Waardoor ontstaat een opstand? Moderne opstanden, protesten of revoluties komen niet uit de lucht vallen. De oorzaken zijn vaak complex en moet je bekijken vanuit de sociale netwerken, politieke ideologieën en instituties binnen een land. Ik probeer meer inzicht te krijgen in de opstanden in Irak in 1991.
Op 1 maart 1991 kwamen veel Irakezen in opstand tegen de regering van Saddam Hoessein en de dominante Baath-partij. Na maanden van westerse interventies, waaronder deelname van Nederland, zoals sancties en bombardementen op burgers in Irak onder het voorwendsel om Saddam Hoessein uit Koeweit te verdrijven, namen de Irakezen de wapens op tegen de leidende Baath-partij. In verschillende steden en dorpen in het zuiden en noorden van Irak kwamen de rebellen in confrontatie met de Iraakse republikeinse garde. In sommige steden en dorpen namen de rebellen de controle over nadat ze met succes de veiligheidsdiensten en hooggeplaatste leden van de Baath-partij hadden weggedreven.
Het duurde echter niet lang voordat het Iraakse leger en de Republikeinse garde toestemming kregen van de Amerikanen om de opstand neer te slaan, nadat er een wapenstilstandsovereenkomst was gesloten tussen de Iraakse overheid en het Amerikaanse leger in het Koeweitse Safwan. Voor de Verenigde Staten was een bekende heerser een veiligere optie dan de heerschappij van onbekende opstandelingen. De opstand was voorbij rond april.
Drie oorlogen
Voor de gemiddelde Irakees waren de jaren ’90 een aaneensluiting van economische sancties en bombardementen door westerse landen. Het resulteerde uiteindelijk in de bezetting van het land door de Verenigde Staten en haar bondgenoten in 2003. In combinatie met de voorgaande Iran-Irak oorlog (tussen 1980-1988) maakte de gemiddelde Irakees op zijn minst drie oorlogen mee.
Hoewel er weinig gedocumenteerd is over de Golfoorlog van 1991 en de daaropvolgende opstand vanuit Iraaks perspectief, wordt aangenomen dat veel Irakezen in opstand kwamen omdat na tien jaar oorlogen, westerse interventie en de ervaringen met het bewind van Saddam Hoessein Irakezen ontevreden waren. Maar onvrede betekent niet automatisch dat mensen massaal naar de wapens grijpen om hun regering omver te werpen.
Opstanden zijn zeldzaam en er zijn meerdere factoren nodig om ze te verklaren. Naast de (vaak legitieme) grieven is er een structuur van mobilisatie, een collectieve ideologie en een bestuur nodig om de overgang naar een nieuw politiek tijdperk te bewerkstelligen. Ook financiën en internationale steun of tegensteun zijn factoren. Moderne opstanden, protesten of revoluties komen niet uit de lucht vallen en zijn zelden spontaan maar hebben een georganiseerde mobilisatiestructuur. Oftewel grieven alleen verklaren niet hoe een opstand kan plaatsvinden.
Oorzaken van een opstand zijn complex en moet je bekijken vanuit de sociale netwerken, politieke ideologieën en instituties binnen een land. Bovendien moet je de historische omstandigheden op zowel mondiaal als lokaal niveau meenemen. Het is onhoudbaar om politieke mobilisatie te onderzoeken alleen op nationaal niveau in een tijd van globalisering. Dit zijn allemaal factoren die nog niet onderzocht zijn in relatie tot deze opstand.
Globalisering en conflict
Het feit dat in de jaren 80 er wereldwijd economische herstructureringen plaatsvonden, wat leidde tot spanningen op het gebied van arbeidsomstandigheden en lokale sociaaleconomische relaties is zelden meegenomen in onderzoek naar Irak in de jaren 80 en 90. Om het simpel te zeggen, net zoals Margaret Thatcher vakbonden ontbond, veroorzaakte Saddam Hoessein in de jaren 80 vergelijkbare maatschappelijke ontwrichtingen door de Iraakse vakbonden te ontbinden en de landbouwsector te privatiseren.
Om meer inzicht te krijgen in deze ontwikkelingen raadpleeg ik publicaties van de Iraakse overheid uit de jaren 80, doorzoek ik staatsarchieven en bestudeer ik Iraakse media en cultuur uit die periode. Daarnaast raadpleeg ik rapporten van westerse landen om een beeld te krijgen van westerse interventie in het land. Bovendien waren er veel Nederlandse en andere westerse bedrijven actief in de Iraakse economie in de jaren 80, en ik maak ook gebruik van de archieven van deze bedrijven.
Om echter een goed beeld te krijgen van het leven van de gemiddelde Irakees destijds, voer ik interviews met Irakezen in Irak maar ook met Irakezen die in Nederland wonen. Nederland herbergt ongeveer 65.000 Irakezen met diverse achtergronden, politieke overtuigingen en sociaaleconomische klassen. Ik reis door heel Nederland om met Irakezen te praten over hun ervaringen met opgroeien in Irak, de oorlogen en hun dagelijks leven op het gebied van school, werk, familie en meer. Op deze manier krijg ik een veelzijdig perspectief op een periode in de geschiedenis die nog steeds wereldwijd impact heeft. Vaak eindig ik interviews met de luchtige opmerking “en nu zit ik tegenover u en hielden we dit interview’’ verwijzend dat wat in de geschiedenis gebeurde direct verbonden is met ons leven vandaag.