Onderzoekers van de Apenheul en de Universiteit Leiden ontwikkelen een soort Tinder voor apen. Nu nog om hun emoties beter te begrijpen, maar later om te kijken of ze zich thuis kunnen voelen in een nieuwe groep. “Uiteindelijk zouden we hiermee het dierwelzijn flink kunnen verbeteren,” aldus gedragsbioloog Thomas Bionda.
In het apenverblijf hangt een touchscreen, met in het midden een zwarte stip. Wanneer de apen daarop drukken zien ze twee plaatjes van een soortgenoot. Op het ene plaatje doet de aap niets bijzonders, maar op de andere toont de aap een heftige emotie. De plaatjes verdwijnen na een paar seconden en dan moeten de apen weer op de stip drukken. Soms zit de stip op de plek van de neutrale foto, en soms op de plek van de emotioneel geladen foto. De verschillen in reactiesnelheid verhullen of de apen meer aandacht hebben voor de emotionele foto of niet.
Het uiteindelijke doel hiervan? Een tool creëren die kan helpen bij het samenstellen van groepen dieren in dierentuinen. Een soort Tinder. De komende vier jaar werken onderzoekers van Apenheul en de Universiteit Leiden samen om te ontdekken hoe die tool precies gaat werken. De hier beschreven test is stap één in het ontwikkelingsproces.
Voor niets op reis
Bijna alle dierentuinen maken tegenwoordig deel uit van een internationaal fokprogramma. Dat betekent dat dieren van verschillende dierentuinen uitgewisseld worden om incest te voorkomen. Daardoor verandert de groepssamenstelling van dieren in dierentuinen regelmatig.
Bij die uitwisseling wordt vooral rekening gehouden met genetische verschillen. En dan kan het nog weleens gebeuren dat een dier voor niets op transport gaat, bijvoorbeeld omdat het beest sociaal gezien niet in de nieuwe groep past. Dan moet er weer een nieuwe groep worden gezocht, met risico dat het opnieuw niet klikt, of het dier gaat weer terug naar de plek waar het vandaan kwam. Veel reizen dus, en dat is vaak stressvol voor de dieren.
Het onnodig reizen tegengaan, dat is waar gedragsbioloog Thomas Bionda en psychologe Mariska Kret in Apenheul aan werken. Al is het dus voorlopig echt nog wel een lange termijnplan. Kret is van huis uit psychologe en wist daardoor al veel van mensen, maar niet zozeer van apen. Ze was geïnteresseerd in de link tussen mens en mensaap en na goed overleg met Apenheul leidde dat tot dit onderzoek. Het is haar doel om meer informatie te vergaren over emoties bij mensapen en hoe die zich hebben ontwikkeld in de loop van de evolutie. “Mariska doet het fundamentele onderzoek bij ons,” zegt Bionda. “Wij kijken vervolgens hoe we de resultaten praktisch toe kunnen passen.”
Vrijwilligers
Maar waarom zou je het fundamentele onderzoek doen in een dierenpark en niet in het wild? “Dat komt omdat je de handelingen die de aap moet verrichten tijdens de test eerst aan moet leren en dat gaat niet met wilde apen,” legt Bionda uit. “Dat trainen doen we door goed gedrag te belonen en slecht gedrag te negeren. Bij sommige dieren zien we dat de training vrij snel gaat. Maar er zijn ook dieren die het niet oppikken of er gewoon geen interesse in hebben en dan gaan we er niet mee verder. Die aap laten we dan met rust.”
Bionda benadrukt dat alle dieren vrijwillig meedoen. “Alleen wanneer de aap er zin in heeft en de verzorgers ons groen licht geven mag de onderzoeker langskomen. We denken dat de apen het ook leuk vinden om mee te doen, want ze kiezen er zelf voor. Ze hoeven niet mee te doen. Al zou het in theorie kunnen dat ze het voor de kleine beloning doen, want die krijgen ze wel. Dat is een heel klein stukje appel, maar dan ook echt heel klein.”
Hippies
Het onderzoek wordt uitgevoerd op mensapen, maar daar zit nogal wat variatie in. “Naar chimpansees is al veel onderzoek gedaan door anderen, maar de bonobo is onderbelicht gebleven,” legt Bionda uit, “en als enige in Nederland heeft Apenheul wel bonobo’s.” Dus daar zijn ze mee begonnen.
“Bonobo’s worden ook wel de hippies van de mensapen genoemd,” gaat Bionda verder. “In de groepen heeft bijna iedereen wel seks met elkaar. Eigenlijk komen alleen moeder-zoonrelaties niet voor.” Het zijn dus sociale dieren. En dat is ook wat de resultaten van het onderzoek onderschrijven, want bonobo’s reageren het sterkst op afbeeldingen met positieve emoties. Dat is een duidelijk verschil met de mens, die vooral gericht blijkt op beelden met negatieve emoties.
Het onderzoek loopt nu ook bij de orang-oetans. “Zij zijn anders. Ze leven meer solitair. Dan is een emotioneel begrip van een soortgenoot evolutionair gezien wellicht minder belangrijk,” aldus Bionda, “en daarom zijn we dus erg nieuwsgierig hoe de orang-oetans het doen.”
Slopers
Vroeger dacht men dat de orang-oetan de minst intelligente mensaap was. Dat kwam doordat ze het niet zo goed doen met de testjes, want ze wijzen maar zelden dingen aan met hun handen. Bionda vertelt: “Vaak kijken ze alleen maar, soms heel vluchtig. Jij en ik zouden het waarschijnlijk missen, maar de verzorger die de aap door en door kent merkt het wel.” Je hebt dan dus een soort-specifieke aanpak nodig.
Dat er dingen aangepast moesten worden voor de orang-oetans bleek al vrij snel na de start. Waar het touchscreen het bij de bonobo’s jarenlang goed gedaan heeft, ging het bij de orang-oetans vrijwel direct kapot. Ook orang-oetans hebben een stereotype, vertelt Bionda: “Orangs zijn slopers. Kalme dieren, maar slopers. We werden al gewaarschuwd door de verzorgers, en dat bleek ook terecht.”
Al bij de eerste ontmoeting sloeg de dochter van de beruchtste sloper het touchscreen meteen kapot. Nu zit er een stang voor het scherm zodat ze er niet meer direct op kunnen slaan. Ook de beloning is iets aangepast. “Orangs zijn kieskeuriger qua voedsel,” vertelt Bionda. Wat ze er voor krijgen verschilt per individu, maar je kan denken aan rozijnen of stukjes druif.
Een andere manier om de orang-oetans meer tegemoet de komen staat nog in de kinderschoenen. Bionda vertelt: “Bij de bonobo’s zijn we bezig met het testen van een Eye-tracker. Daarmee willen we kijken wát precies de aandacht trekt in een foto. Zo zie je bijvoorbeeld dat beelden van ‘handje vasthouden’ of beelden van genitaliën veel de aandacht trekken.” Het zou interessant zijn om te zien wat dit voor resultaat heeft bij de orang-oetans.
Zelf meedoen
Ook bezoekers mogen een test doen die vergelijkbaar is met de touchscreen-test en de resultaten daarvan kunnen daadwerkelijk worden gebruikt in het onderzoek. Tussen 11:00 uur en 15:00 uur zijn er medewerkers in het park die de test bij je afnemen. “Voordeel daarvan is dat het ons veel data oplevert, en tegelijkertijd is het een mooie manier om wetenschap zichtbaar te maken voor het publiek,” legt Bionda uit.