Naar de content

Verslaggevers in de Tweede Wereldoorlog

In dienst van de Waffen-SS

Over de Tweede Wereldoorlog wordt nog steeds veel verteld en geschreven, vooral rond 4 en 5 mei. Maar hoe kwamen de gebeurtenissen tijdens de oorlog zelf in het nieuws?

2 mei 2011

Adolf Hitler kwam in 1933 aan de macht in Duitsland. Een belangrijk onderdeel van zijn regering werd het nieuwe Ministerie van Propaganda, dat onder leiding kwam te staan van de minister van propaganda Joseph Goebbels. Het ministerie richtte zijn propaganda op de hele samenleving om de mensen te overtuigen van de noodzaak van een oorlog. Hiertoe zette Goebbels alle mogelijke media in: pers, radio, film, toneel, actieve propaganda en antipropagandabestrijding. De media stond onder volledige censuur van het ministerie, dus tegengeluiden waren nauwelijks te horen. Massabijeenkomsten met militaire parades moesten de bevolking nog verder opzwepen.

Nederlandse verslaggevers bij SS

Wanneer de Tweede Wereldoorlog eenmaal is uitgebroken, is de Duitse propagandamolen ook actief in bezette gebieden zoals Nederland. Tijdens de 5 jaren van oorlog verspreidde de bezetter een enorm aantal posters, films, radioberichten en kranten. De pro-Duitse media moest de nationaalsocialistische ideologie hoog houden en nieuwe manschappen werven. Posters en films werden in scène gezet maar voor de nieuwsgaring waren verslaggevers nodig.

Neutraliteit versus oorlogsverslaggeving

Hoewel Nederland aan de wieg staat van de Westerse oorlogsverslaggeving, raakten we deze vooruitstrevende rol kwijt in de 19e eeuw. Het land koos voor de neutraliteit en dat had zijn effect op de journalistiek, ook te velde. Ongewenste berichtgeving over buurlanden die wel in oorlog waren, zou de neutraliteit in gevaar kunnen brengen. Naast onwenselijk vonden kranten oorlogscorrespondentie ook onnodig en te duur. In de aanloop van de Tweede Wereldoorlog veranderde dit niet, ondanks de verontrustende omstandigheden. Het nieuws bleef mild en sussend om onrust te voorkomen. Wanneer de Duitsers daadwerkelijk ons land binnenvallen op 10 mei 1940, wordt deze lijn vastgehouden: tijdens het radionieuws van 8 uur werd de inval slechts bekend gemaakt. Verdere informatie over de situatie aan het front en gevechten werd niet gegeven. Ook het bombardement op Rotterdam op 14 mei kreeg weinig aandacht om de mensen rustig te houden.

In de zomer van 1941 vertrok het Legioen Nederland, een onderdeel van de Waffen-SS dat bestond uit Nederlandse vrijwilligers, naar het Oostfront. Zij waren geronseld om te gaan vechten tegen de dreiging van het communisme in Rusland. Om militaire acties te kunnen documenteren, was een nieuwe militaire eenheid binnen de SS opgericht, de Propaganda Kompagnie of PK.

De Nederlandse PK vormde een zelfstandig opererende groep van 50 man die bestond uit 8 journalisten, 4 fotografen, 2 filmoperateurs, een radioreportageteam met 4 technici en verder chauffeurs, monteurs, een bevoorradingsofficier en een kok.

De Nederlanders die zich aanmelden voor de PK kwamen uit alle lagen van de bevolking. Een enkeling had gestudeerd en het merendeel van deze toekomstige SS-verslaggevers of ‘Kriegsberichter’ had (enige) ervaring als journalist, radioverslaggever, filmer of fotograaf. De PK leden hadden verschillende achtergronden maar de bindende factor was de NSB. Ze waren overtuigd geraakt van de dreiging van het Bolsjewisme. Dit Russische communisme zou Europa onder de voet lopen en kon alleen afgeweerd worden door het Nationaal Socialisme. Naast de ideologie zal bij sommige jonge mannen de drang naar avontuur ook vast een rol hebben gespeeld.

Militaire training en censuur

Eenmaal onder de vlag van de Waffen-SS, kregen de PK mannen een militaire training. Naast oorlogscorrespondent en propagandist waren ze namelijk ook soldaat. Ze droegen SS uniformen en vielen onder de militaire tucht om hen niet te isoleren van de andere soldaten. Hun hoofdtaak was oorlogsverslaggeving hoewel ze ook de wapens zouden trekken als het nodig was.

Bij het front aangekomen schreven de PK-ers weinig realistisch nieuws. Een eigen mening en een kritische houding werden niet gewaardeerd in hun verslaggeving. Elk bericht ging door de Duitse militaire censuur in Berlijn en werd zo nodig aangepast om in het straatje van propaganda en werving te passen. Na het eerste oorlogsjaar werden nog maar zelden foto’s van doden geplaatst omdat dat de werving van nieuwe soldaten tegenwerkte. Om het moorden aan het Oostfront positief aan te kleden, schreven de Kriegsberichter over het ‘onschadelijk maken’ van de Russen.

Erotische propaganda

De correspondenten van de PK schreven en filmden hun ‘nieuws’ voor het thuisfront, de vijand en de eigen troepen. Voor deze verschillende doelen werden verschillende media en berichten gebruikt.

Voor het thuisfront werd gebruikt gemaakt van nieuwsbulletins vol overwinningsverhalen en wervende teksten om nieuwe soldaten te ronselen. De films die werden gemaakt aan het front lieten met name het leven van de Duitse soldaten zien, terwijl ze samen zaten te eten of de nieuwe biervaten ontvingen. Maar in tegenstelling tot het Duitse publiek stonden de Nederlanders vijandig tegenover de SS-journalisten. Hun nieuwsberichten werden amper opgepikt, zelfs niet in de NSB media. De radioreportages, films, foto’s, tekeningen en nieuwsberichten vol victorie werden na 1943 nog ongeloofwaardiger aangezien de Duitsers steeds meer nederlagen leden. De aandacht werd daarom meer verschoven naar het dagelijks leven van de soldaat en het zwart maken van de vijand.

Zo probeerden de Duitsers bijvoorbeeld een wig te drijven tussen de Amerikaanse en de Engelse militairen. Ze speelden in op de angst voor overspelige echtgenotes en verspreidden erotische posters van Amerikaanse soldaten die aan de haal gingen met gewillige Engelse vrouwen. De propagandaposters en pamfletten werden uitgestrooid door vliegtuigen, aan ballonnen gehangen of afgeschoten door propagandawerpers. Hierbij waren de granaten gevuld met pamfletten.

Voor de Nederlandse SS-ers aan het Oostfront werd ook nieuws geschreven om hun moraal hoog te houden. Propagandakrantjes zoals De Vermolmde Bolsjewiek waren vaak het enige nieuws over front en vaderland dat de soldaten ontvingen. Maar de Kriegsberichter schreven het merendeel van de kranten vol terwijl ze zelf ook aan het front lagen. Ze hadden vaak geen idee wat zich in Nederland of de rest van het front afspeelde.

Gekleurde journalistiek uit Londen

Na de inval van de Duitsers vluchtte koningin Wilhelmina met de Nederlandse regering naar Londen. Het Algemeen Nederlands Persbureau of ANP zou tijdens de oorlogsjaren ook vanuit Londen het nieuws verzorgen maar plaats voor oorlogsverslaggevers was er bijna niet. Het nieuws van onder andere Radio Oranje was voornamelijk gebaseerd op geruchten en vaak onjuist. Daarnaast waren de radio-uitzendingen vooral een propagandamiddel om de Nederlandse bevolking een hart onder de riem te steken. Onbevooroordeelde journalistiek werd eigenlijk niet bedreven. Het ANP zette pas in 1944 de eerste Nederlandse oorlogsverslaggevers aan het werk. Rond D-Day, de landing van de geallieerden troepen aan de kust van Normandië, landden ook twee Nederlandse reporters. Hun verhalen vanaf het front waren ook erg gekleurd, zeker in vergelijking met de artikelen van de Engelse en Amerikaanse journalisten.

Milde gevangenisstraffen

Gedurende 4 jaar heeft de PK gekleurde berichtgeving verspreid. Ondanks de lauwe reacties vanuit Nederland is het onvermijdelijk dat het jongemannen aan het denken heeft gezet. Ongeveer 23.000 Nederlanders hebben dienst gedaan in de Waffen-SS en alle dreigende berichten over de Russen en de artikelen over glorieuze gevechten hebben ongetwijfeld een aantal van hen overtuigd zich aan te melden.

Na de oorlog werden de meeste Nederlandse PK journalisten gearresteerd en in gevangenkampen voor politieke misdadigers geplaatst. Vanaf 1947 werden de eerste zaken betreffende oorlogsverslaggevers behandeld maar de rechters wisten niet goed wat ze met deze SS-ers aan moesten. Waren het nu journalisten of soldaten? Dienst doen in de Waffen-SS was uiteindelijk het grote minpunt en de straffen die werden gegeven varieerden van 5 tot 15 jaar.

De PK-ers waren niet de enige met lange straffen. Na de oorlog zijn vele oorlogsmisdadigers, maar ook veel enigszins ‘fout-ruikende’ Nederlanders, veroordeeld tot zware straffen. Na enkele jaren van bezinning begon het gevoel op te komen dat velen van hen te zwaar waren gestraft. Zo ook de Kriegsberichter want voor 1950 kregen ze bijna allemaal gratie. Ze werden op vrije voeten gesteld maar hun staatsburgerschap werd hen afgenomen. De meesten van hen hebben zich nooit meer met journalistiek ingelaten.

Bakermat van journalistiek

Nederland heeft een lange traditie van oorlogscorrespondenten. De eerste ‘verslaggevers’ gaan vanaf 1568, het begin van de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje, op pad om de acties in en om het slagveld te beschrijven voor het nieuwsgierige thuisfront. Hiermee staat Nederland aan de bakermat van de Westerse oorlogsverslaggeving. Al sinds het begin is het onmogelijk gebleken om neutrale berichten naar huis te sturen. Niet alleen de verslaggevers horen bij een van de strijdende partijen en kunnen het nieuws niet neutraal brengen, ook de leiders – in 1568 is dat Willem van Oranje – zetten het nieuws naar hun hand. Willem van Oranje zag de voordelen van propaganda en gebruikte dit effectieve middel om geld en goodwill te werven voor zijn oorlog. Voor de verkoop van pamfletten en later kranten is oorlog altijd een gunstige zaak geweest. Steevast gingen de oplagen omhoog en sommige kranten gingen zelfs failliet na het beëindigen van een oorlog.

NPO Doc: Shooting the War

NPO Doc: Shooting the War

Tegenwoordig is er met het bestaan van smartphones en social media beeldmateriaal beschikbaar van vrijwel elk conflict. Maar ook de Tweede Wereldoorlog werd al door amateurs vastgelegd. Vanaf zondag 1 november om 12:00 start op NPO Doc de driedelige serie Shooting te War waarin we de Tweede Wereldoorlog zien aan de hand van privé-geschoten beelden.

Bronnen:

  • Arnold Karskens, Pleisters op de ogen. De Nederlandse oorlogsverslaggeving van Heiligerlee tot Kosovo (Amsterdam 2001)
  • Gerard Groeneveld, Kriegsberichter. Nederlandse SS-oorlogsverslaggevers 1941/1945 (Haarlem 2004)
  • Zwarte Soldaten, Nederlanders in de Waffen-SS