Naar de content

Waterkwaliteit sterk verbeterd, nu de beestjes nog

Een modderkruiper in het water die recht in de camera kijkt.
Een modderkruiper in het water die recht in de camera kijkt.
Ravon

Nederlandse heeft ongekend grote stappen gemaakt in de verbetering van de waterkwaliteit. Maar de ecologische kwaliteit blijft achter. Planten en beestje komen niet zo snel terug als gehoopt. Een mooi overzichtswerk over de wereld van het water verscheen onlangs onder de titel Aquatische Ecologie van de hand van bioloog Henk Hoogenboom.

5 december 2014

Voor de aan de Zaan geboren en inmiddels aan de Hollandse IJssel wonende bioloog Henk Hoogenboom is de materie van aquatische ecologie niet echt nieuw, vertelt de auteur in een telefonische toelichting op zijn nieuwe standaardwerk Aquatische Ecologie. Functioneren en beheren van zoete en brakke aquatische ecosystemen. Hoogenboom was jaren voorzitter van de landelijke Werkgroep Ecologisch Waterbeheer. In die werkgroep is een waaier aan organisaties vertegenwoordigd die met de waterkwaliteit in Nederland bezig zijn, zoals universiteiten, waterschappen en overheden.

Het had een bescheiden boek van 100 pagina’s moeten worden, een klus die in één jaar geklaard had moeten zijn. Het werden uiteindelijk 418 pagina’s waaraan Hoogenboom vier jaar werkte.

Waterwetenschap

Verschillende takken van wetenschap houden zich met water bezig. De hydrologie is de studie van de beweging van (grond-)water, milieuchemie en toxicologie dekken de problematiek van de waterkwaliteit en, hoofdonderwerp van deze publicatie, de jongste waterwetenschap van de aquatische ecologie bestudeert de levensgemeenschappen. Vanzelfsprekend hangen al deze vakgebieden met elkaar samen en is bijvoorbeeld de ecologie sterk afhankelijk van de waterkwaliteit.

Al deze takken van de waterwetenschap krijgen aandacht in dit standaardwerk, dat rijk geïllustreerd is met zowel grafieken en schema’s als natuurfoto’s van waterdieren en -planten en landschappen. De toegankelijke schrijfstijl en keuze van de afbeeldingen maakt duidelijk dat er een betrokken auteur aan het werk is geweest met veel liefde voor de natuur.

Vertragingseffect

“Op het terrein van de waterkwaliteit betreft heeft Nederland zich de afgelopen decennia erg ingespannen”, zegt Hoogenboom. “Inmiddels is al veel bereikt om de zoete en brakke wateren schoon te krijgen.” Toch ziet Hoogenboom, die ook als biologieleraar in het middelbaar onderwijs werkt, de verbeterde waterkwaliteit nog niet weerspiegeld in een rijker dieren- en plantenleven. “We zijn er nog helemaal niet doordat er sprake is van een vertragingseffect. Op misschien drie plekjes in Nederland zien we of zijn we op weg naar de gewenste ecologische kwaliteit, zoals bijvoorbeeld het veengebied Terra Nova.”

Maandag-wasdag

Die verbetering van de waterkwaliteit van beken, rivieren, plassen en kanalen, zowel brak als zoet, heeft vooral betrekking op een drastische vermindering van de fosfaat- en stikstofgehaltes. “Beelden van rivieren met metershoog schuim op maandag – voor veel huisvrouwen in die tijd de vaste ‘wasdag’ – kun je je nu niet meer indenken”, vertelt Hoogenboom, die in zijn boekwerk een foto van dit bijzondere fenomeen opnam. Maar ook concentraties van toxische stoffen zoals PCB’s, berucht vanwege hun hormoonverstorende effect op waterdiertjes, verminderden sterk.

Een modderkruiper in het water die recht in de camera kijkt.

De grote modderkruiper is nu zeldzaam en beschermd. 20 procent van alle zoetwatersoorten raakten de afgelopen decennia met uitsterven bedreigd.

Ravon

Europese wetgeving belangrijk

“De grote inspanningen van Nederland voor een betere waterkwaliteit zijn het gevolg van Europese wetgeving”, aldus Hoogenboom. “De Kaderrichtlijn Water bepaalt dat alle EU-landen eind 2015 moeten voldoen aan voorgeschreven normen voor waterkwaliteit. Als we niet aan de Europese wetgeving voldoen, moet Nederland hoge boetes gaan betalen. Nederland heeft inmiddels uitstel aangevraagd omdat we de normen van 2015 waarschijnlijk niet gaan halen. De regering moet dan wel met een overtuigend verhaal komen”.

In zijn nieuwe boek legt Hoogenboom uit welke wetgeving voor Nederland relevant is en gaat hij in op de geschiedenis ervan. Dat is erg handig omdat deze kennis meestal beperkt blijft tot de kring van professionals. Grotendeels bestaat dit imposante werk uit de geschiedenis en actualiteit van de Nederlandse watersystemen, zowel brak als zoet, opgesplitst naar alle typen watersystemen die in ons land voorkomen.

Het ontstaan van die watersystemen wordt uitgebreid beschreven, alsook de (geschiedenis van de) verstoringen en belangrijkste bedreigingen. In de laatste hoofdstukken komen de vele en uiteenlopende maatregelen aan de orde om de verstoringen een halt toe te roepen.

Een klein minpuntje is dat de kaartjes die zaken als milieukwaliteit, normoverschrijding e.d. aangeven voor een deel al weer verouderd zijn, maar dat is onvermijdelijk omdat veel kaarten ieder jaar worden herzien. Op de website van het Planbureau voor de Leefomgeving, waar Hoogenboom veel gegevens van kreeg, zijn de meest recente feiten en cijfers te vinden in het Compendium voor de Leefomgeving .

eDNA onderzoek aan de kwabaal, een zeldzame vis

STOWA

Innovatie in wateronderzoek

Wat Hoogenboom tijdens het schrijven van dit boek opviel is dat er de laatste jaren steeds meer instrumenten beschikbaar zijn waarmee metingen en voorspellingen gedaan kunnen worden over de ecosystemen. “Er wordt momenteel in Nederland hard gewerkt aan innovatieve onderzoeksmethoden, zoals bijvoorbeeld het observeren van algen met satellieten en de toepassing van environmental DNA, ofwel eDNA, waarmee biologen in staat zijn de aanwezigheid van zeldzame diersoorten aan te tonen en te monitoren.

Het volgende boek van Hoogenboom gaat over stedelijk waterbeheer, althans dat is zijn wens. “Daar is heel weinig aandacht voor. Sommige steden zijn bezig hun oude waterwegen weer in ere te herstellen. In Rotterdam ligt een wat ouder plan om het singelstelsel weer te herstellen en in Utrecht worden verdwenen delen van de singel ook weer ‘uitgegraven’. Ook zou ik willen onderzoeken hoe wereldwijd in verschillende steden tegen stedelijk waterbeheer wordt aangekeken. In Nederland is de biodiversiteit in de stad hoger dan op het platteland, dus daar zouden nog verrassende dingen uit kunnen komen!”

Het boek is verschenen bij KNNV Uitgeverij n.a.v. het 40-jarig jubileum van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA), het kenniscentrum van regionale waterbeheerders in Nederland. ISBN: 9789050114875

ReactiesReageer