In Duitse concentratiekampen zetten nazi-artsen al hun ethische en professionele bezwaren opzij om de meest gruwelijke experimenten uit te voeren op gevangenen. Het was een goede manier om carrière te maken, of om wetenschappelijke doorbraken te bereiken. Daan de Leeuw belicht dit lugubere onderwerp in zijn afstudeerscriptie. Hij werd beloond met de Volkskrant-IISG Scriptieprijs voor Geschiedenis.
Het gaat tegen elke medisch-ethische beroepscode in: artsen die medische experimenten – vaak met dodelijke afloop – uitvoeren op gevangenen in concentratiekampen. Artsen zijn immers opgeleid om mensen beter te maken, niet om mensen te vermoorden. Historicus Daan de Leeuw, tot voor kort student geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, raakte gefascineerd door de beweegredenen van deze doktoren.
“Sinds ik een jaar of twaalf was, ben ik geïnteresseerd geweest in de Holocaust en andere genociden,” mailt De Leeuw uit Zuid-Amerika. “Tijdens mijn studie heb ik me hierin gespecialiseerd. Voor mijn stage aan het NIOD kwam ik in een boek Dr. med. Erwin Ding-Schuler tegen, die medische experimenten uitvoerde in concentratiekamp Buchenwald. Ik kende de experimenten van Dr. Mengele uit Auschwitz wel, maar toen ik dit las realiseerde ik me dat er tientallen en wellicht honderden andere artsen moeten zijn geweest die dit soort experimenten deden. Het onderwerp intrigeerde mij direct, en ik realiseerde mij dat een goede verklaring van dit gedrag van artsen nog niet bestond.”
Zieke lichamen
Het uitvoeren van medische experimenten is zeker niet uniek aan de nazi-periode, schrijft De Leeuw in zijn scriptie In the Name of Humanity. Nazi Doctors and Human Experiments in German Concentration Camps, 1939-1945. Door nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen aan het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw, zoals bacteriologie en farmacologie werden menselijke experimenten noodzakelijk geacht om vooruitgang te boeken.
Vrijwel overal in Europa werden experimenten uitgevoerd, vaak zonder toestemming op armlastige mensen in ziekenhuizen, geesteszieken of kolonialen. Vaak gebeurde dat in het geheim. Maar als experimenten uitlekten was daar ethische discussie over. Tijdens het Interbellum kwam, vooral in Duitsland maar ook elders, het idee op dat een samenleving als geheel een ‘ziek lichaam’ kon zijn. Doktoren gingen bepalen wie ‘nuttig’ en ‘onnuttig’ was voor de gezondheid van de staat.
De opkomst van Hitler’s Derde Rijk met zijn rassenwetten maakte een einde aan de discussies. Door de oorlog met de Sovjet-Unie en het begin van de Holocaust stroomden de concentratiekampen vol met onnuttige Untermenschen: Joden, Russische krijgsgevangenen en andere groepen die toch gedoemd waren te sterven. Om ze toch een functie te geven, gingen nazi-artsen ze grootschalig gebruiken voor medische experimenten. Met als doel het ontwikkelen van nieuwe medicijnen, het ‘genezen’ van homoseksuelen of het vinden van overlevingstechnieken voor het leger; allemaal zaken om de mensheid als geheel op wetenschappelijke basis te verbeteren.
“Dankzij het Derde Rijk kon een jonge groep artsen zeer snel carrière maken, veel gemakkelijker dan voorheen mogelijk was,” zegt De Leeuw. “Oudere artsen hoopten dat het onderzoek hen een wetenschappelijke doorbraak zou opleveren.” Maar de meeste experimenten werden van bovenaf georganiseerd, meestal door de SS. “De SS rekruteerde alleen artsen of gaf toestemming voor experimenten aan artsen die het nationaalsocialisme aanhingen en die 100 procent betrouwbaar waren. Bij twijfel werden artsen niet ingeschakeld.”
Nutteloos en inferieur
Na de oorlog voelde geen enkele betrokken arts, een uitzondering daar gelaten, berouw voor de gruwelijke experimenten die ze in opdracht van de SS uitvoerden. Ze hielden allemaal vol dat ze wetenschappelijk bezig waren en enkel deden wat goed was. Ze voelden geen enkel medisch-ethisch bezwaar, omdat ze hun slachtoffers als verder nutteloos en inferieur zagen. Ze waren zo overtuigd van het nationaalsocialisme dat ze hun artseneed (Eed van Hippocrates) moeiteloos opzij zetten.
Volgens de jury van de Volkskrant-IISG scriptieprijs schreef De Leeuw ‘Een overtuigende, huiveringwekkende en genuanceerd MA-scriptie waarin de theorie duidelijk en kritisch wordt besproken’. Daan de Leeuw reist op dit moment over de wereld. “Begin 2015 ben ik weer terug in Nederland. Dan wil ik een promotievoorstel schrijven. Niet over dit onderwerp, omdat er weinig nieuws meer uit te halen valt, maar in ieder geval een onderwerp in het veld van Holocaust- en genocide studies, want daar ligt nog steeds mijn grote interesse.”