De tsunami van tweede kerstdag heeft aan heel veel mensen het leven gekost. Om een zelfde ramp in de toekomst te voorkomen wordt er een tsunami-waarschuwingssysteem aangelegd in de Indische Oceaan. Dat systeem kan een tsunami al op de oceaan opmerken zodat de kustbewoners op tijd gewaarschuwd kunnen worden. Maar zelfs zonder een tsunami-waarschuwingssysteem hadden er veel minder doden kunnen zijn. Een sterke aardbeving is ook een waarschuwing dat er misschien een tsunami op komst kan zijn. En als de zee zich terug trekt, betekent dit dat er een grote golf aan komt. Veel mensen werden verrast door het water omdat ze niet wisten wat een tsunami was. Behalve een waarschuwingssysteem is dus ook voorlichting nodig.
Voorlichting
Hoe belangrijk voorlichting is blijkt uit het verhaal van Tilly Smith. Tilly is een Engels meisje van 10 jaar, zij was met haar ouders op vakantie in Thailand. Net twee weken voor de kerstvakantie had ze op school over tsunamis geleerd. Op 26 december, de dag van de tsunami was de familie op het strand van Maikhao op het eiland Phuket. Toen Tilly zag dat de zee zich terugtrok, herinnerde ze zich van de aardrijkskundeles dat dit betekende dat er een grote golf op komst was. Ze vertelde haar ouders wat ze had geleerd op school. Samen met haar ouders waarschuwde ze andere vakantiegangers en het hotel waar ze logeerden. De hotelmedewerkers evacueerden snel het strand en nog voordat de tsunami toesloeg was iedereen van het strand vertrokken naar hoger gelegen gebied. Door Tilly Smith was het strand van Maikhao een van de weinige stranden in Phuket waar niemand is omgekomen.
Een ander voorbeeld is de redding van alle leerlingen van een klein schooltje op het strand van Fatu Hiva, een eiland in de Stille Oceaan. Op 13 september 1999 veroorzaakte een landverschuiving op het eiland een tsunami van 10 meter hoog. Een lerares van het schooltje zag vanuit het raam in de klas dat de zee zich terugtrok. Ze reageerde meteen en vertelde alle kinderen de school aan de achterkant te verlaten en naar hoger gebied te gaan. Een paar minuten nadat de laatste leerling de school had verlaten, sloeg de tsunami toe en verwoeste de hele school. Niemand kwam daarbij om het leven.
Deze voorbeelden laten duidelijk zien hoe belangrijk het is dat mensen op de hoogte zijn van tsunamis. Helaas waren er op tweede kerstdag maar weinig mensen die wisten wat een tsunami was. Toen de zeebodem droog viel voordat de tsunami aankwam, liepen ze nieuwsgierig naar de spartelende vissen te kijken en zagen niet de enorme golf aankomen. Voorlichting is dus heel belangrijk. De Verenigde Naties wil dat alle scholen in de hele wereld tsunamis in hun lesprogramma opnemen.
Tsunami-waarschuwingssysteem
Om in de toekomst beter voorbereid te zijn op een tsunami wordt er een waarschuwingssysteem gebouwd in de Indische Oceaan. Een zelfde soort tsunami-waarschuwingssysteem bestaat al in de Stille Oceaan. Het is aangelegd nadat in 1946 een aardbeving bij Alaska een tsunami veroorzaakte die 165 mensen het leven kostte. De meeste doden vielen duizenden kilometers verderop in Hawaï.
In het begin bestond dit systeem alleen uit een netwerk van seismische meetstations en waterpeil-meters. De seismische stations meten aardbevingen en uit die gegevens kan worden vastgesteld hoe zwaar een aardbeving is en waar hij precies heeft plaatsvonden. De waterpeil-meters zijn gewone zeespiegelhoogte-meters die enkele kilometers uit de kust liggen. Zij meten een tsunami als hij dicht bij de kust komt. Om er zeker van te zijn of een gemeten aardbeving een tsunami had veroorzaakt, moest men wachten op een teken van de waterpeil-meters. Dit systeem kon wel de aardbevingen meten en de tsunami vlak bij de kust, maar niet hoeveel tsunami-energie zich verplaatst naar verder gelegen gebieden. Hierdoor waren drie van de vier meldingen vals alarm.
De werking van een tsunami waarschuwingssysteem. bron: Reformatorisch Dagblad
Drie jaar geleden is het oude systeem verbeterd met zes nieuw ontwikkelde tsunami-sensoren. Deze sensoren liggen op de bodem en kunnen een tsunami midden op de oceaan opmerken. Het zijn een soort weegschalen die de druk van het water op de zeebodem meten. Als er een tsunami-golf voorbij komt, neemt de hoeveelheid water boven op de sensor toe en wordt er een toename in de druk gemeten. De weegschalen zijn zo nauwkeurig dat ze zelfs op 6000 meter diepte een tsunami-golf van een centimeter kunnen opmerken. Golven die ontstaan door schepen of wind worden niet gemeten omdat die een veel kortere golflengte hebben. Wanneer de sensor een tsunami meet, wordt er vanaf de zeebodem een akoestisch signaal doorgeven naar een boei aan het wateroppervlak. De boei geeft de informatie via een satelliet door naar een station aan land, van waaruit de kustplaatsen gewaarschuwd zullen worden.
Het installeren van een tsunami-waarschuwingssysteem is slechts een gedeelte van de benodigde voorbereiding voor een toekomstige ramp. Het is ook heel belangrijk om een goed communicatiesysteem te hebben om zo snel mogelijk zoveel mogelijk mensen aan de kust te bereiken. Ook moeten de kustbewoners informatie krijgen over wat ze moeten doen als er een tsunami-waarschuwing gegeven wordt. In landen rond de Stille Oceaan staan er borden op het strand met de tekst: “in het geval van een aardbeving, ga naar hoger gelegen gebied of landinwaarts”. Evacuatieroutes zijn met bordjes en pijlen aangegeven en er worden regelmatig tsunami-oefeningen gehouden.
Een tsunami-waarschuwingssysteem had veel mensenlevens kunnen redden in de Indische Oceaan. Maar het werkt alleen voor gebieden die ver van het epicentrum van de aardbeving liggen. Voor Atjeh waar de tsunami enkele minuten na de aardbeving al op de kust sloeg, zou de waarschuwing te laat zijn gekomen.
Waarschuwingsbord voor tsunami-gevaar aan de westkust van de V.S.
Tsunamis in de Noordzee
Ook in Europa komen tsunamis voor. Het risico is het grootst in gebieden waar vaak aardbevingen voorkomen, zoals in Griekenland en Italië. In de Noordzee komen maar weinig aardbevingen voor en daardoor is het risico dat er een tsunami ontstaat ook erg klein. Uit de geschiedenis zijn slechts twee tsunamis bekend in de Noordzee:
Op 6 april 1580 vond een aardbeving van ongeveer 6.2 op de schaal van Richter plaats in het Nauw van Calais. De aardbeving werd gevoeld in Nederland, België, Engeland, Duitsland en noord Frankrijk. Het veroorzaakte een 4 meter hoge tsunami die de noord Franse steden Calais en Boulogne overstroomde.
De tweede was niet eens een duidelijke tsunami maar een vreemde zeebeweging, midden op de Noordzee. De oorzaak was een aardbeving van 6.0 op de schaal van Richter. Dit gebeurde op 7 juni 1931 op de Doggerbank, een zandbank ten noordwesten van Nederland. De aardbeving werd in heel noord Europa gevoeld. Mensen die zich op dat moment op schepen bevonden vlak boven de Doggerbank zagen een golf. Maar er zijn geen overstromingen bekend.
Toch heeft er in het verleden ook een grote tsunami plaats gevonden op de Noordzee, ongeveer 7200 jaar geleden. In die tijd werd er nog niet geschreven en toch weten we dat de tsunami grote delen van de Noordzee kust overspoelde. Deze informatie komt uit de geologie. Tsunamis maken zand en soms ook stenen los van de zeebodem. Het water neemt dit samen met zand van het strand mee het land in. Nadat het water weer is verdwenen, blijft het zand achter op het land. Als het niet verdwijnt door erosie kan het bewijs van een tsunami heel lang bewaard blijven. Geologen kunnen dit bewijs gebruiken om het tsunami-risico te bepalen voor gebieden waar weinig bekend is over tsunamis in het verleden.
De 7200 jaar oude tsunami in de Noordzee is ongeveer 40 jaar geleden ontdekt door Engelse aardwetenschappers. Zij vonden een vreemd laagje zand tussen het veen in de vallei van de Forth rivier in Schotland. Eerst dachten ze dat dit zandlaagje was neergelegd tijdens het overstromen van de rivier. Maar al snel vonden ze hetzelfde laagje in verschillende andere gebieden langs de oostkust van Schotland. Bovendien zaten er in het zandlaagje schelpjes die aantoonden dat het zand uit de zee zou moeten zijn gekomen. Toen de ouderdom bepaald werd, bleek dat het laagje overal even oud was, 7200 jaar. Met deze informatie kwamen de geologen tot de conclusie dat het zandlaagje moest zijn neergelegd door een enorme stormvloed. Maar er bleven vragen. Waarom kon het geologische bewijs van een enkele storm over zo’n enorm gebied teruggevonden worden? Waarom was er maar een zandlaagje? Er waren toch veel meer zware stormen geweest op de Noordzee in de laatste 7200 jaar? En waarom was het geologisch bewijs van alleen deze ene storm bewaard gebleven?
Een doorsnede van de bodem in west Noorwegen. De licht gekleurde laag is neergelegd door de tsunami. Er zitten stenen en schelpen in en stukken veen die door de golf van het onderliggende veen zijn afgeslagen. bron: Bondevik, S., Mangerud, J., Dawson, S., Dawson, A., and Lohne, O. 2003. Record-breaking height for 8000-year-old tsunami in the North Atlantic. EOS 84, 289-2Klik op de afbeelding voor een grotere versie.
Op hetzelfde moment ontdekten Noorse onderzoekers een enorme onderzeese aardverschuiving voor de kust van Noorwegen, die ze de Storegga verschuiving noemden. Deze onderzeese lawine heeft een breedte van 290 km en een volume van 5580 km3. Het is een van de grootste onderzeese verschuivingen die ooit ontdekt is. Eigenlijk zijn het drie aparte lawines. De oudste vond ongeveer 30.000 jaar geleden plaats en de tweede en de derde zijn tussen 8000 en 5000 jaar oud. Waarschijnlijk zijn ze gaan schuiven door aardbevingen. Alle drie de aardverschuivingen zijn zo groot dat ze enorme tsunamis moeten hebben veroorzaakt.
Het zandlaagje in oost Schotland werd toegeschreven aan de tweede lawine. Ook langs de Noorse kust werd op verschillende plaatsen een zandlaag gevonden van dezelfde ouderdom. Computermodellen van de tsunami samen met het geologisch bewijs lieten zien dat deze tsunami minstens 10 meter hoog moet zijn geweest in Noorwegen en ongeveer 6 meter in Schotland. De tsunami moet ook in zuidelijke richting de Noordzee ingetrokken zijn, maar tot nu toe is er nog geen bewijs van in Nederland gevonden. Tijdens het aanleggen van een tunnel in Amsterdam is er wel een laag met schelpen ontdekt. Even werd gedacht dat deze afkomstig was van de Storegga tsunami. Maar toen de ouderdom van deze laag bepaald werd bleek hij veel jonger te zijn.
Van de geologie weten we dus dat er een grote tsunami in de Noordzee heeft plaatsgevonden in het verre verleden. Waarschijnlijk heeft hij ook de kust van Nederland overspoeld. Het is mogelijk dat er opnieuw een tsunami in de Noordzee zal voorkomen, maar de kans is heel erg klein. Een tsunami-waarschuwingssysteem is daarom niet nodig in de Noordzee.
De Storegga verschuiving is het gestreepte gebied tussen Noorwegen en IJsland. De cirkels geven aan waar geologisch bewijs van de tsunami is teruggevonden. bron: Stella Kortekaas, proefschrift
Stella Kortekaas promoveerde in 2002 in Engeland op een onderzoek naar het geologisch bewijs van tsunami’s. Ze deed daarna twee jaar onderzoek naar tsunami’s in Griekenland aan het Nationaal Seismologisch Instituut in Athene en is nu werkzaam in Frankrijk.
Met dank aan Robbert van den Nieuwenhof en Krista Beilschmidt.
Meer weten:
- Kennislink’s dossier over de tsunami van 26-12-2004