Naar de content

Viben en shinen met Engelse woorden

Anders gedacht: Engelse leenwoorden

Kaasplank
Kaasplank
Stijn Schreven

Veel mensen zijn bang dat het Nederlands wordt verdrongen door het Engels. Maar is die zorg terecht? Nicoline van der Sijs legt uit dat leenwoorden van alle tijden zijn.

11 februari 2025

Je baas heeft het over targets, onboarding en de customer journey, je Gen Z-collega wil alsmaar viben en shinen, en als je dan eindelijk op vrijdag de kroeg in duikt, spreekt de barvrouw je in het Engels aan. Het Engels is in Nederland overal. Voor veel mensen is dat een grote zorg, want blijft het Nederlands zo wel bestaan?

Van der Sijs werkt mee aan een database waarin Engelse invloeden in 17 talen worden bijgehouden. “In het Nederlands zitten we nu boven de 10 duizend woorden uit het Engels. Dat is meer dan het aantal Franse leenwoorden, maar je kunt dat eigenlijk niet vergelijken. In de 18e en 19e eeuw hadden we waarschijnlijk meer Franse woorden, maar die zijn weer verdwenen. Dat gaat met veel Engelse woorden ook gebeuren. Die duiden vaak iets nieuws in de maatschappij aan, bijvoorbeeld Twitter, of fax. Zodra dat fenomeen verdwijnt, heb je het woord ook niet meer nodig. Van allerlei Engelse leenwoorden die veertig jaar geleden in anglicismewoordenboeken waren opgenomen, wordt veertig procent nu niet of nauwelijks nog gebruikt. De omloopsnelheid is enorm.”

Wereldwijde database met Engelse leenwoorden

In de Global Anglicism Database houden taalkundigen van over de hele wereld Engelse invloeden in hun talen bij. Ze nemen verschillende soorten woorden op: leenwoorden die onaangepast zijn overgenomen, maar ook leenvertalingen als ‘kunstmatige intelligentie’ (een letterlijke vertaling van artificial intelligence), en pseudo-anglicismen: woorden die Engels lijken maar in die taal niet bestaan, zoals playback.

Alleen nog Engels

Goed, we hoeven dus niet bang te zijn om overspoeld te worden door leenwoorden – die verdwijnen weer of vernederlandsen. Maar wat hebben we daaraan als we alleen nog Engels spreken? In sommige bedrijven, horecagelegenheden en in de wetenschap is dat aan de orde van de dag. Van der Sijs: “We hebben nu meer internationale bedrijven, dus meer expats, en veel toeristen, zelfs uit China en Japan. Het is heel begrijpelijk dat we in internationale omgevingen Engels gebruiken, en volgens mij is dat niet erg.” 

Ik las in mijn jeugd Engelse boeken, dat vond iedereen geweldig. Als jongeren nu Young Adult-romans lezen zijn mensen opeens heel negatief.

— Nicoline van der Sijs

Verliezen mensen die bij ngo’s werken dan hun Nederlandse taalvaardigheid niet? “Uit allerlei onderzoek blijkt juist dat talen elkaar versterken. Een meertalige Nederlander heeft bijvoorbeeld een grotere Nederlandse woordenschat dan een eentalig persoon.”

Internationale taal

De opvattingen over het gebruik van Engels zijn in de loop van de tijd veranderd, merkt Van der Sijs: “Ik las in mijn jeugd Engelse boeken, dat vond iedereen geweldig. Als jongeren nu Young Adult-romans lezen zijn mensen opeens heel negatief. Ik zou zeggen: super dat ze langere teksten lezen! En misschien is de volgende stap wel een Nederlands boek.”

Ook over het Engels als voertaal in de wetenschap worden mensen negatiever. “Voor wetenschappelijke artikelen is het logisch dat je in een internationale taal communiceert,” vindt Van der Sijs. “Vroeger was dat het Latijn, nu het Engels. Maar we kijken nu kritischer naar het feit dat de meeste studenten in een Nederlandstalige omgeving gaan werken. Psychologen, rechters, dokters: negentig procent blijft in Nederland. Dus er staat steeds meer een rem op het idee dat we alles in de wetenschap Engelstalig moeten doen.”

Toekomst

Loopt het Nederlands dan helemaal geen gevaar? “Het belangrijkst is dat we de taal doorgeven aan onze kinderen,” volgens Van der Sijs. “Ik ga me pas zorgen maken als ouders hun kinderen in het Engels gaan opvoeden omdat ze denken dat dat baankansen verhoogt. En als lagere scholen alleen Engelstalig onderwijs gaan aanbieden. Maar dat is helemaal niet aan de hand.” Het Nederlands wordt bovendien goed onderhouden: “We schrijven woordenboeken, grammatica’s, romans. Je hebt Nederlandstalige websites, zelfs een Wikipedia.”

Taalbedreiging meten

UNESCO, het onderdeel van de Verenigde Naties dat werelderfgoed beschermt, heeft een meetinstrument ontwikkeld waarmee je kunt bepalen of een taal met uitsterven bedreigd wordt. Het bestaat uit 9 criteria, zoals aantal sprekers, gebruik in onderwijs, rechtspraak en (sociale) media, en waardering. Op ieder criterium haalt een taal een score van 0 (foute boel) tot 5 (geen zorgen); het gemiddelde daarvan geeft de mate van bedreiging weer. Het Nederlands scoort een dikke ‘veilig’ op deze meetlat, maar het Fries is ‘kwetsbaar’ en Nederlandse Gebarentaal zelfs ‘bedreigd’.

Het Nederlands staat sterk in een meertalige wereld, denkt Van der Sijs: “Netflix biedt films aan in het Nederlands, Engels, maar ook Frans, Duits, Turks, enzovoort. Zoiets vind ik positief aan de huidige tijd. Het getuigt van nieuwsgierigheid naar andere talen en culturen, ik zou bijna zeggen, van open-mindedness!”

Bronnen

Brysbaert, M., Keuleers, E., Mandera, P., & Stevens, M. (2013). Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal. https://biblio.ugent.be/publication/4268774

Van der Sijs, N. (2005). Van Dale Groot Leenwoordenboek. De invloed van andere talen op het Nederlands. Van Dale Lexicografie.