Naar de content

Verdeelde Holocaust-herinneringen

Een groep mensen staan achter prikkeldraad in het concentratiekamp in Auschwitz.
Een groep mensen staan achter prikkeldraad in het concentratiekamp in Auschwitz.
wikimedia commons

Sinds 2006 is 27 januari, de bevrijdingsdag van kamp Auschwitz in 1945, officieel door de VN uitgeroepen tot herdenkingsdag aan de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Maar in veel landen gaat die dag stilletjes voorbij. In Nederland is dat vooral omdat we 4 mei al herdenken, maar in Oost-Europa is er een duisterdere reden dat ze niets met deze dag hebben…

4 februari 2014

In 1996 stelde de Duitse president Roman Herzog aan de VN voor om ieder jaar op de verjaardag van de bevrijding van Auschwitz de slachtoffers van het nazisme in Europa te herdenken. In 2006 werd 27 januari, de dag in 1945 dat het Russische leger concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau bevrijdde, uitgeroepen tot International Holocaust Memorial Day, een dag waarop je stil kan staan bij de verschrikkingen die het nazisme bracht.

De beruchte tekst ‘Arbeit macht frei’ boven de poort van kamp Auschwitz I, het oorspronkelijke gevangenenkamp. De tekst suggereert dat de gevangenen door hard te werken een kans hadden vrijgelaten te worden. De letter ‘B’ lijkt op zijn kop te staan. Volgens sommigen als waarschuwing aan nieuwe gevangenen dat ze niet op vrijlating moesten rekenen.

xiquinhosilva

Wie aan de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog denkt, denkt bijna automatisch aan Auschwitz. De poort met de tekst ‘Arbeit macht frei’, de filmbeelden van veewagons propvol joodse slachtoffers die aankwamen op een speciaal aangelegd extra lang perron, joodse slavenarbeiders die in kale barakken moesten leven.

Auschwitz, gelegen bij het Poolse dorp Oświęcim was een van de grootste concentratie- en vernietigingskampen van de Nazi’s. Het is het kamp waar Anne Frank en haar familie naar gedeporteerd werden nadat ze verraden waren in hun schuilplaats in het Achterhuis. In Auschwitz zijn meer dan een miljoen mensen omgekomen, vooral Joden. Logisch toch om de dag dat Auschwitz bevrijd werd te benoemen als gedenkdag voor alle Holocaust-slachtoffers?

Chaotische oorlog

Niet als je kijkt hoe anders men in Oost-Europa anno 2014 omgaat met herinneringen aan de Holocaust. “Het verhaal van de Jodenvervolging in de kampen waar Auschwitz symbool voor staat is enkel een West-Europees beeld, en dan ook nog eens maar een beperkt deel van het hele verhaal,” zegt Rob van der Laarse, hoogleraar ‘Erfgoed van de oorlog’ op de Westerborkleerstoel aan de Vrije Universiteit en tevens kwartiermaker van de nieuwe Amsterdam School for Heritage and Memory Studies aan de Universiteit van Amsterdam.

Voor het NWO-onderzoeksproject Terrorscapes doet hij samen met een internationaal team van deskundigen onderzoek naar wat voor verhalen de verschillende Holocaust- en genocidemusea in heel Europa eigenlijk vertellen.

“Wij zien de Holocaust vaak als een gigantische machine waarin alles perfect klopte. Maar de beelden die wij in West-Europa op ons netvlies hebben is niet hoe Auschwitz het grootste deel van de oorlog werkelijk functioneerde”, zegt Van der Laarse. “Dat lange perron werd bijvoorbeeld speciaal aangelegd voor een van de laatste transporten van de oorlog; 400.000 Hongaarse joden die eind 1944 onverwacht richting Auschwitz kwamen, en waar de commandanten helemaal niet op gerekend hadden.”

“De kampcommandanten werden steeds verrast door de chaotische ontwikkelingen van de oorlog. Auschwitz was in feite een gigantische industriestad. Door de nazi’s gebouwd in een poging de Duitse industrie naar het oosten te verplaatsen uit vrees voor een geallieerde invasie in het westen. Hoewel gevangenen er onder slechte omstandigheden werkten was Auschwitz I, het oorspronkelijke kamp met de beruchte poort, dus aanvankelijk niet zozeer een vernietigingskamp. Auschwitz II-Birkenau – het symbool voor de Holocaust – werd pas in 1942 gebouwd. Die kale barakken die daar nu te zien zijn als reconstructies, waren oorspronkelijk ook niet de bedoeling.”

Die kale barakken die nu als reconstructies te zien zijn op Auschwitz II-Birkenau, waren oorspronkelijk niet de bedoeling.

Wikimedia Commons

“Men wilde betere barakken bouwen, maar werd overvallen door de opmars van het Rode Leger én het onverwachte succes van de Europese Jodenvervolging. Terwijl de stroom van Russische krijgsgevangenen stopte, groeide het aantal joodse slavenarbeiders. Zelfs Birkenau’s capaciteit bleek al snel niet groot genoeg. In de haast heeft men daarom paardenstallen neergezet.”

Eén jood, één kogel…

Dat kampen als Auschwitz, maar ook het verder oostelijk gelegen vernietigingskamp Majdanek, nu nog bestaan als musea, is voor een belangrijk deel te danken aan de Russen. Het Rode Leger bevrijdde beide kampen en maakte er nog tijdens de oorlog een herdenkingsplaats van. “Veel kampen in het oosten, waaronder ook Auschwitz, waren oorspronkelijk gebouwd voor Russische krijgsgevangenen, die er beestachtig behandeld werden”, zegt Van der Laarse. “De Russen hadden veel belang bij het laten voortbestaan van de kampen als herinneringsplek aan het fascisme, als waarschuwing en om anti-communistische sympathieën weg te nemen. Zo mocht Oostenrijk van de Russen, die het land bezet hielden na de oorlog, zelfstandig worden. Maar alleen onder de voorwaarde dat nazikamp Mauthausen als antifascistische gedenkplaats bewaard zou blijven.”

Voormalig kamp Mauthausen in Oostenrijk, dankzij de Russen is deze plek, een van de gruwelijkste nazikampen van de Tweede Wereldoorlog, een herdenkingsplaats en museum.

P. H. Louw, CC by 2.5 via Wikimedia Commons

In Oost-Europa hebben ze daarom niet veel met een herinneringsplek als Auschwitz, of 27 januari als Holocaust Memorial Day. De bevrijding van de concentratiekampen valt voor veel Oost-Europeanen namelijk direct samen met het begin van de naoorlogse communistische overheersing.

Maar er is nog een andere, veel duisterdere reden waarom veel Oost-Europeanen de Holocaust nog altijd liever doodzwijgen. “Veel Oost-Europeanen waren zelf zeer schuldig aan het uitmoorden van de Joden”, zegt Van der Laarse. “Er zijn zo’n zes miljoen joden omgekomen tijdens de oorlog. Naar schatting kwam ongeveer de helft om in de kampen. Waar is de rest gebleven?”

“Alleen al in Oekraïne en Wit-Rusland zijn zeker een miljoen joden gedood met de vrijwillige hulp van nationalisten, waarna lokale bewoners bezittingen roofden en in hun huizen gingen wonen. In Polen zijn dorpen die voor de oorlog bijna volledig joods waren. Er was ná de oorlog echter geen jood meer te vinden in gebieden als Galicië, waar vroeger Jiddisch (door Joden gesproken, Germaanse taal, red.) werd gesproken. Izbica, in het oosten van Polen is een goed voorbeeld. De joden werden afgevoerd, geëxecuteerd met een kogel (de Duitsers hanteerden de strike slogan ‘één jood, één kogel; één kogel, één jood’) en in een massagraven gedumpt.”

“Uiteindelijk werd het dorp een concentratie- of doorgangskamp voor Europese joden, op weg naar de vernietigingskampen. Tot op de dag van vandaag weten de lokale bewoners precies wat er gebeurd is in de verborgen Oost-Europese ‘Holocaust door kogels’ en waar de massagraven zijn, maar het wordt grotendeels verzwegen. Ook tijdens de min of meer door de EU verplicht gestelde schoollessen over de Holocaust.”

Nauwelijks onderzoek

“In het genocidemuseum in Budapest, opgericht door de centrum-rechtse regering van Viktor Orbán, wordt bijvoorbeeld met geen woord gerept over de Holocaust, terwijl het de Hongaren zelf waren die ‘hun’ laatste 400.000 joodse landgenoten op de trein naar Auschwitz zetten; de Duitsers vroegen er niet eens om. Wat betreft de herinnering aan Jodenvervolging loopt er echt een tweespalt door Europa. Herinneringsplekken als Auschwitz of Majdanek worden tegenwoordig vooral door westerse toeristen bezocht.

“Omdat men er zelf zo bij betrokken was doen Oost-Europese historici dan ook nauwelijks onderzoek naar de genocide door de nazi’s. Hun aandacht is vooral gericht op de communistische terreur, zoals de in 1943 door de Nazi’s ontdekte massagraven in Katyn, waar zo’n 22.000 Poolse officieren en intellectuelen door de Russen zijn vermoord. De nazi’s wisten dat in hun propaganda uit te buiten, als afschrikking van het ‘Joods-Bolsjewistische complot’. Met genocide wordt in veel Oost-Europese genocide-musea altijd de misdaden van de Russen bedoeld.”

Wanneer het gaat over de holocaust doen er binnen Europa dus nogal wat concurrerende verhalen de ronde. Slachtoffers van het ene land zijn vaak daders in het andere land. Nu ook de Oost-Europese landen lid zijn geworden van de EU blijkt pas hoe moeilijk, zo niet onmogelijk, het is om op een gezamenlijke manier de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog te onderzoeken. Om nog maar te zwijgen over een gezamenlijke herdenking.

ReactiesReageer