De sigaret wegleggen of minder snacken, veel mensen willen het, maar vaak lukt het niet. Waarom is het zo moeilijk om te stoppen met slechte gewoontes? Psycholoog Pam ten Broeke geeft antwoord.
Als ‘s ochtends de wekker gaat, stap je uit bed en sjok je naar de douche. Je droogt je af en hangt de handdoek over het rek, steekt je benen door de pijpen van je spijkerbroek. Na het ontbijt poets je je tanden en pak je je fietssleutel van het haakje. Je stapt op de fiets en slaat af richting centrum, op weg naar je werk. Je doet het allemaal op de automatische piloot, zonder er echt bij na te denken.
Gewoontes zijn een deel van het dagelijks leven en meestal zijn ze heel handig. Naarmate gedrag een gewoonte wordt, vraagt de actie minder mentale energie, waardoor je brein de ruimte heeft om zich op iets anders te focussen.
Komt het op onze gezondheid aan, dan bestaan er goede en minder goede gewoontes. Roken, veel snacken of bankhangen en uren op sociale media doorbrengen zijn gewoontes waar mensen graag vanaf willen. Waarom is het zo moeilijk om daarin te veranderen? We vragen het universitair docent Pam ten Broeke, verbonden aan de Universiteit Leiden, die onderzoek doet naar gedragsverandering en gewoontes.