De redactie van Kennislink krijgt regelmatig lezersvragen. Zo vroeg een lezer zich af waarom vrouwen gemiddeld twaalf keer per jaar vruchtbaar zijn terwijl dit bij andere dieren niet het geval is. Is het de bedoeling dat de vrouw van de Homo sapiens doorlopend zwanger raakt en kinderen baart?
De belangrijkste reden is dat er voor de mens geen voor- of nadeel is om in een bepaald seizoen het levenslicht te zien. In tegenstelling tot bijvoorbeeld lammetjes en kalfjes die altijd in de lente ter wereld komen heeft een mensenkind gelijke overlevingskansen in elke maand van het jaar. Vandaar dat vrouwen gemiddeld elke maand kans hebben om in verwachting te raken.
Seizoensafhankelijkheid
In principe hebben alle zoogdiervrouwtjes hetzelfde reproductieve systeem, waarin ze een menstruatiecyclus doorlopen. Binnen deze cyclus vindt de eisprong plaats, waarbij een vrouw zwanger kan raken. Omdat de eitjes maar een beperkte levensduur hebben, is de vrouw niet tijdens de hele cyclus vruchtbaar. Tussen zoogdiersoorten onderling is er een verschil in tijd tussen deze cyclussen. Zo zijn sommige soorten meerdere keren per jaar vruchtbaar, zoals de mens, bepaalde apensoorten, katten en koeien. Andere diersoorten worden alleen in een bepaalde tijd van het jaar zwanger en zijn dus seizoensgebonden.
Beren en wolven bijvoorbeeld hebben maar één broedseizoen per jaar. Bij deze soorten is de timing van de bevalling erg belangrijk, omdat het broedseizoen een grote invloed heeft op de overlevingskans van de kleintjes. Hierbij kan je denken aan de hoeveelheid voedsel die voorradig is, migratie-patronen en de aanwezigheid van roofdieren. Meestal is het gunstige seizoen in de lente, denk maar aan de lammetjes in de wei en de jonge tjirpende vogeltjes in de lente.
Evolutie van de menstruatiecyclus
De gemiddelde cyclus van de vrouw duurt 28 dagen bij de Homo sapiens. Als we onze evolutionaire stamboom er even bijhalen en de cyclussen van onze naaste voorouders de primaten bekijken, zien we dat de meeste apensoorten een soortgelijke menstruatiecyclus hebben als de mens. Veel soorten hebben een gemiddelde cyclus van dertig dagen waarbij ze drie tot vier dagen vruchtbaar zijn. Het evolutionaire voordeel van meerdere cycli is dat je een grotere kans hebt op om bevrucht te raken. Omdat wij mensen daarnaast niet seizoensgebonden zijn kunnen we gerust het hele jaar door onze gang gaan.
Zoogperiodes
Ondanks dat vrouwen het hele jaar vruchtbaar zijn, kunnen ze niet achter elkaar zwanger raken. Dat komt omdat naast omgevingsfactoren als het seizoen nog een andere factor de zwangerschapskans beïnvloedt. Als we weer even teruggaan naar onze stamboom, valt het op dat zowel primaten als mensen een lange zoogperiode hebben. Dat is de periode dat een kind voeding krijgt van de moeder in de vorm van borstmelk. Zogen vindt alleen plaats bij zoogdieren, omdat deze diersoorten melk produceren. Tijdens deze periode steekt de moeder veel tijd en energie in het kind, en heeft ze minder tijd voor nog een kind. In de zoogperiode is de moeder dan ook minder vruchtbaar. Let wel ‘minder’: het komt voor dat ze desondanks toch zwanger raakt.
Evolutionair gezien is het handig als de moeder zoveel mogelijk nakomelingen produceert en dus na de geboorte snel zwanger kan raken, maar het is voor de kinderen belangrijk om een goede start te maken en dat lukt beter als de moeder niet direct weer zwanger raakt. Zoogdieren met een lange zoogperiode hebben dus een hoog geboorte-interval, de tijd tussen twee kinderen in.
Vrouwen in Nederland
Uit statistieken van het CBS blijkt dat het gemiddeld aantal kinderen per vrouw in Nederland de afgelopen eeuw flink is afgenomen. Nu ligt het gemiddelde op 1,7 kind per vrouw. Hoeveel kinderen Nederlandse vrouwen uiteindelijk baren hangt natuurlijk niet alleen af van hun natuurlijke systeem, maar ook van bijvoorbeeld culturele factoren, het vinden van een partner en ‘het plannen van zwangerschappen’. Opvallend is dat er binnen Nederland toch een soort seizoenspatroon te vinden is. Er vinden namelijk veel geboortes plaats in de nazomer. Bepaalde weersomstandigheden als veel daglicht, zonnig weer en het zien van de bloeiende natuur in de lente hebben invloed op de stemming van mensen. Helemaal seizoensonafhankelijk zijn wij dus niet.