Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Waarom de paus bang was voor atomen

de paus van achteren
de paus van achteren
Nacho Arteaga nachoarteaga, CC0, via Wikimedia Commons

Paus Pius XII erkent pas in 1951 dat de wereld uit atomen bestaat. Daarvoor vervolgde de katholieke kerk eeuwenlang atomisten. Waar kwam die angst voor atomen vandaan?

4 april 2025

Bestaan atomen nu wel of niet? Met die vraag hielden filosofen in de zeventiende eeuw zich steeds meer bezig. De katholieke kerk was hier niet blij mee en ze lieten boeken waarin atomisme werd verdedigd verbieden, of gooiden atomisten zelfs op de brandstapel. Maar waarom waren die atomen eigenlijk zo’n groot probleem voor de kerk? Waarom probeerde de paus elke keer weer het atomisme de kop in te drukken, ondanks dat dit vaak een averechts effect had?

Angst voor atomisme

Door de eeuwen heen zijn atomistische filosofen altijd buitenbeentjes geweest. Dat is ook niet gek, want een van de eerste groepen atomisten, de zogenoemde epicuristen, kozen ervoor om hun filosofische school niet midden in Athene te plaatsen, zoals Plato en Aristoteles, maar buiten de muren van Athene een tuin aan te leggen. Daar filosofeerden ze over het bestaan van atomen en hoe een gelukkig leven te leiden, zonder zich te bemoeien met de dagelijkse rompslomp van het chaotische Athene. Omdat Epicurus en zijn leerlingen buiten de stadsmuren zaten, gingen er al snel de meest gekke verhalen rond over wat er in die tuin allemaal gebeurde.

Griekse god of filosoof met zonnebril op steekt zijn duim op

Er gingen al snel de meest gekke verhalen rond over wat er in die tuin allemaal gebeurde.

Freepik

Een aantal eeuwen later, in het oude Rome, schreef de dichter Lucretius een filosofisch gedicht van meer dan zevenduizend regels, geïnspireerd door de epicuristen. Zodoende gingen er snel over Lucretius ook de wildste verhalen rond. Hij zou zijn doorgedraaid door liefdesverdriet en in de waanzin daarvan een gedicht hebben geschreven, waarna hij zichzelf om het leven bracht.

Het was niet alleen het eigenaardige gedrag van deze epicuristen dat ze verdacht maakte. Dat gedrag kwam namelijk voort uit hun filosofie. De epicuristen geloofden dat de wereld bestond uit atomen die random door de ruimte vlogen en dat de wereld zodoende toevallig zo ontstaan was. Maar als de wereld toevallig is ontstaan, is er ook geen hoger doel in het leven. Er bestaat geen hemel, geen hel en we hoeven ons niet netjes te gedragen of aan de regels van een of andere god te voldoen. De epicuristen leidden hun leven daarom op de manier die in het hier en nu het prettigst was. Ze probeerden zoveel mogelijk genot te ervaren en zo min mogelijk pijn. Vandaar dat ze ook buiten Athene leefden. Ze vonden dat alle politieke spelletjes maar voor een boel gedoe, stress en lijden zorgden.

Grieks beeld met balletjes om zich heen, als een soort atomen

De epicuristen geloofden dat de wereld bestond uit atomen die random door de ruimte vlogen.

Freepik

Een atomistische engel?

Om deze reden was de katholieke kerk, al in de eerste eeuwen van onze jaartelling, erg huiverig voor de epicuristen en andere atomisten. Ze konden natuurlijk niet hebben dat mensen plots stopten met geloven in het bestaan van de hemel en hel. Want wat blijft er nog over van het geloof als er geen hemel en hel zijn en een god die beslist of je op basis van je gedrag in de een of de ander terecht komt? Vandaar dat vroege christelijke auteurs de verhalen over Epicurus en Lucretius bedachten of ten minste verder verspreiden. Een filosofie klinkt een stuk minder aantrekkelijk als het van een doorgedraaide gek met een gebroken hart komt dan van een relaxte levensgenieter.

De verhalen hadden effect, en in de middeleeuwen bleef er weinig over van het atomisme in Europa. In de renaissance kwamen deze ideeën echter toch weer op en dit keer waren atomistische filosofen verstandig genoeg om ze aantrekkelijker te maken voor de katholieke kerk. Niet langer beweerden ze dat er oneindig veel atomen waren die altijd hadden bestaan en random door de ruimte vlogen. Nee, God had de atomen gemaakt en in beweging gezet, dus ze bewogen volgens Gods plan. Daarnaast bestond onze ziel volgens deze atomisten niet uit atomen, maar was het iets immaterieels en onsterfelijks, en ging die ziel na onze dood net zo goed naar de hemel of de hel, op basis van ons gedrag.

grieks beeld met liefdesverdriet in de vorm van een hartje op zijn wang

Filosofie klinkt een stuk minder aantrekkelijk als het van een doorgedraaide gek met een gebroken hart komt.

Freepik

Bederven van de jeugd

Toch waren daarmee de problemen voor de atomisten niet opgelost. Ondanks dat ze Epicurus en Lucretius als het ware ‘gedoopt’ hadden, bleef het atomisme een controversiële theorie. Deels waren ze bij de katholieke kerk nog steeds niet helemaal overtuigd dat die atomisten wel echt zo braaf in God geloofden als ze beweerden. Daarnaast bleven er ook filosofische bezwaren, want als alles uit atomen gemaakt is behalve onze ziel, waar bestaat die ziel dan uit? Een bezwaar leek echter nog zwaarder te wegen. Al die nieuwe theorieën die rond die tijd opkwamen, bedierven de jeugd maar, volgens sommige tegenstanders van het atomisme.

Leren en studeren, dat is hard werk en dat moet ook hard werk zijn, zo vonden de onderwijzers in die tijd. Een deel van de opvoeding die je op school meekrijgt, is dat je leert hard te werken, veel te lezen, diep na te denken om de dingen te begrijpen. Dat kweekt doorzettingsvermogen en dat heb je nodig als je een succesvol leven wilt leiden. Om atomisme te begrijpen hoefden leerlingen helemaal niet hard te werken, vonden deze leraren. Stel je gewoon voor hoe een bak knikkers door elkaar heen rollen en tegen elkaar botsen en je hebt zo’n beetje begrepen hoe atomen werken.

Als leerlingen alleen nog dat hoeven te leren, dan worden ze lui en een luie leerling schopt het niet ver in het leven. De Franse theoloog François Babin stelde het misschien wel het scherpst, toen hij stelde dat het uit de mode was geraakt om scholieren nog te leren dat vuur heet is, marmer hard is en levende wezens pijn kunnen voelen. Marmer en vuur bestaan volgens de atomisten immers allebei uit atomen, zal hij hebben gedacht, dus er is niks inherent hard of heet aan.

Socrates met oranje hoedje op

Het atomisme bedierf de jeugd alleen maar, omdat het voor luie leerlingen zorgde, beweerden tegenstanders.

Freepik

Gelukkig zijn de pausen inmiddels ook bijgedraaid. Vandaag de dag weten we immers waarom de atomen marmer hard maken, vuur heet is en dat dit toch allemaal behoorlijk ingewikkeld is. De gemiddelde scholier weet dat je niet lui kan zijn tijdens het leren over atomen bij scheikunde of natuurkunde. En nu we een paar jaar geleden het godsdeeltje gevonden hebben in de atomen, zijn ze daar in Rome misschien zelf ook wel nieuwsgierig door geworden.