Het Nederlandse paspoort van mensen met een dubbele nationaliteit moet worden ingetrokken, vinden veel politici door het geweld tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv. Maar wat betekent dat juridisch?
Nationaliteitsafname is niets nieuws. Het ontstond in de vorige eeuw in samenhang met de opkomst van het nationalisme. Vanaf de eerste keer dat nationaliteitsafname gebeurde, was het vooral gericht op (mensen die worden gezien als) vreemdelingen. Veel Europese landen namen de laatste tien jaar wetten aan die nationaliteitsafname mogelijk maakten na terroristische aanvallen in steden zoals Brussel en Parijs.
Nationaliteitsafname is uitsluitend mogelijk bij mensen met een dubbele nationaliteit omdat het volgens het internationaal recht niet mogelijk is om een persoon staatloos te maken. Juist het feit dat nationaliteitsafname gericht is op mensen met een dubbele nationaliteit brengt het in het vizier van het anti-discriminatierecht. Want vaak zijn mensen met een dubbele nationaliteit ook mensen met een migratieachtergrond.
Indirecte rassendiscriminatie
Maar voordat ik uitleg waarom nationaliteitsafname rassendiscriminatie is, moet ik eerst een paar belangrijke juridische begrippen duiden. Anti-discriminatiewetgeving verbiedt zowel directe als indirecte discriminatie. Directe discriminatie gebeurt wanneer je op grond van een persoonlijk kenmerk, zoals je ras en je etniciteit, ongunstiger wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie. Een voorbeeld van directe rassendiscriminatie: borden die aangeven dat zwarte mensen niet toegelaten zijn in een gebouw of het openbaar vervoer. Directe discriminatie is dus ondubbelzinnig.
Indirecte discriminatie is een soort van verkapte discriminatie. Een voorbeeld van indirecte genderdiscriminatie is een wet die bepaalt dat mensen die halftijds werken minder geld per uur moeten krijgen dan mensen die voltijds werken. Aangezien vrouwen vaak halftijds werken omdat velen van hen ook ervoor kiezen om voor hun kinderen te zorgen, benadeelt deze wet vooral vrouwen, in vergelijking met mannen.
Nationaliteitsafname is een voorbeeld van indirecte rassendiscriminatie. Wetten om de Nederlandse nationaliteit af te nemen worden vaak neutraal geformuleerd waardoor je de indruk krijgt dat die wetgeving op iedereen op een gelijkwaardige manier van toepassing is. Echter, een groot deel van de mensen met een dubbele nationaliteit in Europese landen zijn mensen met migratieachtergrond. Meer specifiek, het gaat vaak om immigranten en hun nakomelingen. Een groot deel van mensen zonder dubbele nationaliteit in Europese landen zoals Nederland, Duitsland, en Frankrijk zijn witte Nederlanders, Duitsers, en Fransen.
Deze feiten tonen aan dat, hoe neutraal geformuleerd een wet rond nationaliteitsafname mag lijken, het heeft altijd een buitenproportioneel negatieve impact op mensen met een migratieachtergrond. Nationaliteitsafname veroorzaakt daarom indirecte rassendiscriminatie. Het spreekt voor zich dat Nederland gehouden is aan (internationaal) mensenrechtelijke verplichtingen om mensen niet raciaal te discrimineren.
Een hellend vlak
Een ander probleem met nationaliteitsafname is dat ze van mensen met een dubbele nationaliteit tweederangsburgers maakt omdat hun burgerschap voorwaardelijk wordt. Ook wekt het een dubbele standaard tot leven. Wetgeving met het doel om de Nederlandse nationaliteit af te nemen bij mensen met een dubbele nationaliteit wordt vaak ingezet als een bijkomende straf na een andere hoofdstraf voor de gepleegde strafbare feiten.
De rassendiscriminatie bij nationaliteitsafname wordt helder wanneer je ziet dat mensen zonder dubbele nationaliteit, vaak witte mensen, die dezelfde strafbare feiten begaan, de bijkomende straf niet kunnen krijgen. Naast de dubbele standaard, stigmatiseert nationaliteitsafname ook mensen met een migratieachtergrond.
De Ander
Ten slotte is het belangrijk om te begrijpen dat de redenen om over te gaan tot nationaliteitsafname vluchtig zijn en snel kunnen veranderen. Hierdoor kunnen verschillende kwetsbare groepen die op verschillende tijdstippen als ‘de Ander’ worden aangeduid te maken krijgen met wetten die proberen om de Nederlandse nationaliteit af te nemen. Dit komt doordat verschillende factoren kunnen worden gebruikt om mensen raciaal te onderscheiden. Naast een dubbele nationaliteit kunnen huidskleur, religie, en zelfs taal gebruikt worden om mensen op raciale en etnische basis te onderscheiden. Met andere woorden, wetten over nationaliteitsafname zijn een hellend vlak en vormen een gevaar voor ons allen.