Naar de content

Waarom is te veel zout slecht voor je nieren?

Een persoon giet zout over een bakje patat.
Een persoon giet zout over een bakje patat.
Emmy Smith

De meeste mensen in Nederland eten twee keer zoveel zout als wordt aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie. Het kan een hoge bloeddruk en nierschade veroorzaken met name bij nierpatiënten. Wat doet zout dan eigenlijk met je nieren?

11 juli 2017
Een potje tafelzout, gevuld met zout. Er ligt ook zout los voor het potje op een zwarte achtergrond.

Met zout bedoelen we meestal keukenzout: natriumchloride. De Wereldgezondheidsorganisatie raadt mensen aan om maximaal twee gram natrium te eten, wat gelijk staat aan vijf gram keukenzout. Maar Nederlanders eten gemiddeld acht tot dertien gram keukenzout per dag, te veel dus.

By Poyraz 72 (Own work) [CC BY-SA 4.0], via Wikimedia Commons

Als je veel zout eet, houdt je lichaam meer vocht vast. Hierdoor stijgt je bloeddruk. Een te hoge bloeddruk kan op den duur niet alleen je bloedvaten, maar ook de filters in je nieren onherstelbaar beschadigen. Die filters werken als een zeef in je lichaam: ze halen de afvalstoffen uit je bloed. Als ze niet meer goed werken, vergiftigt je lichaam daardoor zichzelf.

“Maar er is nog meer aan de hand”, legt nefroloog Martin de Borst van het Universitair Medisch Centrum Groningen uit. “De nieren spelen zelf ook nog een rol in het regelen van de bloeddruk: ze reguleren de hoeveelheid zout en vocht in het lichaam en maken een hormoon aan dat de bloeddruk regelt. Wanneer ze eenmaal beschadigd zijn, neemt de kans op een hoge bloeddruk daarom verder toe. Deze negatieve processen versterken elkaar en dit wordt allemaal beïnvloed door zout.”

Vaak merk je pas laat dat je nieren beschadigd zijn, omdat ze eerst harder gaan werken om de schade te compenseren. Maar daardoor slijten ze ook sneller. En als ze het nog maar voor vijftien procent doen, heb je een niertransplantatie of dialyse nodig om te overleven. Het is daarom van belang om nierschade tegen te gaan door een gezonde levensstijl.

Eiwitlekken

Zijn je nieren eenmaal beschadigd, dan ben je nierpatiënt. In Nederland heeft 1 op de 10 mensen chronische nierschade. En dan is het extra opletten, want zout is dan nog op een andere manier gevaarlijk. “Schade aan de nierfilters kan veroorzaakt worden door een hoge bloeddruk, maar ook direct door zout zelf”, zegt De Borst.

Nierpatiënten verliezen vaak eiwitten in de urine, omdat de filtertjes in de organen niet meer goed werken. Door zout wordt dit lekken van eiwitten nog erger, omdat er door het vastgehouden vocht nog meer druk op de nierfilters komt te staan. De eiwitten die hier vervolgens doorheen sijpelen, veroorzaken verderop in de nier een ontstekingsreactie omdat het weefsel niet tegen deze eiwitten bestand is. Dit veroorzaakt littekenweefsel, waardoor de nieren hun werk minder goed kunnen doen.

Zoutbeperking

Nierpatienten moeten dus extra letten op hun zoutinname. Maar ook zij eten vaak te veel zout, terwijl een zoutbeperkt dieet juist zorgt voor minder nierschade en een lagere bloeddruk. Dit laatste ontdekte De Borst in een onderzoek met vijf Nederlandse ziekenhuizen in 2016. “We hebben onderzocht wat een zoutbeperkt dieet doet met patiënten met chronische nierschade. We zagen een duidelijk effect van zoutbeperking. De deelnemers van het onderzoek aten eerst gemiddeld tien gram zout per dag en dat ging omlaag naar zes gram. Deze kleine beperking in zoutinname leidde tot een flinke vermindering van eiwitten in de urine en een lagere bloeddruk. Uit ander onderzoek weten we dat minder eiwit in de urine en een lagere bloeddruk op de langere termijn minder schade aan nieren en hart en bloedvaten geeft. Zelfs een kleine beperking in de dagelijkse zoutconsumptie leidt dus al tot grote gezondheidsvoordelen.”

&feature=youtu.be

Gewenning

Helaas is het in de praktijk lastig om de dagelijkse zoutconsumptie te verminderen. In veel supermarktproducten zit het. De Borst wil mensen bewust maken van de gevaren van daarvan. “Maar de voedingsindustrie is bezig met een tegengestelde beweging”, zegt hij. “We eten over het algemeen genomen niet minder zout dan een paar jaar geleden. In sommige chips wordt al wat minder gestopt, maar nu is de smaak karamel-zeezout populair. Het wordt zo zelfs extra toegevoegd aan bijvoorbeeld chocola.”

Een oplossing is volgens De Borst om verse producten te eten en geleidelijk aan minder zout. “Als je gewend bent om het veel te eten, smaakt zoutloos eten heel flauw. Het is een smaakversterker. Maar als je er een paar dagen of weken minder van eet, smaakt een kopje soep ineens heel vies. Je kunt je smaak dus veranderen.”

Karamel chocolade waar zout overheen wordt gestrooid op een zwarte plaat.

Zout wordt zelfs extra toegevoegd aan chocola.

Joanne Cheung - CC BY-NC-ND 2.0

En op warme dagen? Volgens De Borst hoeven we niet bang te zijn dat we te weinig zout binnenkrijgen. “Geen zout eten is eigenlijk geen optie, omdat het in zoveel voedingsproducten zit die we dagelijks eten, zoals brood. We zitten sneller aan de kant van te veel dan te weinig. Als je voldoende drinkt, heb je het niet extra nodig.”

Kaliumzout

Keukenzout bestaat meestal uit natrium. Kaliumzout is ook te koop, maar in mindere mate. In tegenstelling tot natrium, verlaagt kalium juist de bloeddruk. “Je nieren reageren op kalium door meer natrium uit te scheiden, waardoor je lichaam minder vocht vasthoudt en de bloeddruk omlaag gaat”, zegt De Borst. “Kalium werd al in de zeventiende eeuw gebruikt als plastablet bij de behandeling van vochtophoping.”

Kalium kan gunstige effecten hebben voor nierpatiënten, zoals een verminderde achteruitgang van de nierfunctie. Daarom doet De Borst ook mee aan het onderzoek van K+onsortium, dat onlangs is gestart. “Dit consortium start in september 2017 met een groot Nederlands onderzoek om het effect van extra kalium in de voeding op de nierfunctie bij nierpatiënten te meten.”

Waarom gebruiken we dan niet altijd kalium in plaats van natrium? “Ik weet niet goed wat daar de reden voor is”, zegt De Borst. “In Finland is vanuit de overheid besloten om in voedingsmiddelen alleen nog maar kaliumzout te gebruiken, dat heet Pansalt. Hierdoor is het aantal hart- en vaatziektes sterk afgenomen. In Nederland zou zoiets ook mooi zijn, maar dat is ook hier een taak van de overheid.”

Lees ook het artikel Niet langer bang voor kalium van NEMO Kennislinkredacteur Elles Lalieu over het K+onsortium.

ReactiesReageer