Naar de content

Wat zegt die gele vlag op het strand

Over het publieksonderzoek van het Weekend van de Wetenschap 2024

Gele vlag
Gele vlag
Freepik

Pictogrammen, verkeersborden en emoji's zijn voorbeelden van beeldtaal. Fenne Roefs onderzoekt dit fenomeen en lanceert een publieksonderzoek naar de grotendeels onbegrepen strandvlaggen.

27 september 2024

Een wonderlijke constatering in een waterland als Nederland: uit eerder onderzoek van Roefs bleek dat weinig mensen weten waar de strandvlaggen, die onder andere kunnen waarschuwen voor een gevaarlijke zee, voor staan. Tegelijkertijd verdrinken in Nederland volgens het CBS jaarlijks zo’n honderd mensen, waarvan het grootste deel in de zee.

De strandvlaggen dragen hun betekenis uit via enkele kleuren of combinaties van twee kleuren, in een eenvoudig patroon. Een gele vlag houdt in dat de zee gevaarlijk is en dat je goed op moet letten. Een rode vlag betekent ‘niet zwemmen’, omdat de zee zeer gevaarlijk is. Opmerkelijk genoeg betekent een rood-gele vlag dat er strandbewaking aanwezig is. “Daar is supervisie, dus dat is de meest veilige plek”, vertelt Roefs. “Maar het is een inconsistent systeem, omdat deze twee kleuren op de andere vlaggen juist gevaar betekenen. Daar zijn wij als informatie-ontwerpers niet dol op”, zegt ze met gevoel voor understatement.

Publiek ontwerpt

Je zou een soort stoplichtsysteem in kunnen stellen: groen is prima, rood betekent ‘niet zwemmen, gevaar’ en bij oranje moet je goed opletten. Dat zal bijna iedereen wel snappen. Maar dat is te eenvoudig gedacht, zo legt promovendus Roefs (Vrije Universiteit Amsterdam) uit. Er zijn internationale normen, de zogeheten ISO-normen (International Organization for Standardisation). Deze normen zijn erkend door de International Life Saving Organization (ILS) en worden wereldwijd toegepast. Het doel van zo’n systeem is internationale consistentie; dan helpt het niet als Nederland een eigen systeem ontwerpt.

Dat betekent niet dat deze internationale normen nooit kunnen veranderen. Nieuw onderzoek, zoals het publieksonderzoek, zou bij kunnen dragen aan een verbetering. Deelnemers gaan daarbij zelf aan de slag met het ontwerpen van vlaggen. Voor elke vlag kiezen ze een kleur, een pictogram, en een kader om het pictogram heen, die zij het meest geschikt vinden voor vijf verschillende boodschappen. Ze krijgen telkens de keuze uit acht kleuren, pictogrammen en kaders. “Zo kunnen wij meten welke associaties ze hebben tussen beeldtaal en betekenis. We meten ook de snelheid waarmee mensen keuzes maken, omdat dit iets zegt over hoe sterk de associaties zijn.”

Borden, borden, borden

Roefs vertelt met een grote glimlach over de strandvlaggen en over haar vakgebied, vanuit het kantoor van Mijksenaar, haar werkgever (ze is een zogenaamde ‘externe promovendus’). Het Amsterdamse bureau zorgt ervoor dat mensen makkelijker de weg vinden. Het is in Nederland haast onmogelijk om het werk van Mijksenaar te missen; wegwijsborden op Schiphol en trein- en metrostations zijn door dit bureau gemaakt, evenals toepassingen voor musea, kantoren, fietsroutes en steden. Het kantoor hangt dan ook vol met borden. In het oog springt een joekel van een bord met de tekst ‘Waterlooplein’, het metrostation dat op loopafstand van het kantoor ligt.

De symbolen die gebruikt worden in beeldtaal zijn altijd een reflectie van de tijdsgeest. Roefs loopt naar een oud parkeerbord. Naast parkeerinformatie staat hierop een ‘typisch Nederlandse’ illustratie van een ‘farmer’s wife’, zodat je je auto weer terug kunt vinden. Op het nieuwe bord, dat nu ergens op één van de parkeerplaatsen op Schiphol hangt, staat nog steeds eenzelfde soort afbeelding, alleen wordt de vrouw nu omschreven als ‘farmer’. Dat kent een emancipatoire reden. “Zo wordt ze niet meer afgebeeld middels het beroep van haar man,” legt Roefs uit.

Roefs legt uit dat beeldtaal veel ouder is dan de geschreven geschiedenis. Als je teruggaat in de tijd vind je die bijvoorbeeld al bij prehistorische grotschilderingen, of denk aan het ruim 5000 jaar oude hiërogliefenschrift van de oude Egyptenaren. Roefs: “Het zijn allemaal manieren om gedachten te verbeelden. De hiërogliefen legden de basis voor ons taalsysteem, waarin symbolen gebruikt worden om klanken uit te beelden. Beeldtaal komt nu ook weer terug in onze schrijftaal. Denk aan de emoji's die we gebruiken op Whatsapp.”

Van hakenkruis naar Olympische Spelen

Beeldtaal is dus van alle tijden. Hitler-Duitsland liet de kracht van beeldtaal zien. De swastika en de adelaar, prominent in beeld gebracht tijdens propagandafilms, zijn symbolen van een heel donkere bladzijde uit de menselijke geschiedenis.

Ook hier verandert de tijdsgeest de beeldtaal. Bij de Olympische Spelen van 1972 in München ontwierp de Duitser Otl Aicher een pictogrammensysteem, met als doel om duidelijk en eenvoudig te communiceren over verschillende olympische sporten aan mensen uit alle landen en culturen. ”Aicher, wiens schoonbroer en -zus werden geëxecuteerd door de nazi’s, was heel bewust bezig met beeldtaal als onderdeel van de nieuwe Duitse identiteit. Nazi-Duitsland maakte gebruik van zware en bombastische symbolen. Aicher wilde een democratisch, toegankelijk en haast wetenschappelijk systeem.” Roefs laat op haar laptop zwarte poppetjes op een witte achtergrond zien, die verschillende sporten uitbeelden. “Je ziet hier een schone lei: een clean en vast stramien. Elk mensfiguurtje is behoorlijk neutraal, de pictogrammen zouden wij allemaal kunnen zijn.”

Naar de haaien

Het huidige systeem van strandvlaggen is een stuk jonger dan de Olympische symbolen van Aicher. De ILS introduceerde het systeem in 2002, vijf jaar later nam ISO dit over. Niet alleen in Nederland werkt dit systeem matig. Uit meerdere wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat de bekendheid van de betekenis van de gebruikte kleuren internationaal tamelijk bedroevend is.

Er zijn enkele uitzonderingen, zoals Australië: een land van watersportgebieden (zwart-wit geblokte vlag), soms levensgevaarlijke kuststromen (rode vlag) en mensetende haaien (paarse vlag). “Daar heb je jaarlijkse campagnes, die over een breed publiek worden uitgestort. Australiërs begrijpen de betekenis van de meeste vlaggen goed. Buitenlandse toeristen echter niet.”

Zie hier het probleem van het huidige systeem. Niet voor niets is het ‘ultieme doel’ van Roefs om zaken te veranderen, aan de hand van uitkomsten van haar onderzoeken. Dat zou een verbetering van het huidige vlaggensysteem kunnen zijn. “In november volgend jaar hopen we onze resultaten te presenteren op de World Conference on Drowning Prevention in Egypte, dat wordt georganiseerd door de ILS. Het is een plek waar mensen van over de hele wereld samenkomen en inzichten delen uit hun wetenschappelijke studies. Dan heb ik de kans wat los te maken met de data die ik verzamelde met mijn onderzoeken, waar het publieksonderzoek deel van uitmaakt.”

Het publieksonderzoek wordt gelanceerd tijdens het Weekend van de Wetenschap, dat plaatsvindt op 5 en 6 oktober. Op zaterdag vindt het onderzoek plaats op de Techniekdag Arnhem (Tech Plaza), op zondag op de Universiteit Utrecht. Mensen kunnen op een tablet en in een strandstoel meedoen. Of ga naar de website