‘Alleen maar wiskunde doen, is dat niet saai?’ wordt mij wel eens gevraagd. Een kaart van de wiskunde laat zien dat ‘alleen maar wiskunde’ al ongelooflijk veel is.
Het is ondertussen al een tijd geleden dat ik van de middelbare school afkwam en mijn wiskundestudie begon. Ik had eigenlijk geen flauw idee wat wiskunde precies inhield, behalve het oplossen van kwadratische vergelijkingen, differentiëren, integreren en de stelling van Pythagoras. Maar omdat ik het maken van wiskundeopgaven een stuk leuker vond dan het uit mijn hoofd leren van een boek, besloot ik om toch maar wiskunde te gaan studeren.
Een kaart met alleen maar wiskunde
Tijdens mijn studie kwam ik erachter dat wiskunde veel meer is dan ik dacht. Er zijn namelijk ongelooflijk veel verschillende soorten wiskunde. Al deze verschillende soorten wiskunde zie je op een indrukwekkende ‘kaart van de wiskunde’, zoals op de onderstaande video.
Op de middelbare school leer je vooral over de wiskunde in het midden van de kaart: vergelijkingen oplossen, de sinus en de cosinus, negatieve getallen en differentiëren en integreren. Als je goed kijkt is dit maar een heel klein deel van de kaart. Er ligt dus nog een heel gebied achter. Daarnaast zie je aan de rechterkant hoe breed te toepassingen van wiskunde eigenlijk zijn: van evolutie tot beurskoersen tot het beveiligen van je computer.
Terug naar de middelbare school
Tijdens mijn wiskundestudie heb ik over bijna alle onderdelen op de kaart wel iets geleerd. Ieder vak ging weer over een ander onderdeel van deze kaart. Nu, tijdens mijn onderzoek, ga ik meer terug naar hoe het was op de middelbare school, ik focus me meer op een heel klein gebied van de wiskunde. Voor mij ligt dat gebied aan de rechterkant van de kaart in de toegepaste wiskunde, in het gebied van de kansrekening om precies te zijn.
Soms lijkt het voor mij net als op de middelbare school dus wel weer alsof wiskunde maar een heel klein onderwerp is waar iedereen kansrekening doet. Het is dus leuk om weer eens te zien wat er buiten mijn ‘bubbel’ van kansrekenaars allemaal te doen is, en er weer opniew achter te komen dat ‘alleen maar wiskunde’ eigenlijk al best veel is!