Op de fiets heb je tijd om na te denken en dingen te laten bezinken. Zoals: wat kun jij zelf doen om de natuur te beschermen? Ik neem je hiervoor mee op mijn fietstocht door de Zwitserse Alpen.
Het gaat niet goed met onze natuur. Dat werd mij wel duidelijk tijdens mijn conferentiebezoek aan het World Biodiversity Forum in Davos, bekend van het World Economic Forum. Maar het is ook een boodschap die mij en jou waarschijnlijk ook een ongemakkelijk en zelfs een beangstigend gevoel geven. En dat gevoel van angst en ongemak helpt juist niet om in actie te komen. Je krijgt eerder je de neiging om weg te kijken, af te schakelen en afstand te nemen. Hoe kan dat anders? Dit is mijn manier: ik neem je mee op mijn tocht van Davos door de Zwitserse Alpen om je alles te vertellen over fietsen, biodiversiteit en wat de natuur voor jou en ons betekent. Ik heb een route uitgestippeld van honderdtwintig kilometer over twee bergpassen van boven de 2300 meter, dus genoeg stof om over na te denken, terwijl ik me een weg naar boven ploeter op mijn fietsje.
Tussen twee werelden
De weg vanuit Davos richting de Albulapas (de eerste en langste van de twee) gaat grotendeels naar beneden, langs een wild stromende rivier. Het is ergens wel paradoxaal dat dit kolkende water de basis vormt voor al het leven op onze planeet, terwijl de kracht van het water juist ook erg verwoestend kan zijn. Na een hoop geslinger door het steeds smaller wordende dal, verdwijnt de weg ineens in een gat in de berg. Het gat is een typisch Zwitsers bouwwerk waarin de mens zich meet met de krachten van de natuur: een tunnel die alle bochten en natuurlijke vormen negeert en in plaats daarvan gewoon dwars door de berg heen kerft. Ik krijg er de rillingen van. Geen lichten op de fiets, waardoor ik moet vertrouwen op de lichten van de tunnel en de oplettendheid van andere weggebruikers. Er klinkt een continu geraas van turbines die de tunnel ventileren, en af en toe klinkt ook een oorverdovend geraas van een naderende vrachtwagen. Al het groen rond het stromende water heeft ineens plaatsgemaakt voor een plek waar geen plant of dier zich ooit zou durven begeven. En terecht… ze hebben hier niets te zoeken! Snel een tandje zwaarder schakelen en harder trappen om de akelige 2.7 kilometer zo snel mogelijk achter me te laten.
Bij het licht aan het einde van de tunnel begint de weg ook direct te stijgen. Het eerste korte klimmetje geeft daarna direct een prachtig uitzicht op het Elabergmassief waar de Albulapas langs loopt. Opvallend is vooral het uitzicht op de driehoekige Tinzenhorn, een echte Zwitserse Toblerone-berg! Als je niet beter weet zou je bijna denken dat dit de beroemde Matterhorn is. En zo zie je maar dat mensen zich zelfs voor chocolade door de natuur laten inspireren!
Frisse lucht
Nog een laatste stuk dalen en een paar flinke slingers (voorzichtig dalen en goed remmen!) en dan sta ik aan de voet van de Albulapas. En dat lijkt me ook een goed moment om licht te schijnen op wat fietsen en biodiversiteit nu met elkaar te maken hebben. Welnu: alles!
Fietsen kan nergens beter dan op plekken waar de natuur mooi is en vol met leven. Je bent de hele tijd buiten, en niets gaat boven buiten zijn op een plek waar je continu prachtig om je heen kan kijken en geniet van het natuurlijk schoon. Daarnaast ben je tijdens het fietsen, zeker als het bergop gaat, soms behoorlijk buiten adem. Dan is het wel zo prettig als je bij iedere hijg een flinke portie frisse lucht hapt in plaats van smerige uitlaatgassen. Planten, en bomen in het bijzonder, zijn in staat om onze lucht te filteren. Zo krijg ik met iedere ademhaling niet alleen de nodige zuurstof binnen, maar weet ik ook zeker dat de lucht die ik inadem lekker schoon is!
Ecosysteemdiensten
Ik noem nu twee dingen, mooie uitzichten en schone lucht, die de natuur aan mij geeft zonder dat ik daar iets voor hoef te doen. We noemen dit in mijn vakgebied ‘ecosysteem diensten’. Terwijl ik langzaam hoogte win over de Albulapassstraβe begin ik steeds meer besef te krijgen hoeveel van deze ecosysteemdiensten direct om me heen zijn. Van het schone drinkwater dat naast me naar beneden raast, tot de bomen die de grond vasthouden en daarmee voorkómen dat het water de hele berg mee naar beneden neemt.
En vroeg of laat gebruiken we deze bomen ook als bouwmateriaal, voor meubels, speelgoed, of papier. In mijn vakgebied worden ecosysteemdiensten vaak onderverdeeld in drie verschillende groepen: 1) producten die de natuur voor ons kan leveren, zoals voedsel en materialen, 2) het reguleren van de omgeving, zoals het voorkómen van aardverschuivingen en het zorgen voor schone lucht, en 3) het creëren van ervaringen en culturele waarde, waar ook het genieten van natuurlijk schoon onder valt.
De weg leidt mij langs prachtige Alpenweiden die in deze tijd van het jaar volop in bloei staan. De bloemenweiden bieden voedsel voor bestuivende insecten zoals bijen en vlinders, en daarmee reguleert het landschap ook indirect ons voedsel door deze belangrijke insectenpopulaties te ondersteunen. En ook de koeien grazen van het bloemige kruidenmengsel, wat een heerlijke smaak geeft aan de traditionele Zwitserse weidemelk en de kaas die ervan gemaakt wordt. Dit onderstreept niet alleen de regulerende dienst, maar ook een belangrijke culturele waarde van het bloeiende Zwitserse weidelandschap. En hoe meer verschillende soorten bloemen er in de wei staan, hoe beter deze ondersteunende ecosysteemdiensten tot hun recht komen. Daarom is het zo belangrijk om onze biodiversiteit te beschermen.
Biodiversiteit
Ik fiets gestaag door. Na het laatste echte dorpje begint de weg weer wat steiler te worden. Voorbij de laatste camping wordt het landschap langzaam weer wat ruiger. Voor me in het weiland springt een gems boven het hoge gras uit. Gek. Die had ik normaal gesproken toch iets hoger op de berg verwacht… De gems wekt ook de indruk dat hij zich niet helemaal lekker thuis voelt in het weiland. Zeker als er ook nog twee snelle motorrijders met luid gebrom voorbij razen wordt de stress het dier te veel en vlucht hij weer het bos in.
Het is een fenomeen dat zich veelvuldig voordoet: wilde dieren die zich in het nauw gedreven voelen omdat het landschap steeds verder versnipperd raakt. Natuurlijk leefgebied wordt kleiner en maakt plaats voor cultuurlandschap. Tijdens de conferentie woonde ik een presentatie bij over de lokale biodiversiteit in Graubünden, het bergkanton waar ook Davos deel van uitmaakt. Alles wat ik tot dan toe wist over biodiversiteit was dat het met name in de bergen vol zit met leven, en dat je juist hoog in de bergen veel biodiversiteit hebt. En dat klopt ook, alleen wat ik niet wist is dat dit van nature eigenlijk helemaal niet het geval zou moeten zijn.
De druk van het klimaat
Eigenlijk zouden er in het dal veel meer plant- en diersoorten voor moeten komen dan op de berg. Maar die biodiversiteit in het dal is al lang verdwenen. De reden: mensen. In het dal is het nu eenmaal veel makkelijker om te wonen, het land te bewerken, en infrastructuur te bouwen. Door al deze activiteit in het dal zijn al veel soorten planten en dieren daar verdwenen. En dan is er ook nog een andere belangrijke drijvende kracht die zorgt voor een aardverschuiving in de biodiversiteit: klimaatverandering.
Tijdens de conferentie in Davos zag ik een interessante presentatie over verschillende soorten planten in Zwitserland. Een van de belangrijkste bevindingen van het onderzoek was dat het leefgebied van veel plantsoorten de laatste jaren is opgeschoven naar hoger gelegen gebieden. Doordat het warmer wordt zoeken veel soorten dus hun heil hogerop, waar het koeler is. Gelukkig hebben planten in de bergen nog de mogelijkheid om zich op deze manier aan te passen aan het opwarmende klimaat. Maar ook daar zitten grenzen aan. Hoe hoger je komt, des te kleiner worden de eilandjes met een geschikt leefklimaat. Dit zorgt voor verdere versnippering van het leefgebied van soorten. En uiteindelijk zal je de top bereiken waar je niet meer hoger kunt gaan…
Met fietsen is deze top precies het punt waar ik naartoe moet. Het gaat goed. Ik doe het rustig aan om krachten te sparen. Ook hierin voel ik mij op de fiets méér één met de natuur dan wanneer ook. Overleven in de natuur gaat om spaarzaamheid en zuinig omgaan met energie, voor de momenten dat het moeilijk wordt. Over spaarzaamheid kunnen wij als mensen nog veel leren. Langzaam zie ik om me heen dat de omstandigheden om te overleven zwaarder worden. Naarmate ik hoger kom wordt het landschap kaler en de wind kouder, zelfs midden in juni. De lucht wordt ijler en ademhalen zwaarder. Tot aan de weg liggen zelfs nog sneeuwresten, wat het landschap een nog desolatere uitstraling geeft. Dan zie ik voorbij de laatste bocht de pas liggen. Met een prettige wind in de rug schakel ik nog even een tandje zwaarder en snel ik naar de top. En dat is één!
Point of no return
Op de top kan ik even bijkomen, mijn vrouw appen dat ik veilig boven ben, en notentaart met een groot glas cola naar binnen werken. Het voordeel van fietsen: calorieën zijn je vriend! Dan wordt het tijd om mijn weg te vervolgen door aan de afdaling te beginnen. Dat is dan ook meteen de ‘point of no return’. Als ik hier aan de afdaling begin, ligt de enige weg terug voor me. Niet dat ik van plan was om te draaien, maar goed om te beseffen dat ik nu wel door móét.
Gek hoe snel zo’n afdaling dan ineens gaat ten opzichte van klimmen. Binnen no time sta ik weer met mijn fiets in het dal waar een aangenaam warme wind waait. Ik vervolg mijn weg heerlijk met de wind in de rug en vals plat naar beneden, door een lange vallei die eveneens omringd wordt door Toblerone-bergen. In het laatste dorp vóór de Flüelapas, de tweede en laatste pas, wacht mij een groot bord pasta om bij te tanken. Ik voel me nog steeds goed, maar dat bord pasta heb ik wel nodig voor die laatste loodzware kilometers bergop.
De steenbok als symbool
Ook in dit dal zie ik wat voor belangrijke rol de natuur en zijn dieren spelen in de lokale cultuur. Langs de weg staan regelmatig borden met bewegwijzering naar belangrijke natuurgebieden en reservaten. Daarnaast is de steenbok nu hét symbool van het kanton Graubünden, terwijl het dier er in de negentiende eeuw nog uitgestorven was. Sterker nog, in die tijd waren er in de Alpen überhaupt nog minder dan honderd steenbokken over, voornamelijk door bejaging en stroperij. De enige overgebleven populatie was te vinden in Gran Paradiso, ten westen van Turijn.
Vanwege de achteruitgang besloot de Italiaanse kroonprins Victor Emmanuel het gebied met de laatst overgebleven steenbokken uit te roepen tot beschermd gebied. Sindsdien gaat het weer erg goed met de populatie, en zijn er over het hele Alpengebied succesvolle herintroducties geweest vanuit de populatie in Gran Paradiso. De onderliggende boodschap uit dit voorbeeld is dat natuurbescherming helpt! Naast de steenbok zijn er talloze andere voorbeelden van dieren die vanuit randje afgrond weer helemaal terug zijn dankzij onze toewijding om deze soorten te beschermen!
Als wij mensen besluiten dat bepaalde dieren een belangrijke rol vervullen in het ecosysteem of een belangrijke culturele waarde hebben, dan zijn wij ook in staat om een bijna uitgestorven dier weer helemaal terug te laten komen.
De laatste klim
Na een behoorlijke lunch is mijn maag weer voldoende gevuld met brandstof om mijn weg te vervolgen naar de voet van de Flüelapas. Het is een niet al te lange pas, maar er moeten wel heel wat hoogtemeters overwonnen worden. Dat betekent dat de weg soms behoorlijk steil omhoog loopt. In mijn hoofd gaat alleen maar de gedachte: elke meter die ik nu omhoog fiets is er weer eentje die ik achter me kan laten.
Nu begint het afzien pas echt. Het moet een prachtige beklimming zijn, en af en toe moet ik mezelf dwingen om goed om me heen te blijven kijken en van het uitzicht op de gletsjers te genieten. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik moe begin te worden. Mijn wereld begint zich te verkleinen tot willekeurige gedachten in mijn hoofd, en een klein stukje wegdek voor mijn fiets. Daar is het nog comfortabel. Als ik verder vooruit kijk zakt de moed me alleen maar in de schoenen. Zo ver nog? En zo lang nog zo steil? En daar voorbij die bocht zal de pas zeker ook nog niet liggen… Mijn gedachten gaan langzaam weer naar de conferentie, naar de presentatie van prof. Godwell Nhamu over Ubuntu.
De kernwaarden van Ubuntu
Ubuntu (in de taal van de Zulu-gemeenschap in Zuid-Afrika) is naast een filosofisch concept ook een zeer belangrijke verzameling kernwaarden in de traditionele Afrikaanse cultuur. Deze waarden worden breed gedeeld over het hele continent. Letterlijk vertaald als ‘ik ben omdat jij bent’ of ‘ik ben omdat wij zijn’, komt het erop neer dat we elkaar nodig hebben in ons bestaan. Ons hele bestaan wordt gereflecteerd door het bestaan van anderen en van onze omgeving.
Daarom moeten we elkaar met respect behandelen, ondanks de verschillen die er tussen ons bestaan. Ubuntu gaat onder andere over behulpzaamheid, delen, gemeenschap, zorgen voor, vertrouwen, en onbaatzuchtigheid. Als je iets gaat doen, doe je dat om de gemeenschap om je heen in te verbeteren. Dat zijn de belangrijke dingen in het leven waardoor je waardering en erkenning zal ontvangen van anderen, aldus Nelson Mandela over Ubuntu.
Nederig
Deze waardes zijn ontstaan op een continent waar de natuur soms ongenadig kan zijn, en waar mensen elkaar nodig hebben om te overleven. Maar we kunnen Ubuntu nog verder trekken dan alleen jij, ik en wij. Wij hebben niet alleen elkaar nodig om te zijn, maar ook de natuur. Ik ben omdat de natuur is. Wij zijn omdat de natuur is. Maar mag de natuur ook zijn omdat wij zijn? Ook wij zijn soms ongenadig. Zo ongenadig dat de natuur soms niet is als wij zijn. En juist dan heeft de natuur ons nodig, onze behulpzaamheid, ons delen, ons zorgen voor en onze onbaatzuchtigheid.
Als je benen vol lopen met vermoeidheid kun je soms erg filosofisch worden. Maar ergens heeft dit doelloze lijden op een fiets ook een functie. Het stelt me in staat me nederig op te stellen ten opzichte van de natuur. Misschien zelfs wel om de pijn van de natuur mee te voelen. Maar volgens mij begint de vermoeidheid, de ijle lucht en de felle sneeuw me nu langzaam op krankzinnige gedachten te brengen. Wat een hopeloos geploeter door dit smeltende poollandschap! Ok, mooi is het wel, maar houdt het nog een keer op?! En ineens is het daar. De top! Ik heb het gehaald! Nu weet ik wat mij te doen staat. Ik ga een blog schrijven over wat ik vandaag heb meegemaakt en over de gedachten die door mijn hoofd zijn gegaan, in de hoop iets mee te geven over biodiversiteit en Ubuntu. Daarmee hoop ik jou natuurlijk te inspireren om in actie te komen voor de natuur en de biodiversiteit. Zou jij iets terug willen doen voor de natuur? Voor alles wat zij voor jou gedaan heeft… Jij bent omdat de natuur is, maar is de natuur ook omdat jij bent?
Kom in actie!
Als ik één ding heb geleerd op de conferentie, dan is het wel dat ik jou niet moet vertellen wat je moet doen. Jij bepaalt zelf wat je wilt doen. Maar ik ga je wel aan het werk zetten, want verandering komt er niet door te denken, maar door te doen. Wat ik wil meegeven: zoek iets uit wat jij belangrijk vindt als het gaat om natuur. Dat mag een mooi bos zijn bij jou in de buurt, of een stukje natuur ver weg, zolang je daar maar écht invloed kan uitoefenen. Zo zijn er bijvoorbeeld apps beschikbaar waar je rechtstreeks geld kunt doneren voor bomen die in Tanzania geplant worden, of voor het herstellen van mangrovebossen in de Filipijnen. Of je kiest een diersoort uit die je graag wilt beschermen, zoals de egel of de bij. Maar maak het vooral lekker concreet!
De egel en de bij zou je kunnen helpen door je tuin anders in te richten. Ga vervolgens op onderzoek uit: lees, luister, informeer, en kijk! Wat heeft jouw diersoort of jouw stukje bos nodig om er te zijn? En wat kun jij dan precies doen om te helpen? Hoe concreter hoe beter! Dat maakt het makkelijker om uiteindelijk een verschil te maken. Praat erover met anderen, en laat je ook door anderen helpen om iets bij te dragen. Want jij bent omdat anderen zijn, en nu mag de natuur ook zijn omdat jij en ik en wij er allemaal zijn!