Naar de content

De scholen blijven in ieder geval tot en met 28 april gesloten. Onderzoek naar de rol van kinderen in de overdracht van het nieuwe coronavirus is pas net gestart. NEMO Kennislink zet feiten en vragen over de vatbaarheid en besmettelijkheid van kinderen op een rij.

31 maart 2020

Onduidelijkheid en zorgen over de vatbaarheid van kinderen voor het nieuwe coronavirus en hun rol in de overdracht ervan waren belangrijke drijfveren voor de regering om scholen en kinderdagverblijven te sluiten. In eerste instantie tot 6 april, maar die termijn is verlengd tot in ieder geval 28 april. NEMO Kennislink zet vijf prangende vragen op een rij.

1. Kunnen kinderen ziek worden?

Ja. Het is inmiddels wel duidelijk dat alle leeftijden vatbaar zijn voor het virus en dat iedereen (ernstig) ziek kan worden. Ook kinderen. Maar het ziektepatroon verloopt bij kinderen vaak veel minder ernstig dan bij volwassenen.

De American Academy of Pediatrics publiceerde onlangs de resultaten van een Chinese studie naar 2143 kinderen (0-18 jaar), waarvan bij ongeveer een derde besmetting formeel was vastgesteld en de rest zeer waarschijnlijk besmet was op basis van symptomen en/of blootstelling. Ruim negentig procent vertoonde milde of matige klachten.

Het percentage kinderen dat ernstig ziek werd lag met ruim vijf procent beduidend lager dan de achttien procent bij volwassenen. Wel was er een leeftijdsverschil te zien in de ernstig zieke kinderen: pasgeborenen en kinderen onder de vijf jaar werden vaker ernstig ziek dan de oudere kinderen. Ook andere, kleinere studies onder Chinese kinderen wijzen uit dat ze wel ernstig ziek kunnen worden, maar dat het veel minder vaak voorkomt dan bij volwassenen en dat hun herstel ook sneller verloopt.

Visualisatie van het coronavirus

SARS-Cov-2 (paarse bolletjes) verlaten een stervende cel (groen).

NIAID via Wikimedia Commons CC BY 2.0

2. Waarom worden kinderen minder vaak ernstig ziek dan volwassenen?

Van de volwassen patiënten die ernstig ziek worden of zelfs overlijden weten we dat het overgrote deel al een zwakke(re) gezondheid had. Factoren als hoge leeftijd en ‘onderliggend lijden’ zoals problemen met het hart of de luchtwegen, diabetes of een verminderde weerstand door bijvoorbeeld chemotherapie zijn van grote invloed op het ziekteverloop. Bij kinderen spelen al deze risicofactoren geen rol. Dat kan een groot deel van het verschil verklaren.

Daarnaast zijn er wetenschappers die denken dat het virus in kinderen meer moeite heeft om aan cellen te binden, doordat een belangrijke bindingsplaats, de zogeheten ACE2-receptor, mogelijk in kinderen nog minder goed is ‘uitgerijpt’ en ontwikkeld. Ook wordt geopperd dat het immuunsysteem van kinderen anders reageert. Kinderen staan veel vaker dan volwassenen bloot aan allerlei virussen die luchtweginfecties veroorzaken en wellicht reageert hun immuunsysteem daardoor anders op het coronavirus. Maar voor al deze suggesties ontbreekt nog het bewijs.

3. Kunnen kinderen die geen of milde klachten hebben het virus doorgeven aan anderen?

Dat is de grote hamvraag, die overigens breder gaat dan alleen kinderen. Ook bij volwassenen die wel besmet zijn, maar geen klachten hebben is het nog onduidelijk of ze anderen kunnen besmetten. Een extra probleem bij kinderen, en vooral jonge kinderen, is dat ze vaak verkouden zijn. Een eventuele besmetting is lastig te onderscheiden van een onschuldige snotneus. Onduidelijkheid over de overdracht door kinderen was een van de redenen om scholen en kinderdagverblijven te sluiten.

4. Hoe staat het met het onderzoek van het RIVM onder Brabantse scholieren?

Dat aangekondigde onderzoek is 25 maart gestart, maar in een iets andere vorm. Het RIVM wil honderd gezinnen volgen waarbij sprake is van een vastgestelde besmetting. Het onderzoek zal zich niet, zoals eerst werd aangekondigd, beperken tot Noord-Brabant, maar uitstrekken over het hele land.

Een leeg schoolplein met een glijbaan en trapfiets met een school op de achtergrond.

Duidelijkheid over overdracht van het virus door kinderen is er nog niet.

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed via Wikimedia Commons CC BY SA 4.0

Van ieder deelnemend gezin verzamelt het RIVM via huisbezoeken drie keer materiaal van alle gezinsleden (bloed, speeksel, neus- en keelslijm): meteen na de diagnose, na twee tot drie weken en na vier tot zes weken. Daarnaast houden de gezinnen ook een dagboek bij over hun gezondheid en eventuele klachten. Op 25 maart zijn de eerste huisbezoeken afgelegd, maar het duurt even voordat er honderd gezinnen (bereid) zijn gevonden om mee te doen.

Met dit onderzoek hoopt het RIVM een beter beeld te krijgen van het ziekteverloop, inclusief herstel, bij patiënten, de opbouw van de afweer (gaan mensen antistoffen maken en zo ja, wanneer) en de rol van kinderen bij de overdracht van het virus.

5. Blijven de scholen dicht totdat we weten of kinderen het virus kunnen overdragen?

Het besluit om de scholen tot 6 april te sluiten was een politieke beslissing – ook toen was er geen uitsluitsel over de overdracht door kinderen. De resultaten van het RIVM onderzoek in gezinnen laten nog zeker zes tot acht weken op zich wachten.

Dit artikel is op 1 april 2020 aangepast n.a.v. de persconferentie op 31 maart 2020 waarin minister-president Rutte aankondigde dat het pakket aan maatregelen, waaronder de sluiting van scholen en kinderdagverblijven, wordt verlengd tot in ieder geval 28 april 2020.

Bronnen:
  • Y. Dong, et al., Epidemiological characteristics of 2143 pediatric patients with 2019 coronavirus disease in China, Pediatrics (2020), doi:10.1542/peds.2020-0702
  • L. Zeng, S. Xia, W. Yuan, et al., Neonatal early onset infection with SARS-CoV-2 in 33 neonates born to mothers with COVID-19 in Wuhan, China, JAMA Pediatrics (2020), doi: 10.1001/jamapediatrics.2020.0878
  • W. Liu, Q. Zhang, J. Chen, K. Lan, Z. Sun, H. Yu, Y. Liu, et al., Detection of Covid-19 in Children in Early January 2020 in Wuhan, China, brief aan NEJM (2020), 12 maart 2020, doi:10.1056/NEJMc2003717
ReactiesReageer