Naar de content

Van burgeroorlog naar Gouden Eeuw

Marjolein Overmeer voor NEMO Kennislink

450 jaar geleden brak de Tachtigjarige Oorlog uit: een reden voor het Rijksmuseum om hier een tentoonstelling aan te wijden. De makers vertellen het verhaal over het ontstaan van een onafhankelijk land. Maar in eerste instantie was deze onafhankelijkheid helemaal niet de bedoeling.

12 oktober 2018

Wanneer je de tentoonstellingsruimte van het Rijksmuseum binnenloopt, valt je oog gelijk op een van de topstukken. Het is een indrukwekkend glas-in-loodraam van de Sint-Janskerk in Gouda met een knielende Filips II erop. Hij was de koning van Spanje en heer van de Nederlanden op het moment dat dit kunstwerk werd gemaakt.

Conservator Gijs van der Ham is erg trots op de aanwezigheid van dit originele raam. Filips II liet dit raam met zichzelf erop maken om God te danken voor het verslaan van de Fransen in 1557. “Ik had nooit gedacht dat we het raam hier tentoon zouden kunnen stellen, maar het bleek onverwacht makkelijk verplaatst te kunnen worden. Als conservator moet je ook geluk hebben en tegen dit soort dingen aanlopen.”

Verscheurde families

De tentoonstelling 80 jaar oorlog. De geboorte van Nederland vertelt het verhaal van de Opstand. Hoe het begon als verzet van de edelen tegen het beleid van de katholieke Filips II. Een vorst was geen probleem, maar hij moest niet hun macht beknotten of gewelddadig optreden tegen protestanten. “De Tachtigjarige Oorlog of de Opstand begon niet als een strijd om onafhankelijkheid, zoals veel mensen op school hebben geleerd”, zegt Van der Ham. Hij maakte deze tentoonstelling, gestoeld op recente wetenschappelijke inzichten, en wil laten zien wat het échte verhaal is.

In chronologische volgorde is te zien hoe het verzet zich vervolgens ontwikkelde tot een regelrechte burgeroorlog waarin verschillende religies tegenover elkaar stonden. Hele families raakten verscheurd. Na enkele decennia was het conflict uitgelopen op een oorlog tussen twee staten: het zelfverklaarde onafhankelijke protestantse noorden en het Spaanse katholieke zuiden, wat nu ongeveer België is.

Uiteindelijk spreidde het conflict zich uit over heel de wereld, met overzeese gewelddadigheden en zeeslagen tussen de Republiek en Spanje met zijn koloniën. “Uiteindelijk had die noordelijke strijd om de eigen vrijheid in andere gebieden het tegenovergestelde effect: het verdwijnen van de vrijheid, zowel van de tot slaaf gemaakten als van de andersgelovigen,” vertelt de conservator. De laatste groep sloeg op de vlucht of ging zijn religie ondergronds belijden.

Vrij onbekende kaart uit 1635 met daarop Brazilië, waar de Nederlanders de Portugezen hadden verjaagd, en Curaçao dat was veroverd op Spanje. Deze kaart was een cadeau aan Kardinaal de Richelieu, de hoogste Franse minister, bij het oorlogsverdrag met Frankrijk. Nederland liet hiermee zien dat het wat in de wereld te vertellen had.

Marjolein Overmeer voor NEMO Kennislink

Generaties lang oorlog

Wie denkt veel wapentuig en schilderijen van veldslagen te gaan zien bij deze tentoonstelling, komt enigszins bedrogen uit. De tentoonstelling gaat namelijk niet alleen over de oorlog zelf, maar meer over de achtergronden. “Dit is niet eerder gedaan, omdat het zo’n enorm complex en lang verhaal is. Vergeet niet dat deze oorlog wel drie generaties lang duurde,” vertelt de conservator.

Tijdens die drie generaties ontwikkelden noord en zuid zich tot twee staten met een eigen identiteit. Van der Ham: “De verschillen tussen het huidige Nederland en België hebben hun wortels in dit conflict. In de Republiek kwamen de protestanten en de burgerij aan de macht en in de Spaanse Nederlanden de katholieke adel en vorst. Het schilderij De zielenvisserij laat deze tweedeling goed zien.”

De Zielenvisserij, Adriaen van de Venne, 1614 (Olieverf op paneel, h 98,5cm × b 187,8cm).
Van der Ham: “Protestanten en hun bestuurders inclusief stadhouder Maurits staan aan de linkerkant en de rooms-katholieken en de Spaanse bestuurders rechts. In het noorden ligt duidelijk de toekomst: daar staat de boom in het blad. Bij de katholieken in het zuiden is alles verdord.”

Rijksmuseum, publiek domein

Metalen doosje waarin het hart van de graaf Van Egmont wordt bewaard sinds zijn onthoofding in 1568.

Marjolein Overmeer voor NEMO Kennislink

Hartvormig doosje

De tentoonstelling is verdeeld in negen algemene thema’s, met namen als Orde, Breuk, en Identiteit, verdeeld over tien zalen. “De zaal Chaos is de enige die over de opstand zelf gaat. Er was toen erg veel geweld. Voor de mensen was het totaal onduidelijk welke kant het op zou gaan en de grote middengroep wilde helemaal geen kant kiezen, zoals meestal het geval is.”

Deze zaal bevat ook twee vrij onbekende objecten: het hart van graaf Van Egmont en delen van een beeld uit de dorpskerk van Doorn. “Deze beeldfragmenten zijn enkele jaren geleden gevonden onder de kerkvloer en nu voor het eerst voor het publiek te zien. Ze zijn tijdens de Beeldenstorm kapotgeslagen en vervolgens onder de kerkvloer gestopt zodat de protestanten er wekelijks nog eens overheen konden lopen. Onbedoeld heeft dit ervoor gezorgd dat ze zo goed bewaard zijn gebleven dat zelfs de kleuren er nog opzitten,” laat Van der Ham zien.

Anoniem, Judaskus, fragment van een monument uit de dorpskerk van Doorn, ca. 1510-1530 Amersfoort

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Even verderop ligt een zilverkleurig doosje in de vorm van een hart. Hierin ligt het hart van de in 1568 onthoofde graaf van Egmont. Hij was een van de edelen die in verzet kwam tegen het beleid van Filips II en vervolgens beschuldigd werd van hoogverraad. “Het verhaal is wel bekend, maar slechts weinig mensen weten dat het hart nog steeds bewaard wordt in het stadhuis van het Vlaamse plaatsje Zottegem,” aldus Van der Ham.

Moedeloos

Door de zalen dwalend, grijpen die over vluchtelingen (Verdreven) en Oorlogsmoe mij het meest aan. Hier wordt de ellende klein en persoonlijk en daardoor tastbaar. Je ziet bijvoorbeeld een album met tekeningen van verarmde vluchtelingen. Het is in 1569 gemaakt door Joris Hoefnagel, die zelf met zijn familie het oorlogsgeweld ontvluchtte en alles kwijtraakte. Door te tekenen raakte hij weer uit de put, schreef Hoefnagel er zelf bij.

In de zaal Oorlogsmoe hangt een klein schilderij dat tot boegbeeld van deze tentoonstelling is gekozen. Het is een licht ingezakte soldaat op zijn paard, van achteren gezien. Het is gemaakt door Gerard ter Borch in 1634 en laat een heel ander beeld zien dan ik gewend ben uit deze periode: geen veldslagen, triomftochten of propaganda om de vijand zwart te maken, maar een soldaat die het niet meer ziet zitten. Het is simpel maar doeltreffend. Dit geldt ook voor een werk van Brueghel in deze zaal, die een moedeloze vrouw afbeeldde tussen al het oorlogsgeweld.

Geen winnaars

Uiteindelijk komen we aan in de zaal Vrede. Hier liggen de in Münster ondertekende documenten uit 1648 die de vrede tussen Spanje en de onafhankelijke Republiek bekrachtigden. Eindelijk erkenden beide partijen dat ze allebei de oorlog niet konden winnen. Degenen die de oorlog waren begonnen, waren allang overleden. Aan Spaanse zijde was dat ondertekenaar koning Filips IV, de kleinzoon van Filips II. Het document, dat in het Nationaal Archief wordt bewaard, is hier tentoongesteld.

“Bijzonder is dat de vrijheid van geweten en autonomie van de gewesten die in het Traktaat terug te vinden zijn, nog steeds de basis vormen van Nederland.” De tentoonstelling is zo opgezet dat de de bezoeker beseft wat het enorme belang van dit conflict is geweest voor ons land, zo hopen de makers. Daarnaast spelen zaken als terreur, onderdrukking en vluchtelingen nu nog steeds in de wereld. Dit maakt de tentoongestelde voorwerpen en verhalen uit de Tachtigjarige Oorlog erg herkenbaar.

Boek erbij

In totaal zijn er tweehonderd objecten samengebracht, deels uit eigen depot en deels in bruikleen. De zalen ogen wat vlak omdat schilderijen, kaarten en documenten overheersen maar er zijn ook wat 3D-objecten te zien, zoals hier en daar een harnas, borstbeeld of kanonskogels. In ieder geval hebben alle objecten zelf een rol gespeeld in de oorlog, actief of passief. “Allemaal zijn het directe ooggetuigen van de Opstand en geen voorwerpen die achteraf zijn gemaakt. Ze zijn propaganda, slachtoffer geworden van geweld of een uiting van triomf. Deze objecten dragen niet alleen het verhaal, ze zíjn het verhaal,” aldus Van der Ham.

Het is een mooi verhaal, maar echt de diepte ingaan – zoals de makers beogen – blijft lastig. Zoals ze zelf al zeiden is de Opstand complex en de periode erg lang. Je kunt onmogelijk alles gedetailleerd vertellen en laten zien. Gelukkig is er ook nog een boek verschenen, 80 jaar oorlog geheten, waarin Van der Ham het uitgebreide verhaal vertelt. Als je meer wilt weten over de (aanloop naar) de Opstand, is dit een aanrader. Het boek leest namelijk als een trein.

Over de tentoonstelling

80 jaar oorlog. De geboorte van Nederland is te zien vanaf 12 oktober 2018 tot en met 20 januari 2019 in het Rijksmuseum in Amsterdam.
De tentoonstelling is gemaakt in samenwerking met de NTR, die de gelijknamige serie over de Opstand heeft gemaakt, die op dit moment op televisie te zien is. Daarnaast is er de interactieve website 80jaaroorlog, met 80 verschillende locaties in Nederland waar deze oorlog effect op heeft gehad.

Boek: Gijs van der Ham e.a., 80 jaar oorlog (2018, Rijksmuseum, NTR, Atlas Contact)

ReactiesReageer