Naar de content
Podcast
Podcast

Waarom lachen we?

Seizoen 4 - Afl. 1 met Chris Riddell

Tranen over je wangen, pijn aan je kaken, zo hard kun je om sommige dingen lachen. Maar waarom doen we dat eigenlijk? Lachen is sociale lijm, zo legt ontwikkelingspsycholoog Chris Riddell uit.

23 januari 2025
Afspelen icoon
Podcast
Podcast

Waarom lachen we?

0:00
17:32

Voor veel jonge ouders is het een stralend hoogtepunt in die eerste periode na de bevalling: het eerste lachje van hun baby. Meestal verschijnt die na een week of zes, precies op het moment dat ze snakken naar een teken van wederkerigheid na vele gebroken nachten, gehuil en poepluiers. Vanaf dan ontwikkelt dat voorzichtige lachje zich tot een aanstekelijke schaterlach. Maar waarom eigenlijk? Wat is de functie van lachen? Dat onderzoeken we in deze eerste aflevering van het vierde seizoen van de podcast Oplossing gezocht.

Te gast is ontwikkelingspsycholoog Chris Riddell, die aan de Universiteit Leiden onderzoek doet naar emoties. Hij legt aan podcast-hosts Robert Visscher en Nour Eldín Emara uit waarom we lachen, en waarom dat bij kinderen een andere functie heeft dan bij volwassenen. En hoe zit het eigenlijk bij dieren? Halen die wel eens onderling een grapje uit of proesten ze het uit als ze een soortgenoot zien struikelen? Riddell vertelt hoe het zit én hoe we dat weten. Luister naar de aflevering in jouw favoriete podcastapp (Spotify, Apple) of kijk hierboven de video op Youtube.

Transcript

Oplossing gezocht - Waarom lachen we?

===

Persoon 1: De laatste keer was een paar seconden geleden toen ik die sopbubbel over Fleur haar hoofd heen trok.

Persoon 2: Ja, ik moest zo lachen. Zo gaat het eigenlijk altijd bij ons.

Persoon 3: Ik denk wel vandaag.

Persoon 4: Ik heb in de trein naar Amsterdam toe net wel hard gelachen.

Robert: Sommige dingen, die weet je gewoon. Of nou ja, die denk je te weten. Maar klopt het eigenlijk wel? En hoe weet je dat dan zo zeker? Hoe is dat ooit vastgesteld? Nou, deze vragen stellen we onszelf én jou elke aflevering in deze podcast Oplossing Gezocht, gepresenteerd door NEMO Kennislink. Mijn naam is Robert Visscher.

Nour: En ik ben Nour Eldín Emara en we zitten in de boardroom van het NEMO Science Museum. Deze aflevering vragen we ons af: waarom lachen wij eigenlijk? We filosoferen zo door op deze vraag en ontwikkelingspsycholoog Chris Riddell brengt ons straks het verlossende antwoord. Maar eerst hoe denken de bezoekers van NEMO Science Museum hierover? Persoon 5: Ik heb me dat ook altijd afgevraagd en volgens mij heeft het te maken met... als je de situatie gek of ongemakkelijk vindt, dan kun je erom lachen, want dan voel je je eigenlijk wel weer beter, zoiets. Persoon 6: Ik denk actie-reactie op iets wat er gebeurt of wat gezegd wordt. En dat is denk ik voor iedereen anders. Niet iedereen zal hetzelfde grappig vinden. Persoon 7: Ja, het zal iets te maken hebben met het stofje dat vrijkomt waardoor je lipspieren, waardoor je die gaat aantrekken. Persoon 8: Ik zat juist meer in de andere hoek te denken van dat het ook een manier van communiceren is met elkaar. Lachen is een beetje een taal die iedereen spreekt, dus dan doe je dat om met anderen op één lijn te kunnen liggen over dingen of elkaar te begrijpen.

Robert: Dat zijn al een heleboel mooie reacties. Maar hoe denk jij eigenlijk dat het zit, Nour?

Nour: Ja, ik heb er even over nagedacht en wat me bij is gebleven eigenlijk al van jongs af aan is: lachen is gezond. Ik dacht kan ik daar ook argumenten voor vinden? Maar er zijn denk ik wel redenen voor. Allereerst lachen brengt wel echt een soort ontspanning zou ik zeggen. Ik ben altijd ontspannen wanneer ik lach en ook andersom. Wanneer ik heel erg gestrest ben, dan is het toch lastiger om te lachen. Ik weet niet of je dat herkent ook?

Robert: Ja, ja, je moet een beetje relaxed zijn, toch? In een relaxte sfeer zitten.

Nour: Juist ja.

Robert: Ik vind dat wel een goed punt.

Nour: Dus is lachen op zichzelf dan ook gezond? Nou, ik heb een klein beetje de boeken in gedoken, moet ik toegeven. En...

Robert: Ja, dat is misschien wel goed om te zeggen, je bent arts hè?

Nour: Ja, ja, daarom. Dus ik kon het toch niet laten. En wat blijkt? Dat zullen mensen misschien ook al weten, bij lachen komen endorfines vrij. Dat zijn neurotransmitters. Kleine stofjes in het brein. En die werken als een soort morfine-achtig middel. Dus het kan ook echt pijn onderdrukken.

Robert: Dus het is een soort drugs, maar dan gezond? Kan ik het zo zeggen?

Nour: Je zou het bijna een soort drugs kunnen noemen, zeker. Ja. En op die manier, dus wanneer jij pijnlijk bent en dan gaat lachen, dat klinkt misschien als een totaal ongepaste situatie, maar komt dus zeker voor. Op dat moment onderdrukt het dus ook echt de pijn. Er is zelfs zoiets als lachtherapie. Daar wist ik van tevoren helemaal niets van af. Had jij daar eerder van gehoord, of?

Robert: Nou ja, toevallig wel. Ik zat hier in het NEMO Science Museum, waar we nu zijn. Daar was de Museumnacht een paar weken geleden. En daar presenteerde ik een programma daar interviewde ik iemand en in de zaal naast ons was lachtherapie met een hele grote groep. En die mensen zijn...

Nour: Dat is een heel bijzonder beeld, denk ik.

Robert: Ja, het was vooral een geluid. Ik heb het niet gezien, maar ik heb het wel heel erg gehoord. Er werd aan één stuk door gelachen en daar komt mijn theorie eigenlijk vandaan. Ik merkte dat dat best wel aanstekelijk was. In het begin denk je nog, dit is heel raar, maar als je zoveel mensen hoort lachen, begin je zelf ook een beetje te lachen. En dat is mijn punt. Ik denk namelijk dat het net iets anders zit. Ik denk dat lachen iets sociaals is. Dus net zoals dat ik aansloeg op dat gelach wat ik hoorde. En net zoals dat als ik een grapje maak en jij lacht, laten we zien van, hey, we vinden elkaar eigenlijk wel heel erg aardig. Ik zie het als een soort lijm, lijm tussen mensen, lijm tussen groepen waarin we eigenlijk zeggen ook, wij horen bij elkaar, wij vinden dezelfde dingetjes grappig, maar ik vind jou ook een hele aardige vent, Nour. En ik lach om jouw grapjes. Jij lacht om mijn grapjes. En we lachen misschien wel zelf weer om iets anders en dat vinden we dan dezelfde humor.

Nour: Ja, vooruit. Dan is dat je kan knikken bijvoorbeeld. Of gewoon met oogcontact kan laten weten, ik heb je gehoord, Robert, zou dat ook met een lachje kunnen bijvoorbeeld.

Robert: Of ja, inderdaad een beetje op die manier. Ik denk dat, in een contactadvertentie staat heel vaak humor en volgens mij is dat inderdaad wat we zoeken. We zoeken iemand in ons leven om mee te lachen. En of dat nou een vriend is of een vriendin, of een vriendinnetje of een vriendje. Nour: Of in een relatie, inderdaad. Humor is een van de aantrekkelijkste dingen, hoor ik vaak langskomen. Dus misschien zelfs die verbinding kan het smeden.

Robert: Ja, wie weet. Ik denk dat hier wat in zit. Een soort lijm tussen mensen.

Nour: Nou, we hebben het ook aan onze luisteraars voorgelegd en wat blijkt? De meeste mensen gaan toch echt voor jouw antwoord, Robert. De sociale verbinding, daar zien mensen meer heil in dan de gezondheidseffecten. Maar ja, als we echt antwoord willen op deze vraag, zullen we het moeten voorleggen aan een expert, denk ik.

Robert: Zo hebben we al veel ideeën voorbij horen komen en bij ons in de studio is aangeschoven Chris Riddell. Jij bent ontwikkelingspsycholoog aan de Universiteit Leiden en gespecialiseerd in emoties. En dus leggen we aan jou die vraag voor: waarom lachen we nou eigenlijk?

Chris: Ja, het verlossende antwoord... Eigenlijk hebben jullie allebei gelijk. Lachen heeft heel veel functies en als we het over volwassen mensen hebben, dan heeft lachen zowel een sociale functie als een functie voor onszelf. Dus door te lachen verbinden we onszelf met andere mensen in onze omgeving. Maar ook heeft lachen ook iets voor onszelf, namelijk dat het lachen, het voelt goed. Er komen inderdaad die endorfines, stofjes vrij. Dus dat wil zeggen eigenlijk dat het allebei de functies heeft.

Robert: Maar dat is mooi, want ik noemde het een soort lijm. Een beetje lijm tussen mensen, zit ik daarmee dus wel in de goede richting?

Chris: Jazeker, en dat is ook iets waar ik onderzoek naar doe. En dat is het aanstekelijke lach. Dus door te lachen gaan andere mensen in onze omgeving ook lachen. Lachen is echt heel erg aanstekelijk, dus dat zorgt ook voor verbinding met andere mensen. Dus inderdaad, je kunt het ook zien als een soort sociale lijm.

Nour: Ja, je had het over volwassenen onderling.

Chris: Ja.

Nour: Dat suggereert dan ook verschil tussen kinderen en volwassenen.

Chris: Klopt.

Nour: Om even te beginnen met... Beginnen we als kinderen al meteen met lachen, of is dat iets wat later pas ontstaat?

Chris: Nee, dat gebeurt, ja ongeveer vanaf een maand of vier beginnen kinderen met lachen. En inderdaad, er is een verschil. Dus volwassenen, wij lachen voor heel veel verschillende redenen, maar bij hele jonge kinderen en ook bij andere dieren heeft lachen vaak te maken met speelgedrag. Dus als we met elkaar gaan spelen, dan wordt er vaak gelachen. Dus dat is iets wat je ziet bij jonge kinderen en ook bij andere diersoorten. Ik denk vooral aan mensapen. Maar dat ontwikkelt natuurlijk. En dan, als volwassenen lachen we voor meerdere redenen. In gesprekken en ook omdat dingen grappig zijn, dus humor, dat heeft er vaak mee te maken. Maar inderdaad bij kinderen en bij dieren is het vaak een kleinere groep contexten waar er gelachen wordt.

Robert: En zijn ze dan aan het lachen omdat, zit dan een van die kinderen voortdurend grapjes te vertellen of zo? Of is het meer van, hey, ik laat eigenlijk met deze lach zien, ik vind jou wel tof.

Chris: Ja, dat heeft natuurlijk te maken met welke leeftijd je het over hebt. Ik denk bij de hele jonge kinderen is het vaak gewoon onderdeel van dat spelen. En ja, daar wordt ook ja... dat gelach wordt ook gespiegeld bij kinderen, dus dat is ook... Dat zegt ook wel dat het een soort van primair sociale functie heeft. Maar als je wat ouder wordt en oudere kinderen, dan beginnen ze ook humor en grapjes met elkaar te vertellen. Dus dat verandert ook in de kinderjaren. Zeker.

Nour: Ja, we hebben nu vooral over fijne situaties. Dus wanneer er een grapje wordt verteld. Maar we lachen soms ook wel eens wanneer het eigenlijk helemaal niet zo gepast is om te lachen, heb ik het idee. Waarom lachen we dan eigenlijk?

Chris: Ja, dat geeft ook inderdaad een soort van verbinding met elkaar. Dus uit onderzoek met dat leedvermaak-onderzoek, weten we dat dat vaak gebeurt, ook vaker gebeurt bij iemand die we niet zo leuk vinden. Dus iemand die misschien een hogere status heeft dan onszelf. En als er daar iets mee gebeurt, als die omvalt of wat dan ook, gaan we dan ook lachen. En dat zorgt ook voor verbinding met andere mensen die dan in onze omgeving dus ook van dezelfde status... Dus het heeft ook iets met sociale hiërarchie te maken. En ja, dat kan een reden zijn waarom we ook in die niet zo prettige situaties lachen met elkaar.

Nour: Verklaart een soort nerveus lachje. Wanneer je dan inderdaad iemand tegenkomt die hoger dan jij in de hiërarchie staat.

Chris: Ja.

Nour: Ik heb ooit begrepen, maar zeg het vooral als het totaal niet klopt, maar dat het bij apen dan ook zo ongeveer werkt. Dat je dan je tanden laat zien en een soort van een lach simuleert als blijk van nou, dus niet dominantie, maar het tegenovergestelde.

Chris: Dus bij apen, dat is eigenlijk, dat is niet lachen, maar dat is inderdaad je tanden laten zien. Dat heet de bare teeth display. En dat is iets wat apen doen om onderdanigheid aan te tonen en dat heeft een homoloog, of dat is iets wat mensen ook doen, maar we denken dat dat een glimlach uit die bare teeth display komt. Dus dat is niet lachen per se. Als apen lachen, dan doen ze dat eigenlijk op bijna dezelfde manier als jonge kinderen. En dat is dus echt, ja, de mondhoeken omhoog en dan de kaak naar beneden en echt een soort hele lach-gezicht te laten zien. En dat is echt iets anders dan waar jij het nu over hebt.

Robert: Ik moet een beetje aan de Joker denken, weet je.

Chris: Precies.

Robert: Dat soort dingen dus echt een beetje, bijna hysterisch zouden we zeggen. Overdreven hoe je dat dan doet. Maar dat heeft waarschijnlijk dus een evolutionair iets, omdat je dat bij apen vindt.

Chris: Ja klopt.

Robert: Bij ons heeft zich dat ontwikkeld... Bij ons mensen heeft zich dat ontwikkeld tot de lach.

Chris: Ja tot de lach, inderdaad. Dat is een van de theorieën. Ja.

Nour: Ja. En dit klinkt als een hele logische verklaring, maar het lijkt me heel lastig om wel achter dit antwoord te moeten zijn gekomen. Waarom we als mensen lachen.

Chris: Ja.

Nour: Nu ben jij bij uitstek onderzoeker. Hoe pak je zoiets aan?

Chris: Ja, dat kan je op meerdere manieren doen. Ten eerste kan je hele gekke experimenten doen in het lab, dus dat doen wij graag als psycholoog. En dan nodig je mensen uit en je doet taakjes met mensen om ze aan het lachen te brengen. Dat is eigenlijk heel moeilijk, want dat is iets heel onnatuurlijks om... Je kan niet zomaar iemand uitnodigen en zeggen: ga maar lachen. Dat doen we gewoon in sociale interacties, heel moeilijk om dat dan op te wekken, maar het kan.

Robert: En hoe, wat voor taakjes hebben we het dan over?

Chris: Ja, dus. Wat wij doen in ons lab is bijvoorbeeld lachende filmpjes aan mensen laten zien. Dus mensen die aan het lachen zijn om dan dat echt aanstekelijke lach te meten.

Robert: Maar bijna een beetje die lachband van vroeger die je...

Chris: Dat kan, inderdaad, Dus dat wordt ook wel eens gedaan. Of inderdaad zo van die playback lachgeluiden wat je bijvoorbeeld op televisie hebt. Dus dat kan je ook aan mensen laten horen en dan zien wat er allemaal gebeurt.

Robert: Maar dat is dan zo’n onderzoek waarbij je dus... Oké, dus ik probeer me even voor te stellen, ik zit daar, ik hoor die lachband en lachen is aanstekelijk, hebben we het allemaal over gehad. Dus begin je eigenlijk zelf ook al een beetje te lachen en dan kijk je gewoon van wat er gebeurt. En dan kun je zeggen, ja als dat gebeurt: vinkje. Dit is dus een sociaal iets.

Chris: Klopt. Of ja, of je kan gewoon meten wat er in het lichaam gebeurt. Er zijn meerdere manieren om daar...

Robert: En dan kom je bij de endorfines van Nour aan?

Chris: Precies, of inderdaad iets simpeler zoals een hartslag of een huidgeleiding om te meten wat er met de fysiologische reactie gebeurt. Daarnaast kan je kijken naar kinderen, dus dat is ook wat ik doe. Dus kijken hoe kinderen omgaan met andere kinderen. Dus je hebt heel veel onderzoeken in basisscholen of bij de crèche om te kijken, hoe gaan kinderen om met elkaar. En ja, in welke situaties en contexten wordt er gelachen? Dus dat is eigenlijk geen experiment, maar een soort van observationele benadering.

Robert: Maar dat is wel heel interessant. dus jij zit dan als... Ik stel me dan voor dat je achter een, misschien wel een beetje zoals bij de politie, gespiegeld glas zit of zo. Ik weet niet of het ook zo is, maar...

Chris: Ja dat is dat is ook zo. Ja, ja.

Robert: Dus het is alsof je er niet bent en dan ben jij aan het waarnemen. Wat doen die kinderen allemaal? En wanneer lachen ze?

Chris: Wanneer lachen ze. En dan kan je achteraf op een computer allemaal gaan scoren. Dat duurt heel lang. Is een grote tijdsinvestering. Maar die... Dan kan je gewoon meten hoe ze zich gedragen.

Robert: Oké, dus een kindje valt. Daar wordt om gelachen. Dan zeg je oh, dit is een soort leedvermaak en dat ging op die manier verder. Of iemand vertelde een grapje of die juf deed iets geks of de meester, zo een beetje?

Chris: Ja, klopt.

Robert: Oh wat leuk!

Nour: De kracht daar is denk ik dat het dus niet geforceerd is. Dus je ziet echt hoe iemand zich gedraagt, gewoon in zijn natuurlijke habitat. Om het maar even in dierentermen ook te houden.

Chris: Ja, en vooral bij hele jonge kinderen... Zij zijn niet zo sensitief, ik bedoel in de zin van... zij gaan doen wat ze willen doen en ja, dat er een onderzoeker misschien erbij staat, dat maakt niet zoveel uit. Ze zijn gewoon bezig met kinderen zijn en dat heb je niet als volwassene. Als volwassenen, als wij dan in zo’n rare context worden geplaatst, dan gaan we ook hele gekke dingen doen.

Robert: Ja? Nou vertel, wat doen we?

Chris: Ja dus als je weet dat er een camera bijvoorbeeld aan jou is gericht, of dat iemand achter een spiegel staat, dan ga je je anders gedragen dan je normaal zou doen. En dat krijg je heel erg bij onderzoek met volwassenen wat je eigenlijk bij kinderen in ieder geval op veel mindere mate hebt.

Robert: Ja, want die kinderen gaan gewoon op in dat spel.

Chris: Precies.

Robert: En stel je voor, jij wordt opgenomen dan gedraag je je toch iets anders. Je wordt je veel bewuster van jezelf.

Chris: Ja, precies.

Robert: Je bent waarschijnlijk veel alerter, allemaal dat soort dingen en dat helpt dus niet voor de lach en de humor. Of zeker niet voor natuurlijk gedrag.

Chris: Nee, natuurlijk niet, want dat is echt iets wat we doen spontaan en ja, niet in zo’n labsituatie.

Nour: Ja, en dat maakt kinderen dus een interessantere groep om te onderzoeken. Zijn er nog andere specifieke groepen die interessant zijn om te onderzoeken? Als we de vraag stellen waarom we lachen als mensen? Chris: Ja, dus wij doen ook onderzoek in dierentuinen, dus dan eigenlijk precies wat we doen met mensen. Dan zetten we een scherm neer bij, ja, voor bijvoorbeeld mensapen zetten we een scherm neer. We spelen een filmpje en dan kijken we wat ze eigenlijk allemaal doen.

Robert: Dat vind ik heel grappig. Maar je speelt een filmpje, dus je zet die apen eigenlijk gewoon voor een soort televisie?

Chris: Precies.

Robert: Maar ook met lachende apen, of?

Chris: Ja, dus met met spelende... Wat wij hebben gedaan is spelende orang-oetans. Dus ja, orang-oetans die met elkaar aan het spelen zijn. Dan gaan we een scherm neerzetten en kijken, ja, wat doen ze, wat doen ze?

Robert: Ik vind het heel grappig. Ik weet niet waarom. Je begint ook te lachen. Maar wat, gaan ze dan zitten en kijken ze dan televisie net zoals wij mensen, of?

Chris: Soms wel. Het is wel, ja, je moet je ook een beetje inbeelden. Voor een aap is het natuurlijk heel raar. Dat is niet echt iets wat ze elke dag te zien krijgen. Ze doen wel mee aan verschillende onderzoeken, dus ze zijn wel bekend met een computerscherm of een televisiescherm. Dat is niet echt iets totaal geks. Maar ja, de filmpjes van andere apen. Het zijn ook apen die ze niet kennen, dus ze zijn ook wel een beetje geïnteresseerd. Soms niet, soms hebben ze er gewoon helemaal niks aan. Een aap, of een orang heeft ons scherm kapot gemaakt. Het is helemaal in elkaar geslagen. Ja dus, dat vinden ze... Ze zijn meer...

Robert: Dus die was niet aan het lachen.

Chris: Nee, die was niet van het lachen.

Nour: Dus wat leren we daarvan?

Chris: Ja, dat weet ik eigenlijk niet, want dat was. Wat leren we daarvan? Dat we onze schermen beter moeten...

Nour: Dat vooral, ja. En dat er nog veel onderzoek gedaan kan worden ook denk ik naar welke situaties, waarom we lachen, dat vooropgesteld.

Chris: Zeker, zeker.

Nour: Chris, ten slotte vroeg ik me eigenlijk af wanneer heb jij nou voor het laatst hardop moeten lachen?

Chris: Hardop moeten lachen, oef. Goede vraag, een beetje on the spot.

Nour: Weet je nog wat voor situatie dat was? Was het iets vrolijks of iets?

Chris: Ja, sowieso iets... Dat was dit weekend bij de film, in de film. Ik was een film aan het kijken. En dan. Ja, dat is iets...

Nour: En viel er dus iemand van z’n stoel of was het juist een heel mooi moment?

Chris: Nee, dat was iets. Dat was een grapje. Dat is echt iets humoristisch.

Nour: Kijk, dan daar houden we daarbij. Tot zover deze aflevering van Oplossing Gezocht. Over twee weken zijn Robert en ik weer bij je terug. Voor nu veel dank aan onze gast Chris Riddell.

Robert: Wil je meer weten over onze wetenschapsjournalistiek? Abonneer je dan op deze podcast via jouw favoriete podcast-app. Volg ons op Facebook, Instagram en X of bekijk onze website nemokennislink.nl Blijf nieuwsgierig en tot de volgende keer!

Huidige publicatie