De term ‘omvolking’ is in de meest positieve benadering een semiwetenschappelijk concept van de nazi’s, en staat op zijn slechtst gelijk aan etnische zuivering. Dat stelt historicus Annelotte Janse.
‘Omvolking’, ‘Umvolkung’, of ‘zorgelijke demografische ontwikkeling’: sinds de aanstelling van PVV-ministers Marjolein Faber en Reinette Klever beheersen de termen het nieuws. De formuleringen worden veel door elkaar gebruikt, en moeten allemaal de angst voor culturele veranderingen verwoorden. Toch betekenen ze zeker niet hetzelfde. Dat ze wel door elkaar worden gebruikt is zorgelijk, vindt historicus en extreemrechts-onderzoeker Annelotte Janse: “Daarmee bagatelliseer je een besmette term.”
Ondergang witte ras
Om dat te begrijpen, moeten we eerst een stuk terug in de tijd, en wel naar de Verenigde Staten van de negentiende eeuw. “Rond 1830 migreerden veel katholieke Ieren naar het protestantse Amerika”, vertelt Janse over het onderzoek van collega-historicus Leo Lucassen. “Dat zorgde voor frictie. Enerzijds omdat de nieuwkomers andere gebruiken hadden, anderzijds omdat de Ieren niet de Amerikaanse president als hun leider erkenden, maar de kerkelijke paus.”
Tussen 1870 en 1900 volgde een nieuwe grote migrantenstroom van 12 miljoen mensen. En ook dit waren niet de rijke witte Europeanen waarmee de eerdere Amerikanen zich konden identificeren. Janse: “Vanaf dat moment ontstond de angst dat immigratie kan leiden tot de ondergang van het witte ras.”
De angst daarvoor werd in de jaren erop nog versterkt door het antisemitisme dat begin twintigste eeuw heerste. Dat werd bovendien gerechtvaardigd door de opkomst van wetenschappelijk racisme zoals eugenetica en rassenleer. Zo werd de ontdekking dat eigenschappen overerfelijk zijn, gebruikt om ‘aan te tonen’ dat verschillende etniciteiten biologisch gezien andere rassen waren. Dat zorgde er vervolgens voor dat Amerikanen, maar inmiddels ook Europeanen andere etniciteiten niet alleen op hun cultuur en gebruiken konden beoordelen, maar ook ‘feitelijk’ als minderwaardig konden bestempelen. “Deze pseudowetenschap legitimeerde racisme dus”, aldus Janse.
Lebensraum
Dat idee dat volken niet gelijk zijn - en sommige volken daarmee beter dan andere - was begin twintigste eeuw natuurlijk ook in Duitsland aanwezig, vertelt Janse. “De Duitsers gaven daar invulling aan door volken die zij als minderwaardig zagen te verdrijven of te doden om zo Lebensraum te creëren voor het Duitse volk”, vertelt Janse. “Of door ‘Duitswaardige’ bevolkingsgroepen de Duitse manier van leven op te dringen, en hen dus om te vormen tot een ander volk.” In die tijd is het Duitse begrip ‘Umvolkung’ ontstaan.”
Deze term betekent gek genoeg het tegenovergestelde van de Nederlandse variant, die ook in die tijd is ontstaan. Waar ‘Umvolking’ staat voor het doel om andere volken te vervangen, weerspiegelt het Nederlandse ‘omvolken’ de angst om vervangen te worden. Overigens noemde de bedenker van deze nieuwe invulling (nazi-demograaf Friedrich Burgdorfer) niet migratie, maar de dalende geboortecijfers als belangrijke oorzaak van omvolking, en dus het ten onder gaan van het ‘Duitse ras’.
Barbaren
Hoewel de termen ‘Umvolkung’ en ‘omvolking’ dus pas in de twintigste eeuw zijn bedacht, is het gedachtegoed veel ouder. “Het idee dat je je eigen volk moet verdedigen tegen andere volken is even oud als de mens zelf”, aldus Janse. “De oude Grieken hadden bijvoorbeeld een term voor iedereen die niet Grieks was: ’Bárbaros’.” Hoewel het begon als neutrale term, werden er steeds meer negatieve eigenschappen toegedicht aan deze ‘barbaren’, zoals wild, vreemd en onbeschaafd. Wat wij nu nog steeds kennen als ‘barbaars’. “Het idee dat mensen uit andere volken anders en daarom niet goed genoeg of evenveel waard zijn als mensen uit jouw volk bestaat dus al eeuwenlang. Alleen het narratief eromheen verandert.”
Zo werd het na de raciale misdaden van nazi-Duitsland bijvoorbeeld niet meer geaccepteerd om etniciteiten biologisch van elkaar proberen te onderscheiden. “Sindsdien gebruiken radicaal-rechtse politici begrippen als ‘cultuur’, legt Janse uit. “En dat is een bewuste omschakeling geweest.” De fanatieke neonazi’s zullen zich daar weinig van hebben aangetrokken, denkt Janse, maar voor iedereen die sinds die tijd politiek iets wilde bereiken, was dit anders. “Om die ongelijke behandeling nu te rechtvaardigen, begonnen ze te spreken over onoverbrugbare culturele en religieuze verschillen”, vertelt Janse. “Dat kan je zien als cultureel racisme.”
Complotten
Tegenwoordig is er ook nog een complot-element aan het debat toegevoegd. De zogenaamde ‘omvolkingstheorie’. Deze complottheorie beschrijft dat westerse elites moedwillig andere volken - in dit geval vooral moslims - binnenhalen om de westerlingen te vervangen. “Dat idee werd gelanceerd in het boek Eurabia uit 2005, dat beweerde dat Europese leiders bewust zouden samenwerken met de Arabische Liga om Europa te islamiseren, in ruil voor goedkope olie.” Een andere verklaring voor deze omvolking is dat linkse politici daarmee stemmen kunnen winnen van migranten.
Door complottheorieën als deze kunnen radicaal-rechtse politici ‘omvolkingstheorie’ en ‘omvolking’ handig uit elkaar trekken, vertelt Janse. Het ene zou volgens hen doelen op een complot, het andere op een constatering. Toch hebben Faber en Klever nu ook formeel afstand genomen van die laatste term, vanwege de connotatie met de nazi’s. Dat stelt Janse echter niet gerust. “Je kan het anders verpakken, maar hetzelfde bedoelen.” Zeggen dat er ‘zorgelijke demografische ontwikkelingen zijn’ bijvoorbeeld. “Ook met deze nieuwgekozen formulering doelt Faber duidelijk niet op bijvoorbeeld Amerikaanse expats in Amsterdam, maar op minderheden die we kunnen herkennen aan bepaalde uiterlijke kenmerken en die daarmee worden gestigmatiseerd.”
Woordenspel
Het etnopluralisme gebruikt ook dit soort bewuste formuleringen, vertelt Janse. Deze doctrine stelt dat ieder volk recht heeft op een eigen ruimte om te leven op de manier zoals die cultuur dat doet. En dat culturen beter af zijn als ze niet met elkaar mixen. “Dat kan misschien klinken als een respectvolle houding naar alle culturen”, zegt Janse. “Maar als je je bewust bent van het opportunisme dat extreemrechts vaak kenmerkt, dan kun je dit ook interpreteren als een manier om te voorkomen dat verschillende culturen of volkeren met elkaar mengen. Het probleem is dat je dat wel tussen de regels door kan lezen, maar moeilijk hard kan maken dat het ook zo is bedoeld.”
De beste manier voor linkse politici om controle te krijgen over het migratiedebat is volgens Janse daarom door niet mee te gaan in dit woordenspel, maar door zelf met een nieuw frame te komen. “Leg uit waarom we migranten nodig hebben en bespreek hoe nieuwe migranten zo goed mogelijk kunnen integreren zodat ze zo snel mogelijk kunnen bijdragen aan de samenleving.” Dat werkt volgens Janse beter dan meegaan in het migratie-frame van de PVV. “Want of je nu in Nieuw-Zeeland te maken hebt met migrerende moslims of in Texas met Zuid-Amerikaanse vluchtelingen: uiteindelijk is de vrees voor omvolking niets meer dan de angst voor verandering, gecombineerd met een geromantiseerde versie van het verleden.”