Droogtes komen steeds vaker voor en duren langer, terwijl er steeds meer drinkwater nodig is. Wat doen we als we niet meer genoeg water hebben?
De watervoorziening in Nederland staat onder druk. Aan de ene kant komen extreme droogtes vaker voor, aan de andere kant hebben we steeds meer drinkwatergebruikers. RTL Nieuws meldde eerder dit jaar dat zeven van de tien drinkwaterbedrijven niet de voorgeschreven 10 procent overcapaciteit meer hebben. Waterbedrijf Vitens liet afgelopen april weten dat ze de afgelopen twee jaar aan zo’n veertig bedrijven moesten vertellen dat ze geen nieuwe of uitbreiding van een drinkwateraansluiting konden krijgen. Bestuursvoorzitter van Vitens Tjeerd Roozendaal waarschuwt dat er in de toekomst wellicht ook een tekort aan water is voor nieuwbouwwijken.
In de toekomst is water uit de kraan dus misschien minder vanzelfsprekend dan je zou verwachten. Wat zijn de gevolgen voor de drinkwatervoorziening en wat gebeurt er in een zomer als er daadwerkelijk niet genoeg water meer is? Als er door droogte een landelijk tekort aan zoetwater dreigt, dan komt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) bij elkaar, met daarin experts van onder meer waterschappen en Rijkswaterstaat. Zij bespreken hoe het water dat Nederland nog binnenkomt, voornamelijk via de grote rivieren, het beste verdeeld kan worden over verschillende regio’s. Bij een extreme droogte – code rood – hakt de minister de knopen door.
Volgorde
Maar wie heeft er eigenlijk als eerste recht op water? In nattere tijden denken experts na over die vraag. Het antwoord vind je terug in de zogenoemde verdringingsreeks. Hierin staat bijvoorbeeld dat het voorkomen van onherstelbare natuurschade en waterveiligheid boven alles gaan. Ook droogte kan namelijk overstromingsgevaar opleveren. Zo brak in 2003 een uitgedroogde dijk in het Utrechtse Wilnis door, waardoor een woonwijk onder water kwam te staan. Volgende op de lijst is de drinkwater- en energievoorziening, gevolgd door specifiek ‘hoogwaardig’ gebruik van water door de industrie en landbouw. Pas dan komen de scheepvaart, industrie, landbouw en natuur (voor zover de schade ‘herstelbaar’ is).
Goed, er is dus een plan. Hoe voer je dat uit? Is het een kwestie van de ene stuw wat hoger en de andere sluis dicht? In grote lijnen klopt dat, zegt Cristel de Zwaan die voor het Watermanagementcentrum Nederland van Rijkswaterstaat werkt en coördinator is van de LCW. “Natuurlijk zijn er veel stuwen, sluizen en gemalen in Nederland, maar het zijn de waterschappen die over het meer fijnmazige waternetwerk gaan. Ons landelijke overleg gaat juist over de grote sluizen en stuwen.”
Zo eens in de paar jaar wordt de verdringingsreeks landelijk toegepast, de laatste keer in 2022. In feite zit vrijwel iedereen dan te springen om water: de natuur droogt uit, boeren en huishoudens willen sproeien, en bedrijven hebben (koel)water nodig. Als het goed is, weten experts van de waterschappen wat er speelt in hun regio en waar de tekorten het meest nijpend zijn. Hoe voorkom je conflict? Hans de Vries, voormalig voorzitter van de LCW, zegt dat er wel eens ‘stevig wordt gediscussieerd’, maar dat dit eigenlijk altijd een ‘verstandige’ verdeelsleutel oplevert. Hij kan zich overigens voorstellen dat bij een nationale code rood – de hoogste alarmeringsfase waarbij meerdere maatschappelijke sectoren kunnen worden geraakt – de discussies scherper worden. “Gelukkig hebben we dat nog niet meegemaakt”, laat hij weten.
Drogere zomers
Karin van der Wiel somt alle extreem droge jaren van de afgelopen eeuw uit haar hoofd op: 1921, 1976, 2018. Als klimaatonderzoeker met een specialisatie in droogte bij het KNMI is dat niet zo gek, maar inmiddels trekt droogte ook aandacht van mensen buiten het onderzoeksveld. Verklaarbaar, want ook de twee jaren na 2018 én 2022 waren erg droog. Dat heeft vervelende gevolgen voor boeren, scheepvaart en bedrijven, maar ook voor de natuur die amper kan herstellen en beschadigd raakt door een watertekort: veen breekt af, (water)vogels kunnen niet broeden, bodemleven trekt zich terug en bomen sterven.
In 2019 en 2020 werd de verdringingsreeks niet toegepast, maar zoveel droge jaren op rij past in de verwachtingen voor het Nederlandse klimaat. In alle klimaatscenario’s krijgt Nederland gemiddeld drogere zomers, zegt Van der Wiel. “In het meest ongunstige scenario zal het gemiddelde zomerse neerslagtekort aan het einde van deze eeuw zo’n 80 procent hoger zijn”, zegt ze. “Uitgesproken droge zomers van nu zijn dan normaal geworden.”
Extreme droogte vraagt om maatregelen. Je kunt er bijvoorbeeld voor zorgen dat het Nederlandse watersysteem – van oudsher ontworpen om water zo snel mogelijk af te voeren naar zee – meer water vasthoudt. Waar in het verleden kronkelende beken plaatsmaakten voor kaarsrechte sloten, is er nu juist een trend naar meer natuurlijk meanderende waterwegen. Daarnaast kunnen waterbeheerders aan het begin van de zomer zorgen voor een goede uitgangspositie van het systeem. Het IJsselmeer werd aan het begin van de zomer van 2023 een extra vijf centimeter verhoogd, als buffer tegen de droogte. Ook kun je oppervlaktewater nog voor de droogte zo zoet mogelijk maken door te ‘spoelen’ met rivierwater. Een zoetere uitgangspositie gaat verzilting door zeewater dat het land intrekt langer tegen, zegt De Zwaan.
Wegebbende aandacht
Zit het bestrijden van een tekort aan water eigenlijk wel in de genen van Nederland, na een eeuwlange strijd tegen overschotten
aan water? Van der Wiel ziet dat droogte zeker sinds de extreme droogte van 2018 op de agenda staat van onderzoekers, beleidsmakers en journalisten. Ze hoopt dat die aandacht blijft bestaan. “In tegenstelling tot de aandacht voor hoogwaterdreiging zagen we de aandacht voor droogte uiteindelijk vaak wegebben, tot de volgende droogte”, zegt ze.
Tegen hoogwater bestaat succesvol langetermijnbeleid. De watersnoodramp in 1953 gaf aanleiding tot de in het oog springende Deltawerken en meer recent is het project Ruimte voor de Rivier, dat rivieren een ruimer stroomgebied geeft. Waar blijft het deltaplan voor droogte? Feit is dat de beschikbaarheid van zoet water al onderdeel ís van het doorlopende deltaprogramma zoetwater. En De Vries verzekert dat Rijkswaterstaat en de waterschappen veel met droogtebestrijding bezig zijn. Het probleem is misschien dat de maatregelen tegen tekorten van water – net als de gevolgen ervan – vaak niet zo in het oog springen als de strijd tegen het hoge water.