Een hersenoperatie met een veredelde ijspriem om je van je psychose af te helpen? Koude baden tegen ‘hysterie’? Dit klinkt ons nu misschien raar in de oren, maar vroeger waren deze behandelingen in de psychiatrie gemeengoed.
Onze ideeën over hoe psychiatrische aandoeningen ontstaan, zijn in de geschiedenis van de mensheid vaak veranderd. Zo zocht de Griekse arts Hippocrates (ja, die van de artseneed) de oorzaak in een onjuiste balans in de vier typen ‘lichaamsvocht’, te weten bloed, slijm, geel gal, en zwart gal. De term ‘melancholie’ komt hier vandaan: melaina chole is Grieks voor ‘zwart gal’. Ook de behandeling (of gebrek daaraan) veranderde door de eeuwen heen.
Het dolhuis als Middeleeuws uitje
In Gent, waar we met onze onderzoeksgroep waren, stond het eerste ‘dolhuis’ van Europa: een plek waar in de Middeleeuwen mensen die zich afwijkend of ‘krankzinnig’ gedroegen werden opgesloten. Inkomsten werden deels gegenereerd door mensen tegen betaling te laten kijken naar de ‘gekken’, een middeleeuws uitje voor het hele gezin.
Ook zagen we in het museum in Gent het instrument waarmee mensen nog geen 100 jaar geleden de lobotomieoperatie uitvoerden. Hierbij werd met een soort ijspriem een gat in de schedel geslagen en met een injectie van pure alcohol lokaal zenuwen beschadigd. Tegenwoordig vinden we een dergelijke behandeling barbaars, destijds ontving de bedenker van de operatie, de Portugees Egas Moniz, de Nobelprijs.
Nu kun je zeggen: dit zijn overduidelijk verhalen uit een andere tijd! Dat is waar, maar weten we het nu echt zoveel beter dan vroeger? Dat is nog maar de vraag. De behandelingen zijn een stuk menselijker én effectiever geworden, al stokt die ontwikkeling van toenemende effectiviteit al enkele decennia. Ook voeren we tegenwoordig nog hevige discussies in de psychiatrie over de vraag: wat is nou precies een psychiatrische aandoening? Is het een ziekte van de hersenen? In hoeverre zit het in de genen of de omgeving? Of is er uiteindelijk niet sprake van één onderliggende ziekte, maar een groep aan verschillende symptomen, zoals somberheid en concentratieproblemen, die elkaar ‘aansteken’ en in standhouden (de zogeheten ‘netwerktheorie’ van psychiatrische aandoeningen)? Het lijkt soms alsof nieuwe antwoorden alleen maar meer vragen oproepen.
Lobotomieoperaties
Voordat we dus met al te gefronste wenkbrauwen naar het verleden kijken, moeten we ons realiseren dat we ook nu nog niet alles weten. Sterker nog: heel veel behandelingen die we nu toepassen, vinden wel degelijk hun oorsprong in de ideeën en behandelingen van vroeger. Zo worden er (gelukkig) geen lobotomieoperaties meer uitgevoerd, maar komt soms wel degelijk de neurochirurg bij behandeling van psychiatrische aandoeningen om de hoek kijken. Zo is diepe hersensimulatie een steeds vaker toegepaste behandeling voor ernstige dwangstoornissen, en wordt het ook onderzocht bij andere aandoeningen zoals depressie.
De belangrijkste les toen ik het museum in Gent uitliep is als volgt: vroeger was niet alles beter, maar het blijft heel leerzaam om wel naar het verleden te blijven kijken. Niet voor niets werd vorige maand nog in het Tijdschrift voor Psychiatrie opgeroepen tot meer aandacht voor geschiedenis in de opleiding tot psychiater. Op die manier blijven we leren van dingen die we vroeger niet goed deden, en soms ook stiekem van de oude ideeën toch niet zo krankzinnig bleken (no pun intended).