Als je denkt aan het Eurovisie Songfestival, steken sommige liedjes meteen de kop op en andere niet. Is er een formule voor een goeie Songfestivalhit?
Waarom blijft een liedje als Arcade lang in je hoofd hangen, terwijl je andere Songfestivalhits na een jaar allang weer vergeten bent? Naar deze vraag doet John Ashley Burgoyne (Universiteit van Amsterdam) onderzoek in zijn citizen science-project Hooked on Music.
Daarin gaat het overigens niet alleen over Songfestivalhits. In een grootschalig experiment onderzocht hij welke nummers uit de Britse popmuziek het beste werden onthouden, en aan welke criteria die voldeden. Een belangrijke uitkomst uit dit onderzoek was dat het vooral de melodie is die het langst bewaard blijft in het geheugen, en niet het ritme, zoals eerder vaak werd gedacht.
In een ander experiment in ditzelfde onderzoeksproject kregen deelnemers muziekfragmenten te horen van Eurovisie Songfestivals tussen 2015 en 2019. Daarbij viel de muziek steeds een paar seconden weg, waarna de luisteraars moesten aangeven of het nummer op het juiste moment verderging. Op die manier kun je onderzoeken of mensen de melodieën die ze hebben gehoord goed hebben onthouden.
Welke Songfestivalnummers hadden jullie proefpersonen het beste onthouden?
“Op één stond Arcade van Duncan Laurence, de Nederlandse winnaar uit 2019 en op twee Toy van Netta Barzilai, de Israëlische winnaar van 2018. Dus het zijn vooral de winnaars, de nummers die mensen het vaakst gehoord hebben. Dat is op zich niet zo verrassend. Interessanter wordt het daarna, want dat zijn géén winnende nummers. Op nummer drie staat het Russische nummer uit 2016, Sergey Lazarev met You are the only one. Daarna volgen allemaal nummers uit 2019: dus dat zijn nummers die mensen ten tijde van het onderzoek het meest recent hebben gehoord.”
Uit het experiment dat je deed naar nummers uit de Britse popmuziek kon je vier ingrediënten destilleren waaraan een ‘catchy tune’ moet voldoen. Vind je die terug in deze nummers?
“Ja, die vind je dus ook in dat Russische nummer dat geen winnaar was. Allereerst zitten er kleine herhalingspatronen in de melodie. Daarnaast staat de zang op de voorgrond. De muzikale begeleiding is supereenvoudig. Hoe meer afleidende aspecten van de muziek je hebt, hoe moeilijker het voor het langetermijngeheugen is om te herkennen.”
“De laatste twee kenmerken hebben te maken met conventie. Een liedje moet een beetje lijken op andere liedjes, zodat het goed te herkennen is. En de afstand tussen de laagste toon en de hoogste toon mag niet te groot zijn, ook dat heeft met conventie te maken. Als je bijvoorbeeld dat Israëlische nummer neemt dat won in 2018, dat is écht niet zo bijzonder. Door de kippengeluiden die klonken in dit nummer zeiden mensen dat het superraar was, maar als je goed luistert is het nummer erg doorsnee.”
Maar had het nummer ook gewonnen zonder die kippengeluiden? Is er toch ook niet een bepaald verrassingseffect nodig om een nummer succesvol te maken?
“Vroeger dachten musicologen inderdaad dat momenten van grote verrassing in een liedje zorgen voor een hook – maar in mijn onderzoek vond ik dat niet. Voor onze hersenen is het makkelijker als een liedje aan bepaalde verwachtingen voldoet. Neem Arcade van Duncan Laurence: dat is eigenlijk een heel voorspelbaar nummer.”
“Maar er was natuurlijk zoveel persaandacht voor die kippengeluiden, dat het ook een goeie pr-stunt was. Want dat is goed om te vermelden: de muzikale kenmerken die ik onderzoek, dragen maar voor zo’n 20 procent bij aan de succesfactor van een liedje. 80 procent hangt af van niet-muzikale aspecten zoals promotie en advertenties. Ook het Songfestival is een commercieel tv-programma waarbij veel draait om pr.”
De Nederlandse inzending van dit jaar heeft de finale niet gehaald. Voldeed dat nummer wel of niet aan jouw succesformule?
“Nou, eigenlijk voldoen alle nummers van het Songfestival toch redelijk goed aan de genoemde criteria. Dat is ook niet vreemd: songwriters zijn niet gek. Ik beschrijf mijn onderzoek vaak als het expliciet maken van kennis die al impliciet onder muziekexperts aanwezig is. We hoeven songwriters niet te vertellen wat iets een goeie song maakt. Dus ik kan met de resultaten wel zeggen aan welke criteria succesvolle nummers moeten voldoen, maar ik kan geen winnaar voorspellen.”
“Een winnaar is per definitie een soort uitschieter. Denk aan Oekraïne, de winnaar van vorig jaar: dat was een rapnummer, dat komt niet zoveel voor. Hiphop was jarenlang ondergerepresenteerd op het Songfestival, terwijl het een van de populairste genres is in de popmuziek. En ook de combinatie met Oekraïense folkmuziek maakte het bijzonder. Het winnende nummer het jaar daarvoor, Maneskin van Italië, was ook opvallend: hardrock op zo’n podium zie je niet zoveel. Maar Arcade van Duncan Laurence had dan weer niets verrassends. Dus op welke manier een nummer er positief uitschiet, is moeilijk te zeggen. Dat is ook niet zo gek: als er één recept was, dan had de industrie dat allang ontdekt!”