Uit hoeveel generaties je familie ook bestaat, voor de familiebanden maakt het niet uit. “Gezinnen in Nederland zijn uitermate solidair.”
Families zien er vandaag de dag anders uit dan vroeger. Mensen krijgen op latere leeftijd kinderen en worden op latere leeftijd opa of oma. Kleinkinderen hebben tegenwoordig vaker ook nog overgrootouders. En doordat mensen scheiden, hertrouwen en een tweede gezin stichten, lopen generaties door elkaar heen. Hoe hebben dit soort veranderingen invloed op de relaties en het welzijn binnen een familie?
Zó nieuw zijn de familievormen van nu niet, wil Pearl Dykstra, hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, eerst even zeggen. Vroeger liepen generaties ook door elkaar heen. “Gezinnen waren groot. Moeder baarde bij wijze van spreken haar twaalfde kind, terwijl kind nummer één ook in het kraambed lag.” Stiefgezinnen zijn ook zeker niet nieuw. “Vroeger hertrouwde meestal de vader, als gevolg van het overlijden van de moeder in het kraambed, want die man had iemand nodig. Nu hertrouwen mensen vaker en om een andere reden: echtscheiding.” Voor kinderloosheid gaat hetzelfde op. “Begin twintigste eeuw was zo’n twintig procent van de mensen kinderloos, gewoon omdat ze nooit trouwden, denk aan nonnen of vrouwen in het onderwijs. Nu zie je die kinderloosheid binnen relaties en is dat vaak gewenst.”
Verzorgingsstaat
De kwaliteit van relaties binnen een familie is af te lezen aan de solidariteit. Help je elkaar? Geef je elkaar geld? Breng je tijd met elkaar door? Ben je emotioneel gehecht aan elkaar? Er is heel veel solidariteit binnen de families in Nederland, blijkt uit Dykstra’s onderzoek. En daarin maakt het aantal generaties of de leeftijd waarop mensen kinderen krijgen niet uit. “De echte breuken zitten bij de echtscheiding, daardoor worden relaties complexer.”
Het is niet te zeggen of families in de loop der tijd ‘beter’ werden. Zo is het tegenwoordig makkelijker om je solidair op te stellen, simpelweg omdat er meer ouderen zijn. Sowieso zijn families sinds de opkomst van de verzorgingsstaat anders gaan functioneren. “Vroeger nam je de zorg voor opa of oma voor eigen rekening. Nu er vanuit de staat veel geregeld is voor ouderen, zoals thuiszorg, hoeft dat niet meer.”
Kleinkinderen als toetje van het leven
Hoe solidair families zijn is sterk afhankelijk van het land. “De Italianen zeggen ‘wij zijn zo solidair, wij hebben zulke hechte gezinnen’. Ja, zij doen veel voor de ouderen omdat er niks geregeld is! Je laat je ouderen natuurlijk ook niet stikken.” Of neem de rol van grootouders, die ook per land verschilt. “In de Verenigde Staten zijn opa en oma de child savers. De middengeneratie heeft het zwaar, zit relatief vaak in de gevangenis, is aan de drugs of kreeg te jong kinderen. Opa en oma gaan voor het kind zorgen. In Zuid-Europa en Azië is met name oma de mommy saver. Oma verlaat de arbeidsmarkt om voor haar kleinkind te zorgen, zodat haar dochter kansen krijgt die zij niet had.”
In Nederland en de Scandinavische landen zijn grootouders de family savers: ze staan klaar als er verhuisd moet worden of als iemand plotseling ziek is. In Noorwegen wordt grootouderschap zelfs life’s dessert (‘toetje van het leven’) genoemd. “Vergeet niet dat Noorwegen een welvarend land is. Op een plek waar kinderopvang niet of slecht geregeld is, maakt dat ‘moeten’ het grootouderschap een stuk minder mooi.”