Naar de content

Wablief?

Reparatie van gesprekken gaat overal ter wereld hetzelfde

DevonshireMedia, Flickr

Huh? Wie? Je moeder? Als je iemand niet goed verstaan hebt, vraag je om opheldering. En hoe je dat doet, is in alle talen ter wereld ongeveer hetzelfde, zo blijkt uit vergelijkend onderzoek van het Nijmeegse Max Planck Instituut. De onderzoekers wonnen 18 september 2015 de Ig Nobelprijs met eerder onderzoek naar het woordje ‘huh?’.

17 september 2015

Iemand zegt iets tegen je terwijl je een film zit te kijken. Of er komt net een brommer voorbij op het moment dat een vriend een spannend verhaal vertelt. Grote kans dat je het niet verstaan hebt. In een gesprek vragen we gemiddeld elke anderhalve minuut om opheldering. Gemiddeld gaan er zelfs geen vijf minuten voorbij zónder dat we om een ‘reparatie van de conversatie’ vragen.

“Dat is veel vaker dan we hadden verwacht,” vertelt Mark Dingemanse, een van de twaalf taalwetenschappers die gezamenlijk evenzoveel talen onder de loep namen. “Onduidelijkheden in conversaties repareren we zo snel en efficiënt dat we ons er helemaal niet bewust van zijn hoe vaak we dat eigenlijk doen.”

In het onderzoek zijn twaalf talen meegenomen, afkomstig uit acht verschillende taalfamilies en gesproken in vijf werelddelen. De onderzoekers maakten in deze gemeenschappen video-opnames van alledaagse, spontane gesprekken. De opnames zijn uitgebreid gecodeerd, onder andere voor omgevingsgeluiden en wat mensen aan het doen zijn, zodat de onderzoekers goed konden analyseren wanneer een gesprek spaak loopt en hoe dit gerepareerd wordt.

Radboud Universiteit

Hè?

Wereldwijd blijken verschillende talen deze gespreksreparaties opvallend identiek aan te pakken. De taalwetenschappers onderscheidden hiervoor drie verschillende manieren. De eerste is het eenvoudige ‘hè?’ of ‘huh?’, waarmee je de ander vraagt de zin helemaal opnieuw te zeggen. Eerder toonden Dingemanse en zijn collega’s dan ook al aan dat dit woordje ‘hè’ in veel talen rond de wereld ongeveer hetzelfde klinkt.

Een andere manier is om te vragen naar een specifieke opheldering, zoals ‘wie?’ of ‘wanneer?’. Dit reparatieverzoek zal de eerste spreker minder tijd kosten om uit te voeren, omdat hij slechts enkele woorden zal hoeven te herhalen. De derde en meest efficiënte methode is het herhalen voor controle: ‘Wie, Jaap?’, ‘vanmorgen?’. De spreker hoeft dan alleen met ja of nee aan te geven of je het goed verstaan hebt.

“Overal ter wereld gebruiken mensen dit reparatiesysteem op een altruïstische manier,” aldus Dingemanse. “We geven de voorkeur aan de manier die het de ander zo makkelijk mogelijk maakt, zodat de totale hoeveelheid werk verkleind wordt. Dit laat zien hoe door en door sociaal ons taalgebruik is.”

Zelfde lijnen, andere kleuren

Dat dit reparatiesysteem universeel is, is bijzonder, omdat talen op veel gebieden juist enorm van elkaar kunnen verschillen. Zo is er grote onderlinge variatie in klanksystemen, woordenschat en grammatica. “Theoretisch was het mogelijk dat we een taal hadden gevonden waarin je alleen met ‘huh?’ om opheldering kunt vragen,” legt Dingemanse uit. “Maar blijkbaar is hoe we taal gebruiken behoorlijk universeel. Dat vonden we eerder al met ons onderzoek naar het woordje ‘huh?’ en bij ander onderzoek naar beurtwisselingen, en nu dus weer.”

Binnen de drie verschillende reparatiemethoden blijkt wel ruimte voor wat interne variatie. In het Siwu, een Ghanese taal, kun je bijvoorbeeld nog specifieker naar een opheldering vragen dan dat wij dat kunnen. Ons ‘wat?’ verwijst specifiek naar een ding, maar in het Siwu kan je het ‘wat?’ een uitgang geven waarmee je heel precies naar een bepaalde categorie vraagt, iets als ‘wat-keukengerei?’. Dingemanse: “De talen functioneren allemaal binnen hetzelfde universele kader, maar de eigen grammatica bepaalt hoe daarbinnen ingekleurd wordt.”

Nieuwe mogelijkheden

De komende tijd gaat het team verder zoeken naar andere universalia in ons taalgebruik. “We kijken nu bijvoorbeeld naar hoe je in verschillende talen iets van elkaar gedaan probeert te krijgen. Hier zijn verschillende manieren voor en die lijken in alle talen terug te komen,” aldus Dingemanse. “Eigenlijk kunnen we pas sinds kort dit soort onderzoek doen, omdat het voorheen simpelweg niet mogelijk was om zo veel uren spontane spraak te registeren in de meest afgelegen gebieden. Er liggen waarschijnlijk nog meer verrassende ontdekkingen in het verschiet.”

Bron:
  • Dingemanse, Mark, Seán G. Roberts, Julija Baranova, Joe Blythe, Paul Drew, Simeon Floyd, Rosa S. Gisladottir, Kobin H. Kendrick, Stephen C. Levinson, Elizabeth Manrique, Giovanni Rossi, and N. J. Enfield. 2015. Universal Principles in the Repair of Communication Problems PLOS ONE 10 (9): e0136100. doi:10.1371/journal.pone.0136100.
ReactiesReageer