Virusinfecties zijn soms onnodig problematisch. Tegen tal van virussen bestaan uitstekende vaccins, maar ze zijn niet voor iedereen beschikbaar. Soms zijn ze te duur, soms willen mensen niet gevaccineerd worden omdat ze het systeem niet vertrouwen. Dat geeft een dilemma: vaccins werken niet als je ze op de plank laat liggen. Ab Osterhaus (coördinator van onderzoeksconsortium Virgo) en Arno Andeweg (co-coördinator Virgo) vertellen.
Een probleem in de aanpak en bestrijding van virusinfecties is de bereikbaarheid van de medicatie of vaccins. Er bestaan immers een heleboel middelen tegen virussen, maar niet iedere wereldbewoner heeft daar toegang toe. Door oorlogen, gevoelige politieke situaties of natuurlijke barrières blijven teveel vaccins op de plank liggen. En soms willen mensen niet gevaccineerd worden. Dat heeft consequenties voor de bestrijding van deze ziektes.
Niet overal ter wereld zijn alle vaccins beschikbaar. Wat betekent dat voor virusbestrijding?
Andeweg: “Dat niet iedereen toegang heeft tot medicatie of vaccins is een kwalijke zaak. In de eerste plaats heeft het alles te maken met de oneerlijke verdeling van welvaart. In de Westerse wereld zijn we al snel geneigd om te denken dat een virus niet meer bestaat of niet interessant is, terwijl het elders in de wereld nog veel problemen veroorzaakt. In ontwikkelingslanden zijn bijvoorbeeld honderden miljoenen mensen het slachtoffer van chronische virale hepatitis of het denguevirus. Beschikbaarheid van vaccins en goede medische zorg is uiterst belangrijk, maar ook (vaak simpele) hygiënemaatregelen zijn cruciaal.”
Osterhaus: “Verspreiding van vaccins en antivirale middelen in tijden van crisis heeft vaak te maken met de politieke situatie. Als een paar landen alle vaccins opkopen wanneer een pandemie dreigt, is er voor andere landen niets over. Terwijl pandemische vaccinatie niet alleen voor de happy few beschikbaar moet zijn, maar uiteindelijk voor iedereen die het nodig heeft. Daar moeten we oplossingen voor verzinnen, bijvoorbeeld door in Europa gezamenlijk in te kopen. Wetenschappelijk zijn we hier bij Virgo niet mee bezig, maar we zien wel dat we soms door het oog van de naald kruipen.”
Toch is het ook in juist rijke Westerse landen moeilijk om iedereen aan een vaccin te krijgen. De invoer van vaccinatie tegen HPV, het baarmoederhalskanker veroorzakende virus, stuitte bijvoorbeeld op enorme ophef. Veel mensen vertrouwden het vaccin niet, en geloofden niet in de geruststellende informatie waar wetenschappers mee kwamen. Slechts de helft van de opgeroepen meisjes, veel minder dan de verwachte tachtig procent, kwam opdagen om zich te laten inenten.
De HPV-ophef is een extreem voorbeeld, maar er zijn meer gevallen bekend van kritische burgers. Maakt u zich zorgen over die kritische houding?
Osterhaus: “Ik maak me inderdaad wel zorgen over de acceptatie van vaccins. Mensen zijn kritisch op de wetenschap; geloven niet zomaar meer wat de dokter zegt. Aan de ene kant gaat het om religieuze redenen, daar kan je weinig aan doen. Maar daarnaast zijn het hoogopgeleide mensen die een ‘mazelenparty’ organiseren omdat het zo goed voor kinderen zou zijn. Er is niks gezonds aan, maar die ouders weten dat niet. Ze hebben het zelf nooit meegemaakt en kennen de gevolgen en eventuele complicaties van de ziekte niet meer.” (zie ook: ‘Onschuldig’ mazelenvirus brengt je afweer om zeep)
Andeweg: “Het is logisch dat mensen het systeem niet vanzelfsprekend vertrouwen. Iedereen is een mondige burger, de tijd is gelukkig geweest dat alleen de dokter weet wat goed voor je is. Maar het is zorgelijk dat de achterdocht toeneemt. Het doel van dit wetenschappelijk onderzoek is afname van de ziektelast, en dat wordt alleen bereikt als de gegenereerde kennis ook kan worden toegepast.”
Hoe kunnen we die achterdocht tegengaan?
Andeweg: “Degelijke informatie is belangrijk. Die achterdocht moet ons verder brengen om kennis beter te delen. Als wetenschappers moeten we goed kunnen vertellen wat de voor- en nadelen kunnen zijn van een vaccinatie. Correct geïnformeerde mensen kunnen dan zelf een afweging maken in het belang van henzelf en de mensen om hen heen.”
Osterhaus: “Aan de ene kant is er veel bereikt, en gebeurt er goed werk in ons vakgebied, maar het is zonde dat we te weinig doen aan de acceptatie van de vruchten ervan: nieuwe vaccins. Er circuleren vreselijke filmpjes over wat er gebeurt na vaccinatie. Niemand rekent de sceptici erop af. Het is de taak voor de wetenschap om tegengeluid te geven. Daarvoor moeten we ook sociale wetenschappers en sociale media in de arm nemen: leren over de psychologie achter acceptatie, en de manier waarop communicatie het best werkt.”
Wat doet zo’n complex probleem met uw motivatie voor dit onderzoek?
Andeweg: “Elke onderzoeker weet dat zijn werk voor de lange termijn is: fundamenteel onderzoek met zicht op praktische toepassing. We zijn gewend dat we niet in één stap thuis zijn; oorlogen, armoede en politiek blijven altijd een rol spelen.”
Osterhaus: “Ons onderzoek is pure noodzaak. We zien steeds meer infecties de kop op steken. Daar moeten we een wal tegen opwerpen – door onze SARS-aanpak hebben we een beginnende pandemie onder controle gekregen. Doen we dit soort onderzoek niet, dan moeten we met z’n allen op de blaren zitten.”