Op zijn 21e krijgt de briljante natuurkundige Stephen Hawking te horen dat hij lijdt aan de verlammende spierziekte ALS en nog maar twee jaar te leven heeft. Ruim vijftig jaar later is hij nog altijd onder ons, weliswaar volledig verlamd. Zijn ontroerende levensverhaal is nu verfilmd in ‘The Theory of Everything’, waarbij met name acteur Eddie Redmayne als de aftakelende Hawking een onuitwisbare indruk achterlaat.
Stephen Hawking (1942) is misschien wel de beroemdste wetenschapper van deze tijd. Een lezing van de Brit afgelopen zomer in Utrecht was binnen een minuut uitverkocht. Zijn bijdragen aan de natuurkunde zijn baanbrekend. Maar de bekendheid komt toch ook vooral door zijn atypische persoonlijkheid. Al vijftig jaar tart hij de spierziekte ALS die hem heeft gemaakt tot de kenmerkende onderuitgezakte ielige man in zijn elektrische rolstoel, het hoofd licht gekanteld en pratend door zijn spraakcomputer.
Opofferingen
Met de recent uitgekomen film The Theory of Everything kan iedereen zijn bijzondere levensverhaal nu van dichtbij herbeleven. In de film volgen we Hawking vanaf zijn studietijd aan de universiteit in Cambridge begin jaren zestig. Daar werd zijn talent al snel zichtbaar. Op een feestje ontmoet hij Jane, op wie hij op slag verliefd wordt. Al vrij snel krijgt hij echter de eerste problemen met zijn motoriek. Hij struikelt midden op de universiteitscampus over zijn eigen voeten, en komt hard ten val.
Als een arts hem de diagnose ALS mededeelt met een levensverwachting van twee jaar lijkt zijn wereld even in te storten. Maar Jane dwingt hem om samen het maximale uit het leven te halen. Ze trouwen, krijgen kinderen en hij probeert zijn wetenschappelijke werk voort te zetten. Zijn briljante geest blijft immers onaangetast. Hawking blijkt het wonderwel vol te houden en wordt bovendien wereldberoemd, ook al gaat dit gepaard met steeds grotere opofferingen voor het gezin.
Traditionele biopic
Het buitengewone acteerwerk van Eddie Redmayne als de fysiek aftakelende Hawking maakt dat je echt geraakt wordt door diens tragische lot. Naar verluidt heeft Redmayne zich vier maanden voorbereid op de rol van een ALS-patiënt. Met als resultaat dat hij in alles oogt als de natuurkundige zelf, tot de minuscule spiertrekkingen in het gezicht aan toe. Maar ook Felicity Jones zet een sterke rol neer als Jane, wat maakt dat je hoe dan ook gaat meevoelen met dit gezin.
De film is een traditionele biopic, in de zin dat het vrij trouw aan de feiten blijft. Dat Hawking de ochtend na zijn ontmoeting met Jane een pak wasmiddel voor haar deur legt als knipoog naar hun gesprek van de avond ervoor is bijvoorbeeld ook echt gebeurd. De belangrijkste uitzondering hierop is dat de film nauwelijks stilstaat bij het einde van het huwelijk tussen Stephen en Jane, terwijl dit in werkelijkheid meer voeten in de aarde had. Blijkbaar was het feit dat hun jarenlange ruzie intussen is bijgelegd reden om er in de film geen woorden meer aan vuil te maken.
Weinig natuurkunde
The Theory of Everything is, anders dan de titel doet vermoeden, geen natuurkundefilm. Je moet de film niet gaan kijken om te begrijpen wat Hawking allemaal heeft bedacht. Heel even doet Jane een poging uit te leggen waarom Stephen zoekt naar die ene formule die het hele universum beschrijft. En zijn briljante proefschrift en revolutionaire idee voor het ontsnappen van straling uit een zwart gat – bekend als Hawkingstraling – komen weliswaar aan bod, maar heel veel wijzer zal de kijker er waarschijnlijk niet van worden. Dat gebrek aan wetenschap is in zekere zin jammer. De echte reden voor zijn genialiteit blijft hierdoor moeilijk te vatten voor het algemene publiek.
Toch zullen natuurkundefans ook wel reden hebben tot glimlachen van herkenning. Zoals om de bekende andere natuurkundigen die voorbij komen, als Roger Penrose en Kip Thorne, en de weddenschap die Hawking sloot met diezelfde Thorne of Cygnus X-1 nou een zwart gat was of niet, met als inzet een abonnement op de Penthouse (Hawking verloor). Het populair-wetenschappelijke boek A Brief History of Time dat hem wereldberoemd maakte. Of het vaak gebruikte grapje van Hawking als eerste zin tijdens een lezing: ‘Can you hear me?’, waarop het antwoord vanzelfsprekend altijd alleen maar ‘ja’ kan zijn.
Ondanks de geringe aandacht voor de wetenschap zelf moet je tegelijkertijd erkennen dat de keuze van regisseur James Marsh om vooral op de persoon Stephen Hawking en diens gezin te focussen ervoor zorgt dat de film juist zo beklijft. Het verhaal gaat dat Hawking zelf bij het zien van de film een traan moest laten. The Theory of Everything is een indrukwekkende en ontroerende film die nog eens onderstreept wat voor unieke persoon Hawking is. En ook dat je met doorzettingsvermogen, hoop en liefde veel kunt bereiken.