Naar de content

Vijf vragen over de griep

Freepik

Nederland is in de ban van een griepepidemie. Wat is de griep precies? En welke virussen gaan er nog meer rond? NEMO Kennislink zocht het uit.

11 februari 2025

Halflege schoolklassen, ziekgemelde collega's en drukte in de ziekenhuizen: sinds de week van 13 januari heerst in Nederland officieel een griepepidemie. Dat betekent dat van iedere honderdduizend inwoners er minstens 52 mensen met griepachtige verschijnselen naar de huisarts gaan. In de week van 27 januari waren er maar liefst 118 zieken per honderdduizend inwoners, meldde onderzoeksinstituut Nivel, dat de griepcijfers in de gaten houdt. Dat zijn in totaal meer dan 21 duizend zieken.

Deskundigen maken zich zorgen: de ziekenhuizen liggen al vol en we zijn nog niet eens op de helft - een gemiddelde griepepidemie duurt namelijk al gauw 8 tot 10 weken, en soms zelfs veel langer. Dit jaar zijn meer mensen ziek dan in de afgelopen jaren. Toch is het nog niet zo erg als begin 2018. Toen meldden rond de 170 mensen per honderdduizend inwoners zich met griepverschijnselen bij de huisarts.

Ook de hoofdredacteur van NEMO Kennislink moest eraan geloven: voor de tweede keer in korte tijd kroop hij onder de wol. Kan dat eigenlijk, twee keer achter elkaar de griep krijgen? Wat zegt dat over je weerstand? En wat heerst er nog meer? We gingen te rade bij Geert Groeneveld, internist acute geneeskunde en infectioloog in het LUMC.

Hoe komt dat eigenlijk, de griep?

De boosdoener bij de griep is een virus, influenza A of influenza B genaamd. Op dit moment gaan vooral twee typen van het influenza A-virus rond: type A(H1N1)pdm09 en type A(H3N2). Maar ook influenza B laat zich dit jaar gelden. Groeneveld: “Ieder jaar ziet het heersende griepvirus er net een beetje anders uit. Er zitten dan net andere eiwitten aan de buitenkant van het virusbolletje. Dat betekent dat je ieder jaar opnieuw griep kunt krijgen.”

Kun je twee keer achter elkaar de griep krijgen?

Dat kan zeker, aldus Groeneveld. Loop je een influenzavirus op, dan bouw je specifiek tegen dat virustype afweer op. Je bent dan ruim een half jaar immuun tegen dat specifieke virus – maar niet tegen een ander subtype. Zodra je afweersysteem een indringer bespeurt, valt het die indringer aan met alles wat het in huis heeft: het stookt de temperatuur op (koorts), vuurt gifstofjes af en eet als een Pacman de virusresten op. Daarna leert je lichaam het virus te herkennen en kan het voortaan gericht dat virus aanvallen. Die specifieke afweercellen passen precies op de eiwitten van het virus als een sleutel in een slot. Maar als je een ander type influenza oploopt, heb je een nieuwe sleutel nodig.

Wat zegt het over je weerstand als je twee keer achter elkaar ziek bent?

“Bij een verder gezond persoon zegt het eerder iets over de factor pech”, zegt Groeneveld. Mensen die veel onder de mensen komen, komen in contact met verschillende virussen. Je kunt in een seizoen gemakkelijk twee verschillende virussen oplopen. “Dat weten we nog uit de coronatijd: mensen die veel thuis bleven, werden minder vaak ziek.” Maar wat veel mensen griep noemen, is dat eigenlijk niet, volgens Groeneveld. “Vaak gaat het om verkoudheid. Daar kun je je trouwens ook flink lamlendig door voelen, met koorts, hoesten en keelpijn. Die klachten lijken behoorlijk op die van griep, maar zijn meestal wel iets minder ernstig.”

Welke virussen gaan er nog meer rond?

Al twee maanden lang zijn veel mensen ziek. Eind 2024 ging het Respiratoir Syncytieel Virus (RSV) rond, inmiddels is het vooral influenza, aldus Groeneveld. Maar ook Sars-Cov-2, het virus dat covid-19 veroorzaakt, is dit jaar weer van de partij. Mensen die in het ziekenhuis belanden met koorts, hoesten, spierpijn en hoofdpijn worden standaard getest op deze ziekteverwekkers. “Deze virussen zijn enorm besmettelijk. Je wilt niet dat mensen met verminderde afweer, zoals sommige kankerpatiënten, ze oplopen. Daarom willen we weten welk virus de zieken hebben.” 

Toch wordt lang niet altijd een virus of bacterie aangetroffen, bijvoorbeeld omdat alleen op bepaalde ziekteverwekkers wordt getest. “Bij ongeveer een derde van de mensen in het ziekenhuis met klachten die lijken op griep, vinden we nooit een ziekteverwekker.” Groeneveld schat dat van iedere honderd mensen met een luchtwegvirus ongeveer de helft influenza A heeft, een kwart influenza B en een kwart iets anders – Sars-Cov-2, RSV of een ander verkoudheidsvirus.”

Kun je voorkomen dat je ziek wordt?

Een luchtweginfectie kun je nooit helemaal voorkomen, aldus het RIVM. Het griepvaccin kan wel helpen. Mensen boven de zestig jaar krijgen de griepprik aangeboden, net als mensen met andere aandoeningen en zorgverleners. De samenstelling daarvan wisselt ieder jaar een beetje. Groeneveld: “We weten vaak wel van tevoren met welk type we te maken gaan krijgen. Als onze winter begint, is die op het zuidelijk halfrond namelijk net voorbij. Het type waar ze daar last van hadden, duikt daarna meestal bij ons op. Zo bepalen we hoe ons jaarlijkse griepvaccin samengesteld moet zijn.” 

Honderd procent garantie biedt de griepprik niet, zegt Groeneveld. “Maar het kan net het verschil maken in het wel of niet moeten afzeggen van planbare zorg.”