Wat doe je nou eigenlijk de hele dag als je een onderzoeker bent? Als Face of Science is het natuurlijk mijn taak om jullie een beter beeld te geven van de wetenschap. Dus dit kijkje in mijn agenda helpt daar vast bij!
Mailen, MRI-scans uitpluizen, gegevens nakijken, studenten begeleiden, artikelen schrijven en wetenschappelijke samenvattingen lezen: als promovendus zit je werkagenda zo vol. Om je een idee te geven van zo’n dag heb ik een fictieve week in mijn agenda bedacht, om je te laten zien wat ik zoal doe.
Voor deze fictieve week heb ik mijn meest voorkomende en belangrijke taken ingepland. Ik heb bewust de tijden er niet bij gezet, want ik plan mijn dag meestal helemaal zelf in. Op vaste afspraken en overleggen na, bepaal ik in principe zelf wanneer ik begin en stop met werken. Verder zie je al snel twee kleuren. De donkerblauwe taken staan voor het onderzoek dat ik zelf uitvoer. De lichtblauwe taken hebben meer te maken met taken die ik doe voor een ander onderzoek (het HAMLETT-onderzoek; uitgelegd in deze blog) of voor andere mensen.
Voordat je denkt: zo ziet de agenda van iedere wetenschapper eruit: agenda’s van onderzoekers in andere vakgebieden of die verder zijn in hun carrière zien er waarschijnlijk heel anders uit. Maar deze agenda is een aardige reflectie van de eerste jaren van mijn promotieonderzoek. Hieronder leg ik per taak uit wat dat inhoudt.
- Elke dag begin ik met mijn mail bekijken. Ik plan mijn dagen dus vaak zelf in en aangezien ik geen ochtendmens ben, begin ik mijn dag altijd met wat ongeopende e-mails. De ene dag is dit in vijf minuten klaar, maar de andere duurt het een stuk langer. Al die mails gaan vaak over lopende onderzoeken, stageprojecten die ik begeleid of onderzoeksartikelen die ik schrijf, maar daarover hierna meer.
- Gegevens verzamelen of nakijken. Aan het begin van mijn promotie-onderzoek hielp ik bij de afronding van enkele onderzoeken waar we o.a. deelnemers interviewden, ze vragenlijsten vroegen in te vullen en MRI-scans maakten van de hersenen. Dat bedoel ik dus met gegevens verzamelen. Voor mijn eigen onderzoek (over het immuunsysteem en schizofrenie, meer info filmpje van mijn eerste blog) verzamelde ik bij een gedeelte van de deelnemers ook deze gegevens.
- Het lezen van wetenschappelijke artikelen is als onderzoeker erg belangrijk. Je blijft zo op de hoogte van de nieuwste bevindingen. Eerlijk gezegd plan ik hier nooit echt tijd voor in. Ik lees de artikelen vaak goed door bij het schrijven van mijn eigen artikelen, zodat ik ze als bron kan gebruiken. Al heb ik laatst wel een alert ingesteld, zodat ik elke maandag een update op de mail krijg met de nieuwste artikelen over anti-psychotische medicijnen. Door de samenvattingen daarvan te lezen blijf ik toch relatief makkelijk op de hoogte!
- Alle verzamelde gegevens moet je ook analyseren. Ik voer dan berekeningen uit met de gegevens, om zo een antwoord te geven op mijn onderzoeksvraag. Die berekeningen gaan soms best snel. Andere keren is het veel programmeren met ‘trial and error’, maar dat hoort er ook bij. Als het eenmaal lukt (en er ook nog eens uit de gegevens komt wat je al van te voren had bedacht), is dat erg fijn!
- Nieuwe resultaten van onderzoeken deel je efficiënt en eenvoudig met presentaties. Zo zijn er in mijn onderzoeksgroep ook vaste momenten waar je (evt. online) naar presentaties van collega’s kijkt. Ook zijn er veel internationale online ‘lecture series’ (lezingen) waar je je vaak gratis voor inschrijft en je per keer kijkt of het onderwerp je ligt en je wil aansluiten.
- Als de analyses eenmaal af zijn en ik de vooraf bedachte onderzoeksvraag kan beantwoorden, begin ik meestal pas met het schrijven van het uiteindelijke artikel. Dan weet ik het beste welke informatie het belangrijkst is om te noemen in de inleiding van het artikel en schrijf ik in een keer de methoden en resultaten goed op. Zo neemt dit (relatief) weinig tijd in, al is het wel echt een vaardigheid die je opdoet. En elke keer gaat het een beetje sneller.
- Artikelen schrijf je meestal niet alleen. Mijn professor (= promotieonderzoekbegeleider) is ook medeauteur van al mijn artikelen. Ook helpen andere collega’s en onderzoekers mee, afhankelijk van het onderwerp en hun expertise. Zij lezen dan mee als de eerste versie af is en ik voer dan weer de verbeteringen door.
- Overleg met collega’s plan ik niet altijd in. Als we allemaal op locatie aan het werk zijn, gebeurt dit meestal vanzelf (Ik blijf altijd iets te lang praten en niet per se alleen maar over werk). Maar soms ben je samen bezig met een project waarvan je even moet kortsluiten wat er nodig is en wie wat doet.
- Collega’s lezen met mijn artikelen mee, maar ik ook met die van hen. Dus dan is het aan mij de beurt om kritisch mee te lezen, te vragen om eventuele verduidelijking in de tekst of om suggesties te doen.
- Voor de HAMLETT-studie ben ik degene die alle gegevens over de medicatie beheert. Hiervoor bel ik met de deelnemers, houd ik contact met de psychiaters en verpleegkundigen en kijk ik de medicatiegegevens na. Dat doe ik vaak op de vrijdag en kost me een gemiddeld 3 uur per week, maar dat verschilt ook regelmatig.
- Ik presenteer af en toe ook mijn eigen onderzoeksbevindingen. Die presentaties moet ik dan ook voorbereiden. En als je er al een heleboel hebt gegeven, combineer je eerdere presentaties soms ook. Wel zo efficiënt!
- Natuurlijk zijn er nog een heleboel andere dingen die ik ook doe tijdens mijn werk, maar die lastig onder te verdelen zijn in een van deze taken. Een daarvan is bijvoorbeeld de Faces of Science blogs voor jullie schrijven!