisterd zonder een oplossing of oordeel. ‘Laat mij nou even wat zeggen, schat! Je luistert ook nóóit!’”
Volgens de gedragswetenschapper is de reden van mijn autogebruik en het botsende gevoel wellicht te vinden in mijn persoonlijke waardes. Renes: “Wat maakt dat die auto voor jou de norm is?” Ik moet hier spontaan denken aan een van de geïnterviewden de afgelopen periode. Gerco, achter in de veertig, ondernemer in de duurzame energietransitie, is als voetballiefhebber een hardcore autorijder die regelmatig de ArenA bezoekt. Een van de reden voor hem om de auto te blijven rijden is vanwege zijn jonge kinderen die op de Veluwe wonen. Renes: “Ik snap dat als vader. Als je je kinderen anders niet kan zien, is de keuze zo gemaakt. Vanuit een ander perspectief, kan ik dat wel jammer vinden voor die duurzame mobiliteitstransitie.” Hoe meer mensen ik spreek, hoe meer ik merk hoe gepolariseerd het thema is, vaak al in het eerste gesprek – zoals met Gerco. Voor hem was het simpel: ‘Mij krijgen ze niet uit de auto’.
Waardevol ov
Renes: “Voor beleidsmakers is het de uitdaging om radicaal inclusief te zijn. Je zou bij elke nieuwe maatregel moeten denken: wie sluit ik hier mogelijk uit? Als je denkt in snelle oplossingen, zoals parkeerkosten verhogen, sluit je altijd mensen uit. Bijvoorbeeld mensen met een handicap, die moeilijk gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.” Zo zie je dat dat ‘openbare’ vervoer helemaal niet zo collectief is als we denken. Daar kunnen we volgens de gedragswetenschapper dan wel weer alternatieven voor bedenken, bijvoorbeeld apart duurzaam openbaar vervoer regelen. “Wat je dan doet, is zeggen: wij staan ervoor dat openbaar vervoer de norm wordt, ook al moeten we uitzonderingen maken. Zo wordt het iets dat breed als waardevol wordt gedragen.”
Daarmee krijg je een fervente autogebruiker zoals Gerco natuurlijk nog niet meteen uit de auto. Wel creëren we zo samen een norm, die op den duur misschien ook iemand zoals hij aanspreekt. Het ov is geen tweederangs vervoersmiddel, maar het is belangrijk iedereen deze visie te laten ervaren. Renes: “Ook met groepen die dat niet inzien, ga je in gesprek. Wat maakt het ongemakkelijk om met het openbaar vervoer te reizen, of vanzelfsprekend om met de auto te reizen? Maak het ov in ieder geval waardevol, laat bijvoorbeeld zien dat het bijdraagt aan een betere wereld voor onze kinderen. Maak mensen verantwoordelijk. En draag dat dan ook uit, bijvoorbeeld als ArenA-gebied.”
Moreel vervreemden
Een tijdsintensief proces, zoals ik al leerde uit mijn gesprekken met verschillende bezoekers van het ArenA-gebied. Volgens de gedragswetenschapper is het daarom maatwerk. “Luisteren is een ambacht, zeg ik vaak. Het is niet iets wat je met een trucje doet.”
De schoen wringt voor hem vooral aan de overlegtafels: weinig mensen willen echt eigenaar zijn van het vraagstuk, aldus Renes. “Je ziet dat grote partijen de klimaatdoelstellingen vooropstellen, maar toch voelt het niet helemaal als hun kernopdracht. Dan wordt er besloten om toch even een communicatie- campagne ofzo te doen. Dan denk ik: Nee, je moet hier van begin tot eind mee aan willen ontwerpen. Er bovenop zitten.”
Terwijl ik mijn laatste, inmiddels koude slok koffie opdrink, vraag ik me af hoe het komt dat er mensen zijn die zo betrokken zijn bij klimaatverandering, terwijl anderen argeloos door het leven gaan. We leven één uniek leven, maar wel samen op één planeet. Renes: “Stel, je komt thuis en je ziet dat boven je badkuip overstroomt. Dan draai je direct de kraan dicht. Je gaat niet eerst rustig op de bank liggen, van ‘dat komt straks wel’. Doe je het niet, dan moet jij de boel dweilen. Het is jouw verantwoordelijkheid. Maar het gekke is, wanneer Zuid-Limburg overstroomt, vindt iedereen dat harstikke erg. Maar niemand ziet dat als een eigen verantwoordelijkheid.”
Hier zit de uitdaging voor dit vraagstuk, maar ook de kansen. Reint Jan: “Iets krijgt pas betekenis als het je zelf raakt, of iemand met wie je waardevolle relatie hebt. Mensen kunnen zich vaak makkelijk moreel van iets vervreemden. Daarom: laat mensen eigenaar worden van het klimaatvraagstuk. Maar daarvoor moet er eerst een relatie zijn en verdienen mensen het dat er oprecht naar hun zorgen wordt geluisterd. Daarom hebben meer luisterambtenaren nodig.”