Het begon als een schoolproject en is nu een realiteit: het plan van de Delftse student Boyan Slat om de wereldzeeën te verlossen van grote hoeveelheden plastic. Slat ontwikkelde een methode het plastic te verwijderen en won hiervoor een milieuprijs van de VN. Maar waar drijft die plastic soep eigenlijk? Deze vraag is één van de 101 ‘slimme vragen’ uit het onlangs verschenen tweede vragenboek van Kennislink met de titel: Waarom drinken we zoveel koffie?
Het was de oceanograaf en zeezeiler Charles J. Moore die de Great Pacific garbage patch ontdekte, maar de negentienjarige Delftse student Boyan Slat denkt er nu een oplossing voor gevonden te hebben. Met een installatie met grijparmen wil hij de grote hoeveelheden plastic die in de oceanen drijven, opvissen. Want het is duidelijk dat de plastic afvalberg de mensheid boven het hoofd groeit. Waar te beginnen?
De vergaarbakken van ons plastic zijn vijf megadraaikolken in de oceanen. Twee van deze zogenoemde gyres liggen in de Atlantische Oceaan, twee in de Stille Oceaan en één in de Indische Oceaan. Via zeestromingen wordt het plastic dat we met z’n allen direct of via rivieren in zee dumpen, uiteindelijk naar deze megadraaikolken afgevoerd.
De kolken zijn tot wel duizenden kilometers in doorsnee. Ze worden aangedreven door de wind en de draaiing van de aarde. De watertemperatuur, de diepte van de zee en de ligging van de landmassa’s, bepalen de precieze locatie van de kolken.
Afvalputje van de mensheid
In de Stille Oceaan zijn de megadraaikolken het beste onderzocht. Ze lijken te fungeren als de afvalput van de mensheid van de 21ste en 20ste eeuw. Dagelijks komt er wereldwijd 12.000 ton plastic afval in het water terecht. Deze plastic soep bestaat uit een mix van grote en kleine stukjes plastic, met veel drijvend piepschuim aan het wateroppervlak en uiteengevallen plastic dat op grotere diepte zweeft. Het plastic dat hier bijeen is gedreven, valt in de loop van de tijd uiteen in kleine stukjes plastic, die langzaam naar beneden kunnen zakken. Dat uiteenvallen kan wel duizend jaar duren.
Een groot probleem is dat het plastic afval ook door zeedieren wordt opgegeten. Zo kunnen zeevogels en -schildpadden het plastic aanzien voor een lekkere sardien of een sappige kwal. Biologen die de magen van (dode) Noordse Stormvogels opensneden, ontdekten dat ze allemaal in meer of mindere mate plastic in hun maag hadden.
Volgens de Verenigde Naties is in vijf jaar tijd het aantal diersoorten dat last heeft van plastic in de oceanen meer dan verdubbeld. Als dieren het plastic in hun maag krijgen, verdwijnt hun hongergevoel en eten ze minder. Hierdoor raken ze verzwakt. Ook kunnen dieren verstrikt raken in het plastic. Schildpadden en dolfijnen, die aan het wateroppervlak ademhalen, kunnen hierdoor stikken.
Uiteindelijk zal de afvalsoep ook de mens bereiken omdat het in onze voedselketen terechtkomt. De kleinste stukjes plastic hebben daarbij de akelige eigenschap dat ze als een spons gifstoffen uit het zeewater in zich opnemen, die zo in organen van vissen, en dus ook in ons voedsel, terechtkomen.
‘Verrijkt’ met microplastics
Het probleem van de plastic soep is genoegzaam bekend, desondanks verschijnen er steeds meer consumentenproducten die zijn ‘verrijkt’ met stukjes plastic. Vooral cosmetica (lipgloss, mascara), douchegels en tandpasta bevatten kleine plastic bolletjes, om bijvoorbeeld te scrubben en je tanden witter te krijgen. Ook deze plastic deeltjes belanden uiteindelijk in de zee.
Waterbedrijven zijn niet in staat de kleine deeltjes uit het afvalwater te zuiveren. Dat is vooral zo zuur omdat het plastic in scrubmiddelen heel goed vervangen kan worden door natuurlijke, afbreekbare scrubbers, zoals gemalen abrikozenpitten of kokosvezels.