Naar de content

‘We gaan onze nieuwsgierigheid achterna’

Even tot leven: Patricia Dankers

Annabel Adema voor NEMO Kennislink

Groots bouwen met de kleinste onderdelen. Wetenschappers bewegen moleculen richting leven. Maar wat beweegt hen? Deze aflevering: Patricia Dankers.

9 december 2024

Het had niet veel gescheeld of deze aflevering van Even tot Leven was nooit verschenen. Patricia Dankers, hoogleraar biomedische materialen en chemie, wilde in eerste instantie nee zeggen tegen het interview. “Ik vind het best leuk om in de schijnwerpers te staan, maar alles wat ik ga vertellen voelt niet als mijn eigen verdienste”, legt ze uit. Het waren altijd de mensen om haar heen die Dankers inspireerden en stimuleerden. Vroeger haar ouders, gedurende haar carrière alle collega’s, en nu haar gezin. “Weet je”, zegt ze, “in mijn eentje bereik ik helemaal niks.” Uiteindelijk besloot de hoogleraar zich toch te laten interviewen. “Het is een kans om juist eens deze kant van het verhaal te vertellen.”

Nieuwe kennis

Dankers is een kleurrijk persoon, zowel letterlijk als figuurlijk. Ze gaat altijd in dezelfde kleur gekleed, vandaag is ze in het groen. Achter haar staat een boekenkast met een rij proefschriften erin. Ze staan op kleur gesorteerd. De vlag van de hoogleraar hangt er ook nog eens vrolijk bij vandaag. “Het is een goede dag”, zegt ze. “De mannen van UPyTher waren net op bezoek.” UPyTher (klinkt als: jupiter), is een van de spin-offbedrijven die is voortgekomen uit de onderzoeksgroep van Dankers. “Ze ontwikkelen daar een materiaal waarmee je kankermedicatie kunt afgeven op een specifieke plek in het lichaam. De buikholte om precies te zijn, om uitgezaaide tumoren aan te pakken. We hebben net de komende stappen besproken zodat we uiteindelijk met het materiaal richting de patiënt te kunnen gaan.”

Ik dacht als kind dat iedereen slimmer was dan ik

Start-ups zoals UPyTher geven Dankers de mogelijkheid om te werken aan specifieke toepassingen voor de praktijk. “Als je patiënten op een directe manier wil helpen, moet je dat via een bedrijf doen”, legt de wetenschapper uit. “Dan kun je de benodigde ontwikkelingsstappen heel gericht uitvoeren.” Op de Technische Universiteit Eindhoven doet de hoogleraar met haar groep fundamenteel onderzoek. Dat gaat er heel anders aan toe. “Zulk onderzoek moet met no strings attached. We gaan onze nieuwsgierigheid achterna, doen ontdekkingen, bouwen iets nieuws. Er hoeven niet direct nuttige materialen uit te komen, zolang het maar kennis oplevert.”

Technisch lego

Dankers past haar chemievaardigheden toe in de biomedische technologie, met een focus op regeneratieve geneeskunde. Dit vakgebied houdt zich bezig met het laten groeien van weefsels en organen. “De moleculen die wij maken, kun je vergelijken met legoblokjes. Met dezelfde groep legoblokjes kun je een brandweerauto bouwen, maar ook een huis of een tijger. De manier waarop je de blokjes combineert, bepaalt welke functie het bouwwerk krijgt.” Dankers’ onderzoeksgroep maakt synthetische materialen met een biomedische functie. Dat gaat verder dan bouwen met moleculen alleen. “Vergelijk het met technisch lego. Wij brengen onze bouwwerken ook in beweging.”

Haar grootste droom? “Ik wil met onze bouwstenen een extracellulaire matrix in elkaar zetten”, zegt Dankers vastberaden. In het lichaam is dat de gel-achtige structuur die cellen bij elkaar houdt en weefsels stevigheid biedt. Via allerlei mechanische en chemische processen communiceert de extracellulaire matrix met de cellen. Buiten het lichaam gebruiken onderzoekers vaak Matrigel om cellen in te laten groeien. Dit commercieel verkrijgbare matrix-achtige materiaal wordt uit tumoren gehaald die in muizen zijn gegroeid. “Heel veel onderzoekers kweken daar cellen in, maar je kunt het nooit gebruiken voor een patiënt. Ons doel is om een synthetische analoog van deze matrix te maken, met bouwstenen die het materiaal vergelijkbare eigenschappen geven. En we willen er trucjes mee kunnen doen. De matrix geeft bijvoorbeeld een signaal aan de cel door, waarna die verandert in een specifiek celtype, zoals een niercel. Er komt heel veel bij kijken, het is technisch lego voor gevorderden.”

Rolmodel

De wens om iets voor een patiënt te kunnen betekenen, zat er al vroeg in bij Dankers. Op de middelbare school kreeg de jonge Patricia de kans om het lab van een patholoog anatoom te bezoeken. “Ik bekeek er tientallen weefselmonsters en gebruikte de informatie voor mijn profielwerkstuk. Het menselijk lichaam fascineerde me. Hoe zit het in elkaar? Kun je het ook weer herstellen?” Ze wilde geneeskunde studeren, maar werd uitgeloot. Het werd scheikunde, haar beste vak op school. Het moleculaire greep al snel haar volle aandacht. “Ik hou ervan hoe zwart-wit de chemie is. Reacties, analyses, berekeningen; het is allemaal heel systematisch. En je kunt dingen maken als chemicus, ook op medisch vlak.”

Dankers liet zich gedurende haar carrière inspireren door de mensen om haar heen, bijvoorbeeld organisch chemicus Bert Meijer, bij wie ze haar promotieonderzoek deed. “Ik was gegrepen door hoe hij zijn groep leidt. Hij zorgt er altijd voor dat een onderzoeker het beste uit zichzelf kan halen.” Tussen 2008 en 2017 klom Dankers in Eindhoven de carrièreladder op richting het hoogleraarschap. Inmiddels werken zij en Meijer geregeld samen. Dat er inmiddels ook ‘prof.’ voor Dankers’ naam staat, verbaast haar nog steeds. “Dan denk ik: zit ik echt hier? Luisteren mensen naar mij? Ben ik de persoon die een visie moet neerzetten?” Soms voelt ze zich weer even de Patricia van vroeger, maar dat meisje is ze allang niet meer. “Mensen die mij nu kennen geloven het vaak niet, maar als kind was ik heel verlegen. Ik dacht dat iedereen slimmer was dan ik.” Inmiddels heeft ze aardig door wat ze bereikt heeft. “Ik ben een doorzetter en heb heel hard gewerkt. Daar ben ik best trots op.”

Annabel Adema voor NEMO Kennislink

Zoals Bert Meijer een rolmodel voor haar was en is, zo is Dankers nu een voorbeeld voor anderen. “Ik heb een start-up, VivArt-X, met Dan Jing Wu. We werken aan materialen voor borstreconstructie na borstkanker. Wu vertelde me dat ze als student mijn onderzoek bekeek en vond dat ik mijn werk zo prettig deed. Ze besloot dat ze in mijn groep onderzoeker wilde worden. Dat vind ik heel bijzonder.”

Midlifecrisis

Jarenlang werkte ze naar dat ene doel: een onderzoeksgroep leiden. Die missie is geslaagd, maar Dankers heeft nog een kleine 25 jaar te gaan voor haar pensioen. Wat nu? “Over dat soort vragen denk ik de laatste tijd veel na. Wat doe ik eigenlijk het liefst? Wat wil ik voor de toekomst?” Op de vraag of het misschien tijd is om te kiezen tussen het fundamentele onderzoek en de patiënt, heeft de hoogleraar direct haar antwoord klaar. “Nee. Ik wil het ene niet loslaten ten koste van het andere. Dat kan ik nog niet.” Dankers is trots op hoe ze de boel weet te combineren. “Wat we als groep hebben opgebouwd is bijzonder. De manier waarop dat zo gegroeid is, kan alleen met elkaar. Of het onderzoek nu fundamenteel is of dat we er patiënten mee helpen, we doen het samen.”

Over samen doen gesproken, ook haar gezin is een grote steun voor Dankers. “Mijn man heeft de afgelopen jaren het huishouden gerund, zodat ik ongelimiteerd aan mijn carrière kon werken.” Dat werkte al die tijd goed, maar Dankers merkt dat ze op een kantelpunt staat. Ze wil de balans veranderen, haar werk gerichter doen en vaker nee zeggen. De hoogleraar grapt dat ze misschien wel in een midlifecrisis zit. “Ik ga zometeen om 17 uur naar huis. Een paar jaar geleden had ik dat nooit gedaan. Ik werkte standaard tot 19 uur.” Ze vraagt zich soms af of ze spijt heeft dat ze altijd zo op haar loopbaan gefocust was. “Maar nee, dat is niet zo. Ik merk alleen wel dat ik mijn tijd nu anders wil indelen, met meer tijd voor mijn gezin, mijn ouders en mezelf.”

Met haar man en twee zoons woont Dankers in een oude boerderij. Bijna dagelijks is ze in haar moestuin en bloementuin te vinden. “Elke week maak ik wel een kleurrijk bloemstuk of een winters tafereeltje. Mijn man lacht me altijd uit. Dan vraagt hij wat voor tak ik nou weer in de kamer heb gehangen.” Ze lacht. “De tuin is mijn uitlaatklep. Die mannen doen het er maar mee, haha.”