Bijna heel mijn leven heb ik in Amsterdam gewoond. Deze zomer verliet ik het, om te verhuizen naar Zürich. Nu woon ik op een berg, kijk ik uit over een meer en denk ik aan Mokum.
Op een zomerse zondagochtend ontbijten we op ons dakterras in de zon, met uitzicht op de Alpen. Croissants noemen ze hier Gipfli en ik vind ze heerlijk. Het brood is sowieso erg goed, lekker stevig en toch luchtig, veel beter dan bij ons in Nederland. Na het ontbijt lopen we onze heuvel af naar het meer. Naar beneden ben je er in tien minuten en we wandelen een stukje langs de kade om vervolgens neer te strijken in een Badi – mooi onderhouden grasvelden met een strandje, duikplanken en een restaurant. Let wel: geen friet en chips, maar een vegetarisch buffet waar Ottolenghi zijn vingers bij zou aflikken.
Leven in Zürich is zo gek nog niet. We wonen hier nu sinds juli en beginnen het steeds meer te waarderen. De bergen en het meer zijn geweldig, en binnen tien minuten fietsen zijn we in de natuur. Onze zoon, die inmiddels anderhalf jaar oud is, kan zijn lol op in het water, op de kinderboerderij in de buurt of in een van de tientallen speeltuinen op loopafstand. Als het mooi weer is, zijn we in drie kwartier rijden op een echte bergflank om te wandelen.
Gek op bergen
Na mijn promotie in januari 2019 ben ik gaan solliciteren voor een postdoc – een baan als gepromoveerd onderzoeker. Dat liep soepeler dan ik dacht en ik mocht op meerdere plekken op gesprek komen, onder ander aan de ETH Zürich. Ik kom al sinds ik een peuter was vaak in Zwitserland voor de wintersport en ben gek op de bergen. Toen het ook nog eens goed klikte met de groep en het onderzoek heel spannend bleek te zijn, hoefde ik niet lang na te denken: Zürich, let’s go!
Ik heb er geen spijt van, want we leven er heerlijk, maar toch: expat zijn is gek. Je bent er maar half, in het land waar je woont. Zolang je de taal nog niet meester bent, gaat veel langs je heen en kan je moeilijk echt een klik maken met de mensen die je tegenkomt. Je leest niet echt kranten en kijkt nauwelijks nieuws, deels door de taal maar ook omdat je de context niet kent die het interessant maakt.
Tegelijk ben je ook niet meer in Nederland, dus het Nederlandse nieuws is ook minder boeiend. Ik denk dat het beter wordt, dat wel. Ons Duits gaat snel vooruit en we kunnen zelfs een beetje kaas maken van het tot voor kort onverstaanbare Zwitserduits.
Cultuurverschillen
Er zijn ook grappige cultuurverschillen. Let wel: geen cultuurshock, want de Zwitsers en wij lijken in veel dingen best wel op elkaar. Beide houden we van kaas, zijn we iets gereserveerd, werken we (meestal) hard en spreken we een gekke taal die niemand anders verstaat. Maar ze zijn wel een stuk netter hier: laatst bood een wildvreemde man mijn vrouw een brillendoekje aan in de supermarkt, omdat haar bril zo vies was! En toen ze laatst in de tram zat met mijn zoon, kreeg ze ongevraagd advies van een medepassagier dat ze ons kind toch vooral veel vitamine D moest geven en geen siliconen speen. ‘Bemoei je met je eigen zaken!’ is dan het eerste wat in ons opkomt, maar ze bedoelen het goed.
Zal ik ooit weer terug komen naar mijn stad, Amsterdam? Ik weet het niet. Hoe fijn Zürich ook is, Amsterdam is thuis en als ik er niet ben, mis ik het. Ik mis de gesprekken in de kroeg of op straat, de spontaniteit, het fietsen door de oude stad en mijn vrienden en familie daar. Maar geef het wat tijd en misschien kan Zürich ook als thuis gaan voelen. Aan het uitzicht zal het in ieder geval niet liggen.